Welkom bij de novice cursus 2022/2023
De wet van Ohm
De wet van Ohm beschrijft de relatie tussen stroomsterkte, spanning en weerstand in een elektrisch circuit. De formule voor de wet van Ohm is:
U = I x R
waarbij:
U is de spanning (in volt)
I is de stroomsterkte (in ampère)
R is de weerstand (in ohm)
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe je de wet van Ohm kunt gebruiken om bepaalde waarden te berekenen:
Stel dat er een spanning van 12 volt is in een circuit met een weerstand van 4 ohm. Hoeveel stroomsterkte is er in dit circuit?
I = U / R = 12 / 4 = 3 ampère
Stel dat er een stroomsterkte van 2 ampère is in een circuit met een weerstand van 10 ohm. Hoeveel spanning is er in dit circuit?
U = I x R = 2 x 10 = 20 volt
Stel dat er een spanning van 6 volt is in een circuit met een stroomsterkte van 0.5 ampère. Hoeveel weerstand is er in dit circuit?
R = U / I = 6 / 0.5 = 12 ohm
Het is belangrijk om te onthouden dat de wet van Ohm alleen geldt voor een lineair circuit.
weerstanden
De weerstandswaarde wordt uitgedrukt in ohm (Ω) en het is de hoeveelheid weerstand die een component of een circuit biedt aan de stroomsterkte. Er zijn verschillende manieren om de weerstandswaarde te onthouden, waaronder het gebruik van ezelsbruggetjes.
Eén van deze ezelsbruggetjes is: "Zij bracht rozen op Gerrits graf bij vies grijs weer", de eerste letter van de woorden in deze zin geven de eerste letter van de kleuren op de weerstand in de volgorde: zwart, bruin, rood, oranje, geel, groen, blauw, paars, grijs, wit.
De kleuren op de weerstand geven aan hoeveelheid ohm de weerstand heeft. Zo is een weerstand met de kleurcode bruin-zwart-oranje een weerstand van 1.000 ohm.
Het is ook belangrijk om te weten dat de kleuren op weerstanden vaak met een tolerance code aangegeven wordt. Dit geeft de afwijking aan van de weerstandswaarde, bijvoorbeeld 5% of 10%. De tolerance code wordt vaak weergegeven met een derde ring op de weerstand.
rekenen met weerstanden
Natuurlijk, hier zijn enkele voorbeelden van hoe je de wet van Ohm kunt gebruiken met weerstanden:
Stel dat er een spanning van 9 volt is over een weerstand van 4 ohm. Hoeveel stroomsterkte is er in dit circuit?
I = U / R = 9 / 4 = 2,25 ampère
Stel dat er een stroomsterkte van 0,5 ampère is in een circuit met twee weerstanden van 3 ohm en 6 ohm in serie. Hoeveel spanning valt er over elke weerstand?
De totale weerstand van het circuit is Rtot = R1 + R2 = 3 + 6 = 9 ohm
U1 = I x R1 = 0.5 x 3 = 1.5 volt
U2 = I x R2 = 0.5 x 6 = 3 volt
Stel dat er een spanning van 12 volt is over twee weerstanden van 2 ohm en 4 ohm in parallel. Hoeveel stroomsterkte gaat er door elke weerstand?
De totale weerstand van het circuit is: 1/Rtot = 1/R1 + 1/R2 = 1/2 + 1/4 = 3/4
Stroomsterkte door weerstand R1 = U / R1 = 12 / 2 = 6 ampère
Stroomsterkte door weerstand R2 = U / R2 = 12 / 4 = 3 ampère
Houd er rekening mee dat dit slechts enkele voorbeelden zijn en er veel meer combinaties van weerstanden en spanningen zijn die je kunt berekenen met behulp van de wet van Ohm.
condensatoren
Een condensator, ook wel een "capacitor" genoemd, is een component in een elektronisch circuit dat elektriciteit opslaat en afgeeft. Het bestaat uit twee metalen platen die zijn gescheiden door een isolatie- of "dielectricum" materiaal. Een condensator heeft de eigenschap om elektriciteit op te slaan wanneer er spanning op wordt gelegd. De hoeveelheid elektriciteit die een condensator kan opslaan is afhankelijk van de grootte van de platen en hoe dicht ze bij elkaar liggen.
In een circuit, condensatoren worden vaak gebruikt om pieken in de stroomsterkte te verminderen of om spanningsschommelingen te stabiliseren. Condensatoren kunnen ook worden gebruikt om bepaalde frequenties te filteren, zoals in een geluidsfilter.
Er zijn verschillende soorten condensatoren zoals elektrolitische condensatoren, keramische condensatoren, tantalum condensatoren en filmcondensatoren. Elk van deze heeft zijn eigen unieke eigenschappen, zoals capaciteit, tolerantie, levensduur, en frequentie-respons.
de capaciteit van een condensator wordt uitgedrukt in farad (F) en de spanning die op een condensator wordt aangebracht wordt uitgedrukt in volt (V) .
spoelen
In een elektrisch schema, de letter "L" staat meestal voor een inductor, ook wel een spoel genoemd. Een inductor is een component dat elektrische energie opslaat in een magnetisch veld. Het bestaat uit een geleider, zoals een draad of een kern van ferromagnetisch materiaal, die is gewikkeld in een spiraalvorm.
Net als een condensator, een inductor heeft de eigenschap om energie op te slaan, maar in plaats van elektrische energie, slaat het energie op in een magnetisch veld. Wanneer er spanning op een inductor wordt gelegd, begint de stroomsterkte langzaam toe te nemen. Dit wordt inductie genoemd.
Inductors worden vaak gebruikt in elektronische circuits voor verschillende doeleinden, zoals het filteren van bepaalde frequenties, het regelen van de stroomsterkte en het beperken van de pieken in de stroomsterkte.
De grootte van een inductor wordt uitgedrukt in Henry (H) en deze grootte is afhankelijk van de grootte van de geleider, hoe vaak deze is gewikkeld en welke soort materiaal er wordt gebruikt voor de kern.
Houd er rekening mee dat een inductor een wisselstroomkring vormt en in een gelijkstroomkring kan worden gebruikt in combinatie met een diode, om zo een halfgeleiderrectifier te vormen.
Aanvulling klasse van uitzending
Eerste symbool:
Modulatievorm van de draaggolf.
A: Dubbelzijband,
C:
F: Frequentie/fase modulatie,
G: Fasemodulatie
H:
J: Enkelzijband, onderdrukte draaggolf.
P:
R: Enkelzijband met gedeeltelijke onderdrukking of draaggolf met variabel nivo
Tweede symbool:
Type signaal, dat de draaggolf moduleert.
1: Een enkel kanaal met niet-analoge informatie, waarbij GEEN
gebruik wordt gemaakt van een modulerende draaggolf.
2: Een enkel kanaal met niet-analoge informatie, waarbij WEL
gebruik wordt gemaakt van een modulerende draaggolf.
3: Een enkel kanaal met analoge informatie.
Derde symbool:
Soort informatie, welke uitgezonden wordt.
A: Morse-telegrafie bestemd om op het gehoor opgenomen te worden
B: Telegrafie bestemd voor automatische ontvangst
C: Beeldtransmissie
D: Datatransmissie
E: Telefonie
F: Televisie
Toegestane klassen van uitzending:
Door middel van spraak: A3E, H3E, J3E, R3E, F3E, G3E
Door middel van Morse-telegrafie: A1A, A2A, F1A, F2A, J2A, G1A, G2A
Door middel van automatische telegrafie: A1B, A2B, F1B, F2B, J2B
Door middel van data-overdracht G1F, F2D, P2D
Door middel van Beeldoverdracht Fax A1C, A2C, A3C, J2C, J3C, F1C, F2C, F3C
SSTV G1C, G2C, G3C
ATV A3F, C3F, F3F