Besteed niet meer dan 50 minuten aan deze oefeningen. Zijn de 50 minuten om en heb je niet alles kunnen invullen? Geen probleem! Stuur een foto van de oefeningen die je wel hebt gemaakt en vul de overige oefeningen aan met de verbetersleutel. Veel Succes!
Stap 1: info in het loepje
Neem het loepje op p. 20. Lees de info op deze pagina.
Leestekens kunnen op woordniveau voorkomen. Denk maar een aan apostrof, een koppelteken of een trema.
Samenvatting van het loepje:
Een apostrof vervangt één of meerdere letters. Als je een apostrof gebruikt aan de start van een zin, dan schrijf je het eerste voluit geschreven woord met een hoofdletter.
Sommige samenstellingen krijgen een koppelteken. Dit moet je onthouden.
Zonder trema weet je niet hoe je het woord moet uitspreken. Het trema staat op de klinker net na de pauze.
Stap 2: inoefenen
Stap 3: inoefenen
Maak vervolgens oefening 40 op p. 21 in het werkboek.
Lees het verhaal en vul de ontbrekende werkwoordsvormen in. Op de groene schrijflijnen schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Op de blauwe schrijflijnen schrijf je de persoonsvorm in de verleden tijd.
Stap 5: foto doorsturen
Maak een foto van de ingevulde oefeningen en stuur hem door naar laura.buyse@op-weg.be
Je ontvangt nadien de correctiesleutel.