Besteed niet meer dan 50 minuten aan deze oefeningen. Zijn de 50 minuten om en heb je niet alles kunnen invullen? Geen probleem! Stuur een foto van de oefeningen die je wel hebt gemaakt en vul de overige oefeningen aan met de verbetersleutel. Veel Succes!
Stap 1: Theorie opfrissen
MAG-opdracht: Vorige week heb je onderstaande filmpjes bekijken. Wil je de info graag nog eens opfrissen? Bekijk de filmpjes opnieuw.
Stap 2: inoefenen
Maak nu oefening 34 op p. 18 in het werkboek.
Ga op zoek naar vier voorbeelden van voornamen, familienamen, straten, steden, provincies en landen. Deze zaken schrijf je steeds met een hoofdletter! Als je daarmee klaar bent, dan zoek je zoveel mogelijk feestdagen. Jullie kunnen de schrijfwijze van sommige feestdagen zoeken op het internet (www.woordenlijst.org).
Stap 3: inoefenen
Maak vervolgens oefening 35 op p. 18 in het werkboek.
Schrijf de zinnen over en gebruik hoofdletters en leestekens.
Stap 4: katten- en berenafspraak
Neem het loepje op p. 38. Bekijk de katten- en berenafspraak grondig.
Dit zijn de twee afspraken:
–– Hoor ik één medeklinker na een korte klinker, dan schrijf ik die medeklinker dubbel. Dit is de kattenafspraak.
–– Hoor ik één medeklinker na een lange klinker, dan schrijf ik die klinker enkel. Dit is de berenafspraak.
Er zijn ook enkele uitzonderingen op deze afspraken, denk maar aan de woorden alarm, apart, familie, fazant, kalender, kanaal, kapot, paniek, papier, ravijn, salon, talent …
Stap 5: inoefenen
Maak vervolgens oefening 36 op p. 19 in het werkboek.
Ga op zoek naar zoveel mogelijk woorden. Schrijf ze op en schrijf daarna het meervoud. Denk aan de katten- of berenstukjes!
Stap 6: verbeteren
Verbeteren maar! Klik op de afbeelding om de correctiesleutel te zien. De lessen van vandaag hoef je niet door te sturen.