Het wapenschild van het Commando der Dekkingsstrijdkrachten voert op veld van sinopel een Sint Joris die de Draak velt. Sint Joris, beschermheilige der ruiters, werd als beschermheilige van de Dekkingsstrijdkrachten gekozen. Groen herinnert er aan dat de Jagers te Paard de basis vormen van de Groepering, het paard van zilver, dat er eveneens Lansiers met hun wit schildje deel van uit maken. De wapenrusting van Sint Joris en de Draak, wijzen op de aanwezigheid van Genietroepen dewelke een zwart schildje dragen. De vederbos van de helm en het paardetuig zijn van goud, de draak is van keel getongd. Dit doet herinneren aan het feit dat weleer het groene uniform van de Jagers te Paard met geel boordsel afgezet was voor het 1ste Jagers te Paard, met rood boordsel voor het 2de Jagers te Paard en dat het 4de Jagers te Paard, het laatst opgericht, in zijn wapenschild een zilveren jachthoorn voert in een veld gedeeld van goud en geel. HISTORIEK DER DEKKINGSSTRIJDKRACHTEN (1960 - 1962)

Het Commando der Dekkingsstrijdkrachten wordt opgericht te Kassel op datum van 01 maart 1960 door een Ministerieel aanschrijven van 18 februari 1960. Zijn opdracht bestaat erin het operationeel Commando te verzekeren aan de troepen die de dekking van het 1 Corps uitmaken en het is onder de benaming van «Operationeel Commando der Dekkingstroepen» dat de 16de Pantsergroepering aflost. Dit laatste, intussen Infanterie Brigade geworden, verlaat Kassel voor Lüdenscheid, waar zij sinds dan nog immer gestationneerd is.

Op 18 maart 1960 heeft de bevelsovergave plaats, door Kolonel SBH Boussemaere, Bevelhebber van de 16de Pantsergroepering, aan Kolonel Verlinden, eerste bevelvoerder van de Dekkingsstrijdkrachten.

Het nieuw Commando wordt ondergebracht in de kazerne "De Gete" een deel van de gewezen Lüttichkaserne, gelegen Eugen Richterstrasse te Kassel-Wilhelmhöhe.

De eerste Organisatie Tabel, verschenen op 18 februari 1960 voorziet voor de Staf een hoger officier adjunct en operaties, die de functies waarneemt van Korpscommandant voor het hoofdkwartier. De eerste titularis is Kapitein-commandant Van der Veen. Bovendien is een transmissie officier en een inlichtingsofficier voorzien.

Een nieuwe Organisatie Tabel, verschenen op 16 augustus 1960 en van toepassing op datum van 01 september 1960, geeft het Commando zijn huidige benaming en voorziet, buiten de reeds vermelde functies voor officieren, die van een officier S1-S4, drie verbindingsofficieren, waarvan er één de functie van Opvoedingsofficier in cumul waarneemt, een adjunct transmissie en verbinding en een commandant van het hoofdkwartier.

De eerste troepen die deel uitmaken van de Dekkingsstrijdkrachten zijn het 1ste en 2de Jagers te Paard, het 4de Lansiers, het Eskadron C van het 6de Lansiers, het 6de Geniebataljon, de 21ste Compagnie Vervoer, de 202de Compagnie Ordnance, de 7de Geneeskundige Compagnie, het Peloton B van de 16de Compagnie Militaire Politie, een Sectie Provoost en een Sectie Tegen-Inlichting.

Het jaar zelf van de oprichting van de Dekkingsstrijdkrachten ziet talrijke wijzigingen onder de eenheden die onder zijn bevel geplaatst zijn.

Op 05 juli wordt het Peloton B van de 16de Compagnie Militaire Politie vervangen door het Peloton D van de 6de Compagnie Militaire Politie.

Op 01 augustus wordt de 21ste Compagnie Vervoer vervangen door de 10de Compagnie Vervoer. Op dezelfde datum wordt de 7de Compagnie Kwartiermeester en Vervoer te Kassel gelegerd tot op 01 december 1961, datum waarop ze Spich vervoegt. Zij wordt op 01 maart 1962 door het 107de Peloton Kwartiermeester Verdeling vervangen. Op dezelfde datum worden in de schoot van het 6de Geniebataljon de 61ste en 67ste Compagnies Genie opgericht.

De 01 september worden het 1ste Geniebataljon en de 14de en 16de Compagnies Genie aan de Dekkingsstrijdkrachten als versterking toegevoegd; zij verlaten ze de 31 december 1961; enkel de 14de Compagnie Genie blijft bij de Dekkingsstrijdkrachten.

Het jaar 1961 ziet nieuwe wijzigingen.

Op 01 februari komt het 4de Jagers te Paard, dat intussen terug opgericht werd, in de plaats van het 4de Lansiers.

De 01 maart worden de 4de en 16de Recce Eskadron opgericht in de schoot van het 1ste Jagers te Paard, de 1ste en 7de Recce Eskadrons in de schoot van het 2de Jagers te Paard.

In 1962 wordt de 7de Geneeskundige Compagnie vervangen door de 5de en dit op datum van 01 maart. Voor 01 mei worden de oprichting voorzien van de 17de en 18de Recce Eskadrons, respectieveijk in de schoot van het 1ste en 2de Jagers te Paard.

De bijzondere opdracht der Dekkingsstrijdkrachten en hun legering in de nabijheid van het "ijzeren gordijn" brengen vanzelfsprekend vele bezoeken van hoge personaliteiten aan zijn Commando. Zo brengt Luitenant-Generaal Jonkheer Jooris, Inspecteur Generaal der Pantsertroepen, een afscheidsbezoek te Kassel op 15 maart 1960. Hij wordt op 26 april gevolgd door de Bevelhebber der Strijdkrachten van Midden-Europa, "Generaal Speidel", destijds vergezeld van zijn Stafchef, Luitenant-Generaal Crahay. De 17 mei volgt de Britse Generaal Boyd, Bevelhebber der Genietroepen van Northag.

Eindelijk komt de grote dag waarop het Zijne Majesteit de Koning behaagde Zijn Strijdkrachten te Kassel gelegerd met Zijn bezoek te Kassel te vereren.

Komende met de wagen begeleid door Zijn escorte van het vliegveld van Gütersloh in Westfalen, komt Zijne Majesteit aan de Mess Officieren van het 2de Jagers te Paard aan op dinsdag 14 juni om 1930 uur. Hij neemt de revue af van de erewacht, bevolen door Luitenant-Kolonel Pire, bevelhebber van het 2de Jagers te Paard. Zijne Majesteit is vergezeld van de Heer Baert, Belgisch Gezant te Bonn, de Heer Gilson, Minister van Landsverdediging, Luitenant-Generaal Dinjeart, Hoofd van Zijn Militair Huis, Luitenant-Generaal Berben, Opper­bevelhebber der Belgische Strijdkrachten in Duitsland, Generaal-Majoor Corstiens, Hoofd van de Generale Staf van de Landmacht. Bij zijn aankomst wordt Hij begroet door Kolonel Verlinden, Bevel­hebber der Dekkingsstrijdkrachten en Plaatscommandant van Kassel, en door de hoge burgerlijke en militaire overheden van de Duitse Bonds­republiek, met aan het hoofd Dr Zinn, Minister-President van Hessen.

Voor de Mess Officieren van het 2de Jagers te Paard valt de Vorst een warm onthaal te beurt vanwege een talrijke menigte samengesteld uit families der Belgische militairen te Kassei gelegerd en uit inwoners van de stad zelf.

Tijdens de receptie en de lunch die dezelfde avond plaats vinden in de Mess Officieren van het 2de Jagers te Paard, laat Zijne Majesteit zich al de officieren en oudste onderofficieren van het garnizoen voorstellen. Na deelgenomen te hebben aan een briefing, woont Zijne Majesteit een oefening met troepen bij op het oefenplein Dönche. Hij overnacht ten huize van Kolonel Verlinden.

's Anderendaags, woensdag 15 juni, volgt Zijne Majesteit de maneuvers in het Reinhardswald. Na afloop heeft een grote troepenschouwing plaats op de baan Hofgeismar-Beberbeck. Na een delegatie te hebben ontvangen van het garnizoen Arolsen neemt de Koning het vliegtuig te Waldau dat om 1600 uur te Brussel aankomt.

Zodoende vervult de Koning de belofte in oktober 1959 gedaan tijdens een vorig bezoek aan Kassel, toen Hij zijn inzicht te kennen gaf, binnenkort Zijn troepen en hun families bij "zonnig weder" terug te komen bezoeken, aldus Zijne belangstelling en Zijne bekommernis tonende voor hen die het verst van hun vaderland verwijderd zijn.

Weinige dagen na het Koninklijk bezoek komt Generaal de Maison-Rouge naar Kassel met de officieren van de Hogere Krijgsschool van Parijs. Zij komen aan op 24 juni om de 26ste terug te vertrekken. Na een kortstondig bezoek van de Opperbevelhebber van Midden-Europa loopt het jaar ten einde met het afscheidsbezoek van Luitenant-Generaal Berben, Opperbevelhebber der Belgische Strijdkrachten in Duitsland op 05 december en op 07 en 08 december van Generaal-Majoor Geuens, Hoofd van de Gezondheidsdienst van het leger.

Van 01 tot 03 maart 1961 ontvangt de Bevelhebber der Dekkingsstrijdkrachten het bezoek van de nieuwe Opperbevelhebber der Belgische Strijdkrachten in Duitsland, Luitenaat-Generaal Crahay. in mei van Generaai-Majoor USA Siayton, van MAAG en van de Heer Minister van Landsverdediging Segers op 07 augustus. Op 30 en 31 januari 1982 bezoekt ons Generaal-Majoor Thomas, Hoofd van de Algemene Staf der Landmacht en op 16 maart Generaal-Majoor Pearson. Bevelhebber van de 1ste Britse Divisie.

Op 30 maart brengt Generaal-Majoor Gaiuy ons een bezoek, nadien, op 19 april Generaal-Majoor der Rijkswacht Fastrez, bij gelegenheid van een bezoek aan de Sectie Provoost van Kassel.

Op 25 juli, brengt Generaal-Majoor Baron Fallon, bevelhebber van de Artillerie van het 1 Corps een bezoek aan Kassel.

De nabijheid van de grens heeft het gunstig klimaat geschapen tot een goede verstandhouding met de Duitse burgerlijke bevolking in de streek, alsook met de geallieerde eenheden er gestationeerd.

Deze toestand heeft aan de Dekkingsstrijdkrachten toegelaten groot­scheepse oefeningen en maneuvers in "niet-militair" terrein in te richten die in grote mate bijdragen tot de verdere opleiding en voorbereiding tot het gevecht.

De voornaamste maneuvers van de Dekkingsstrijdkrachten zijn :