Je kunt het zelf steeds moeilijker maken.
25 t/m 29 januari
Voor de liefhebbers
Rekenversje
Welke toren is het hoogst en welke het laagst?
Raai heeft gehoord dat het gaat sneeuwen. Wat moet je doen vanaf het moment dat je wakker wordt, totdat je eindelijk naar buiten mag...........
Maak de 2 voorbeelden na en ontwerp daarna nog 2 eigen gebouwen met hun plattegrond.
Hoe duur is de kleding?
warm en koud, groot en klein
Vandaag bladzijde 5 en 6 van het werkboekje. Veel succes er weer mee!
Ook voor de kinderen die in dit boekje werken, de volgende bladzijden. Bladzijde 5 en 6.
De kinderen oefenen de termen eerste, tweede, derde enzovoorts
Bij deze opdracht hebben de kinderen wel hulp nodig. Het is goed als de kinderen leren welke dag (tijdsbesef) het is en welke datum (volgorde van de getallen) daarbij hoort. En hun eigen naam leren schrijven, is sowieso belangrijk.
Doel: Verder tellen
Doel: Het leren van de rangtelwoorden
Vandaag plaats ik bladzijde 3 en 4 van het boekje.
Na deze bladzijden mag je niet zelf verder werken en komt er volgende week weer een nieuwe opdracht.
Vandaag plaats ik bladzijde 3 en 4 van het boekje.
Na deze bladzijden mag je niet zelf verder werken en komt er volgende week weer een nieuwe opdracht.
Hier staat de instructie voor de eerste twee bladzijden van het plustaak rekenboekje 2.
Ga deze week niet verder dan deze bladzijden.
Volgende week volgt er weer een nieuwe opdracht.
Hier staat de instructie voor de eerste twee bladzijden van het plustaak rekenboekje 2/3.
Ga deze week niet verder dan deze bladzijden.
Volgende week volgt er een nieuwe opdracht.
Hier zie je een soort telspel met de cijfers van 2021. Je kunt het met 2 vingers doen.
Een heel gelukkig, gezond en gezellig 2021!!!
Bekijk eerst het filmpje en bedenk thuis met welke voorwerpen je dit ook zou kunnen doen.
In het filmpje worden verschillende mogelijkheden gegeven.
Als je zelf thuis wilt gaan oefenen met splitsen heb je nodig:
De cijfers 5 en 6
2 bordjes
1 vel papier (met een vouw in het midden)
6 dezelfde soort voorwerpen
5 dezelfde soort voorwerpen
Op de filmpjes hieronder zie je hoe je 6 en 5 voorwerpen eerlijk en oneerlijk kunt verdelen (splitsen).
Daag jezelf uit door verschillende voorwerpen te zoeken en niet alleen kleurpotloden bijv.
Aftelversje met Raai de Kraai
Filmpje met uitleg over een werkblad uit het tasje van 15 april
Dit kan ook tot het getal 20 en verder!
Tip: gebruik voor de getallen t/m 6 de dobbelsteenstructuur.
Bekijk het filmpje en doe mee!
Een rekenversje
Geef een eierdoos allerlei verschillende kleuren en ga opzoek naar deze kleuren in de natuur!
Hieronder staan de rekendoelen waar wij de komende weken in de klas aan zouden gaan werken. Onder de doelen staan activiteiten die thuis rondom deze doelen gedaan kunnen worden. Aan deze doelen werken wij tot de zomervakantie, dus thuis hoeven niet alle doelen geoefend te worden. Er kunnen doelen gekozen worden die voor jullie thuis te oefenen zijn.
Splitsen t/m 6 voorwerpen
Verder tellen
Verdubbelen 2-5 voorwerpen
1 meer(erbij) / 1 minder (eraf)
Handig tellen 2-4-6-8-10
Verder tellen vanaf bepaald getal
Seriëren van groot naar klein, dik/dun, lang/kort enz.
links- en rechts begrip (waar begint de rij)
splitsen t/m 6 voorwerpen: de kinderen kunnen een aantal voorwerpen (maximaal 6) splitsen, dit betekent dat ze het aantal kunnen verdelen. Dit hoeft niet eerlijk verdeeld te worden. Een aantal als 5 kan verdeeld worden in 5 en 0, 4 en 1, 3 en 2. Thuis kun je dit oefenen met verschillende voorwerpen, bijvoorbeeld legoblokjes, poppetjes, pokemonkaarten en snoepjes. Eerst kan voorgedaan worden hoe het splitsen werkt. Daarna kan aan de kinderen bijvoorbeeld gevraagd worden bij 4 snoepjes: als ik 1 snoepje krijg, hoeveel krijg jij er dan?
1 meer (erbij)/ 1 minder (eraf): met verschillende activiteiten en voorwerpen kan dit thuis geoefend worden. Bijvoorbeeld tijdens het spelen met blokken; 'je hebt nu 8 blokken, hoeveel heb je er als je er 1 bij krijgt' of 'er liggen nog 6 stukjes brood op jouw bord, hoeveel liggen er nog als je er eentje op eet´. Maar ook buiten kan dit goed geoefend worden, met auto's, met mensen in de bus, in de speeltuin. Hoeveel kinderen zijn er in de speeltuin bijvoorbeeld en hoeveel zijn het er nog als er 1 naar huis gaat.
seriëren van groot naar klein, van dik naar dun, van lang naar kort enz.: kunnen de kinderen een aantal voorwerpen op de goede volgorde leggen? Het is belangrijk dat de kinderen bij het seriëren van links naar rechts werken. Binnen kan dit met bijvoorbeeld met eten; leg de sperziebonen van groot naar klein of zet je auto's van groot naar klein. Buiten kan dit bijvoorbeeld met takken; leg de takken van lang naar kort of leg de blaadjes van groot naar klein
verder tellen: de kinderen kunnen vanaf een bepaald getal verder tellen. U noemt bijvoorbeeld het cijfer 4 en de kinderen kunnen vanaf 4 verder tellen tot 10 of tot 20.
verdubbelen: de kinderen kunnen 2 tot 5 voorwerpen verdubbelen. Dus hoeveel is 2 erbij 2, hoeveel is 3 erbij 3. Thuis kun je dit oefenen met verschillende speelgoed; 2 knuffels en 2 knuffels bijvoorbeeld of 3 legoblokjes en 3 legoblokjes.
handig tellen: de kinderen leren een groter aantal voorwerpen handig tellen, dus niet 1 voor 1, maar 2-4-6-8-10. Dit kan tijdens het spelen; tel hoeveel auto's je hebt of tijdens het eten of tijdens het buiten spelen; hoeveel auto's staan er in de straat bijvoorbeeld.
links- en rechtsbegrip: waar is links en waar is rechts? En waar begint de rij? Als u gaat tellen met uw kind is het ook belangrijk dat er geteld wordt van links naar rechts
De doelen voor groep 1:
de kinderen kunnen de kleuren roze, paars, wit, oranje, zwart, grijs en bruin benoemen: dit kan geoefend worden tijdens het kleuren of buiten met alles wat er te zien is
getallen 1-12 opzeggen: de kinderen kunnen de getallenrij opzeggen van 1 tot 12. Dit gaat om het opzeggen van de getallenrij op de goede volgorde. Er hoeft tijdens het opzeggen van de getallenrij niet per se iets geteld te worden, dit mag natuurlijk wel.
getallen 10-0 opzeggen: de kinderen kunnen van 10 naar 0 aftellen. Oefen dit voordat je ergens mee begint bijvoorbeeld; als we van 10 naar 0 hebben geteld gaan we beginnen met eten of beginnen met een spelletje.
herkennen van de cijfers 1-6: dit gaat om het herkennen van de cijfersymbolen. Als er bijvoorbeeld op het nummerbord van een auto een 4 staat, kunnen de kinderen dit dan benoemen? Er zijn zowel binnen als buiten veel cijfers te vinden die de kinderen kunnen benoemen. Als de cijfers 1 tot 6 heel goed gaan, kunnen ook de cijfers daarboven geoefend worden.
meeste/minste: wie heeft de meeste stukjes appel en wie de minste?
dagen van de week: de kinderen leren de volgorde van de dagen van de week. Op school hebben ze hier een liedje over geleerd. Misschien kunnen ze die thuis laten horen? Weten de kinderen welke dag het vandaag is?
van groot naar klein en van dik naar dun (3 á 4 voorwerpen): de kinderen leren om 3 á 4 voorwerpen te seriëren van groot naar klein en van dik naar dun. Bijvoorbeeld 4 auto's van groot naar klein neerzetten of 4 torens bouwen van groot naar klein. Of buiten takjes van dik naar dun neerleggen. Het is belangrijk dat de kinderen van links naar rechts werken tijdens het seriëren.