Je droomt op je 50e over een eigen schip, en je gaat eerst 5 jaar huren en zoeken, om te zien of je partner (60) het wel echt leuk vindt, en net als je het zoeken wilt opgeven heb je het ideale schip gevonden.
Was dat eerst nog een 13 meter Elling (net nieuw met Twaron romp, zeewaardig) toen een zelf ontworpen Hellingskip van 13,5 meter, en nog veel meer andere stalen en aluminium schepen, soms one-off’s, soms van onbekende ontwerpers, vaak van Vripack’s Dick Boon .
Ook zo’n zeewaardig ontwerp, een Coastal Canal 14,50 , vonden we bij Scheepswerf Balk, toen nog in Elburg, nu in Urk Marjolien Balk was scheepsmakelaar en werkte samen met Elburg Yachting. Na een belletje op vrijdagmiddag (uw schip ligt hier in het droogdok..) besloten we na een proefvaart op zaterdag (dok weer vol laten lopen, geblindeerde ramen weer vrijgemaakt) binnen een half uur: dit was ons schip.
Een half uur na de aankoop belde de eigenaar van een van de twee in Nederland gebouwde zusterschepen (met een iets afwijkende raampartij op de flybridge) of hij nog een bod kon doen: met zijn schip strooide hij as van overleden uit op de Noordzee en hij wilde een tweede schip. Zo wisten we nogmaals dat het een zeewaardig schip moest zijn.
Behalve privégebruik was het ook de bedoeling het schip voor zakelijke doeleinden in te zetten: klantenbinding op het water is erg leuk en efficiënt ! Zeker als je wat meer mensen (tot 20) aan boord kunt hebben en alle voorzieningen beschikbaar zijn.. Inmiddels varen we al weer jaren met zijn tweetjes alleen.
De oplevering, inclusief schilderbeurt, was medio juli 2000, tijdig voor Sail ! Een overweldigende ervaring, die we nog 3 maal zouden herhalen. Niet voor bange schippers..
Een stoer, veilig, ruim en comfortabel stalen 15-meter schip met mast en giek voor het steunzeil, een groot open achterdek en overkapte flybridge, een betrouwbare dieselmotor en een electrische boegschroef. Dat grote achterdek is mogelijk omdat de keuken naar achteren is geplaatst, dat levert wel een kleiner voordek op, maar dat was geen bezwaar. Bedoeld voor o.a. Frankrijk, dus alles kon terug naar 3.50 meter doorvaarthoogte.. dan werd het wel steeds even een rommeltje met mast op het achterdek, een opgevouwen kap en geklapte ramen. Maar het schip was in Marseille geweest met de eerste eigenaar, Arie Taselaar, tevens opdrachtgever van Vripack.
Na enkele jaren werd een licht aangepast ontwerp van Vripack door Black Sea Trading van Karel Boersma in aanbouw genomen op een werf in Roemenië, die Stentor heette. Na ongeveer 40 schepen ging de werf failliet, helaas, want het ontwerp was en is zeer geliefd. Inmiddels is er een Stentorclub met een eigen site. Er zijn 13, 15, 16 en 18 meter kotters en Open Cabins gebouwd, Luxe Motors van 15, 18 en 21,5 meter, en een enkele Trawler van 16 meter en Survey van 16,5 meter.
Je gaat varen en het duurt niet lang, of je ontdekt dat er toch nog wat te wensen is. Veilig aan de kant komen met een loopplank. Een hydraulische boeg- en hekschroef, en een hydraulische mastheffer bijvoorbeeld. En een flexibele koppeling voor de schroefas in 2002, die eerder te snel sleet. Een nieuwe as van 5.60 meter moest custom-made 3 keer de prijs kosten van een standaard 50 mm as van 5.00 meter. Voor dat verschil was de aanschaf van zo’n koppeling verantwoord. Balk had er weer werk van.
Veilig aan de kant komen met een loopplank met vele mogelijkheden om aan het schip te maken in 2005. Een hydraulische boeg- en hekschroef, en een hydraulische mastheffer in 2006 bijvoorbeeld.
En weer wat later, in 2007, een bimini, fijn als je niet meer in de zon mag na een genezen kwaal. Wel weer lastig als de mast helemaal plat moet, want dan moet ook die bimini neer… Veel plezier van gehad, maar als het fris werd ging je toch al snel benedendeks, niks mis mee, maar toch.
En dan komt in 2010 de dag dat het teak is versleten, en de schipperse bij vervanging ook de gangboorden 'mooi' wil hebben. Teak is bijna niet meer in een goede kwaliteit te krijgen, en ook de vaklieden om het te leggen zijn schaars. En schaars is duur, heel duur. Daarom na jaren onderzoek gekozen voor polyvinylchloride, ook wel PVC, waarvan door Bram Krijnen van Boatrestyle een prachtig dek van het fabricaat Permateek werd gelegd. Betaalbaar, mooi (ook na 10 jaar) en onverslijtbaar. Geen seconde spijt van gehad en een beetje meegedacht om het zo 'echt' mogelijk te maken met overlopende hoeken en prachtige visgraat op het voordek.
De digitalisering schreed ook aan boord voort: een 4G modem, wifi aan boord is een must, en als sinds 2004 is PC Navigo een grote vriend: eenvoudig plannen, navigeren en de nieuwste kaarten en informatie. En nadat in 2015 de analoge instrumenten en motorinformatie met wat hardware en software door Yachtcontrol werden geïnstalleerd zien we alles helder op een (daglicht-) scherm.
Ook de kombuis was aan de beurt: in 2016 een refit (nieuwe deuren) door Allard Doorn van Keukenvernieuwers en die kan weer jaren mee.
Zo’n mooie houten mast is lastig te herstellen na verweren van de blanke lak, dus bij een refit bij (toen nog) Nooitgedagt Yachtpainting in Sneek, meegeschilderd in de kleur van de opbouw en daarmee onbedoeld een doodskleed gemaakt: na jaren van ongezien inwateren was het hout in de stalen ‘slof’ verrot en viel de mast spontaan om.. gelukkig geen passagiers aan boord ! Dat was de eerste 10 jaren wel anders: altijd (semi-) zakelijk en persoonlijke relaties aan boord. Het kan verkeren, na verkoop van de onderneming in 2007 werd het veel stiller en zeker niet minder fijn aan boord.
Maar terug naar de mast: na het inkorten, zodat het stoomlicht nog net boven de kap van de flybridge uitkwam (het zag er niet uit) werd in 2017 besloten tot het plaatsen van een vaste apparatenbeugel (wat een woord..). Het daarheen brengen van alle bekabeling was een heksentoer, gelukkig was de maker van de beugel, Jan Moinat uit Elburg, een vakman, dus inwendig geen scherpe kantjes. Mijn elektricien zag er tegenop, maar was vol lof.
De doorvaarhoogte werd daarmee meteen vastgesteld: 4.20 meter, dus geen Frankrijk meer. En ook een deel van de mooie Nederlandse vaarwegen kunnen we niet (meer) bezoeken. Maar eerlijk is eerlijk, het neerklappen van de ramen en het weghalen van de tent gebeurde toch al nauwelijks: te veel werk en we worden een dagje ouder.
Daarover sprekende ben je al oudere ook minder bestand tegen weer en wind, of op zijn minst meer gericht op comfort. Dus werd na lange discussie (de schipperse beweerde te willen kunnen zonnen, hoewel ze dat niet mocht en mag) in 2019 tot een nieuwe tent over het gehele achterdek besloten, met als bijzonderheid dat het middendeel eenvoudig kon worden open- en (snel) weer dichtgeschoven en -geritst. Voor die creatie zette de maker van de apparatenbeugel zijn beste beentje voor en deed de tentmaker Yntema dat ook out of the box. Een licht dak, en donkere zijkanten, zodat de look niet te zeer werd aangetast. En superstrak !
Nu beschikken we dus over een serre (mag je niet zeggen in de botenwereld), die bovendien vrijwel winddicht is (sluit aan op het dek), veel licht heeft en geheel kan worden opengeritst aan zij- en achterkant en dus ook de bovenkant. Voor elk weertype geschikt.
Behalve comfort speelt ook ergonomie en veiligheid een rol bij de aanpassingen. Het steeds maar weer twee trapjes op en twee trapjes af naar de keuken is niet goed voor de knieën van de oudere mens, dus een pantry in een van de bakskisten laten maken. Een hele operatie, want warm- en koud water, 24V en 220V van motorkamer naar de kist, en dat zonder zichtbare leidingen is een opgave apart. En als we dan toch bezig zijn zetten we gelijk een warmtewisselaar en blower onderin de kist, aangesloten op de cv-ketel, zodat de ‘serre’ ook verwarmd kan worden. Heerlijk op een kille ochtend, avond of dag, want sinds deze supertent vertoeven we vrijwel altijd boven en eten daar ook.
Het leven kon nog makkelijker: de stootkussens werden vervangen door zeer lichte exemplaren, dat maakt het afmeren wel wat meer geschikt voor de oudere bemanning. Wat ook helpt is dat het schip vanaf de bouw rondom is voorzien van Hakorit stootlijsten, geen stress in de sluis. Om dat verder te bevorderen hangen er continu 4 kunststof ‘wrijfhouten’, die minder storen dan stootkussens.
Om de verantwoorde vaart nog wat jaren te kunnen voortzetten werd in 2021 besloten om nog een extra stap te zetten: spudpalen maken het leven van de schipperse een stuk eenvoudiger. Geen trekken en duwen meer, het was ook een ongelijke strijd tussen 30 ton en 60 kilo.. Nu dus naar de kant varen, palen neer en klaar. Voor de schipper was het een prima oplossing voor het (lang) wachten op een brug- sluisbediening, met veel gemanoeuvreer.
Daarover een volgende keer meer..