Okawanda

In elke Keerstroom (het clubblad van Okawa) staat een vraag en antwoord rubriek. Daarin kun je vragen stellen aan Okawanda, die zij dan uitgebreid beantwoord. Hieronder kun je deze vragen en vooral de antwoorden nog eens nalezen.

Help! Wat moet ik aan?

Lieve Okawanda,

Ik schrijf deze brief omdat ik helemaal ten einde raad ben. Ik heb al vanalles geprobeerd maar ik kom er gewoon niet uit... Iedere keer is het weer hetzelfde liedje. Als ik op zondagochtend heel vroeg voor m’n kledingkast sta weet ik gewoon niet wat ik aan zal trekken. Ik heb al geprobeerd om het op zaterdagavond alvast klaar te leggen maar ook dat werkt niet. Soms denk ik dat ik gevonden heb wat ik nodig heb, maar als ik dan later zie wat de anderen allemaal aan hebben voor ze de rivier in duiken blijkt dat ik het weer mis heb...

Op de andere dagen van de week is het heel simpel; een Okawonderbroek met daarover een nonchalante spijkerbroek en een Okawa-polo in de zomer of een Okawa-trui in de winter, je weet wel zo’n fijne grote trui met capuchon... En als het heel koud is heb ik nog altijd m’n Okawa-fleecetrui en Okawa-muts. Over kleuren hoef ik me ook nooit druk te maken, zolang het maar geen blauw is valt het onder het Okawa-spectrum en staat het dus prima! Maar als ik dan ga varen zijn al deze kledingstukken overbodig en moet ik nadenken over wetsuits, thermoshirts, sokken, schoenen, anoraks, droogbroeken, caps, badmutsen, zwembroek, en of dit alles lang of kort moet zijn, en hoe het gecombineerd dient te worden. En dan kom ik er gewoon niet meer uit... kun jij mij helpen???

Groetjes,

Kano0tje

Beste Kano0tje,

Tja, je zou natuurlijk aan de Okawear kunnen vragen om een kanokledinglijn te beginnen, maar het zal wel even duren voordat die compleet is. Daarom zal ik proberen om je hieronder wat adviezen te geven. Om te beginnen is het belangrijk om te onthouden dat je kleding aangepast moet zijn aan het weer, de rivier en je kwaliteiten als vaarder. Als het heel warm weer is en de rivier is ook niet koud, dan hoef je natuurlijk minder aan te trekken dan wanneer het vriest en het water nog maar net vloeibaar is. Hetzelfde geldt voor je vaar-kwaliteiten; heb je veel kans op zwemmen, dan is warme kleding belangrijker dan wanneer je altijd boven water zult blijven. Maar over het algemeen geldt voor je kanokleding hetzelfde als voor kleding op een feestje; beter slightly overdressed dan underdressed! Je kan namelijk altijd nog iets uittrekken.

Als je denkt vaak te gaan zwemmen is het verstandig om sowieso een wetsuit aan te trekken. Het neopreen van je wetsuit zorgt er niet alleen voor dat je goed geïsoleerd bent, het beschermt je ook wanneer je tegen de stenen butst. Daarnaast gaat het niet zo gauw kapot en verliest het zijn werking niet wanneer er een gat in komt, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een droogbroek of een droogpak. In plaats van een wetsuit kun je ook kiezen voor een neopreen broek en een (neopreen)top. Het grote voordeel hiervan is dat je gemakkelijker naar de wc kunt, het grote nadeel dat er een ruimte tussen je top en de broek kan ontstaan waar geen kleding meer zit, dat kan erg koud worden. Zorg bij een losse top en broek dus voor een goede overlap van de kledingstukken.  Wil je helemaal stoer voor de dag komen, trek dan een lange zwembroek over je wetsuit aan, het helpt niks tegen de kou maar schijnt er stoer uit te zien.

Onder je wetsuit kun je het beste een thermoshirt dragen. Een thermoshirt zorgt ervoor dat het vocht van je huid afgevoerd wordt zodat  je huid zo droog, en daarmee warm mogelijk blijft. Stoffen die deze eigenschappen hebben zijn onderandere: polyester, fleece en wol. Katoen doet juist het tegenovergestelde en is dus niet geschikt! Je kunt de warmte van je thermolaagje aanpassen door verschillende shirts te combineren.  Er zijn in de winterperiode bij bijvoorbeeld Scapino of de Hema voor weinig geld al thermoshirts te krijgen. Let er op dat deze shirts als een tweede huid om je lichaam moeten zitten. In de winter zijn 2 laagjes thermo zeker aan te raden. Het is dan ook verstandig om een muts onder je helm te dragen, dan houd je warme handen... 30% van je lichaamswarmte verlies je als je goed aangekleed bent namelijk via je hoofd, als je door een muts dit verlies kunt beperken houd je dus meer warmte over voor je handen. De muts moet dun genoeg zijn om onder je helm te passen. Je kunt caps (mutsen) kopen van verschillende neopreen-achtige materialen. Maar een fleece- of wollen muts of een latex badmuts werkt ook en is wat minder duur. In de zomer, in warm water kun je kiezen voor minder laagjes thermo en eventueel een kort neopreen, dit laatste beschermt alleen minder tegen botsingen met stenen. Vaar je in de Alpen, dan is het water zo koud dat je toch beter lange kleding aan kunt trekken.

Over je wetsuit en thermoshirt(s) draag je een anorak. Deze zorgt ervoor dat je minder last hebt van de wind en dat je minder nat wordt van het opspattende water. Heb je een dry- of een semidry anorak, dit zijn jacks met latexmanchetten en een latex (dry) of neopreen (semidry) kraag, dan zorgt het jack er ook voor dat je (bijna) niet nat wordt tijdens het eskimoteren, en minder nat tijdens het zwemmen. Deze jacks zijn wel erg duur en kwetsbaar. Als je nog veel zwemt zijn jacks met goed aansluitende neopreenmanchetten net zo goed, nat word je toch wel. Naast water en wind beschermt je anorak je ook tegen aanvaringen met takken en scherpe rotsen, in de zomer is een anorak met lange mouwen dus aan te raden als je echt wild gaat varen.

Ook belangrijk zijn je schoenen, deze moeten in je boot passen, maar ook stevig genoeg zijn om over een rotsachtige bodem en kant te kunnen lopen. Ook moeten ze je voeten beschermen tegen kou. Er zijn speciale kanoschoentjes te koop van neopreen, deze schoenen hebben redelijke grip en houden je voeten behoorlijk warm (zeker de hoge schoenen). In het begin kun je ook voor sportschoenen  of sandalen kiezen, die moet je dan wel combineren met warme sokken van polyester, wol of neopreen.

Naast deze basisuitrusting heb je altijd een helm, zwemvest en spatzeil nodig. Hierbij zijn pasvorm en functionaliteit het belangrijkst. Een helm moet niet over je hoofd kunnen schuiven, en zowel je voor- als achterhoofd bedekken. Een zwemvest moet goed aansluiten, het is handig als er vakjes voor bijv. chocoladereepjes op zitten. Een spatzeil moet voornamelijk om de kuip van je boot passen.

Ook kun je, als je veel geld hebt, heel veel vaart of genoeg hebt van de karakteristieke neopreenlucht, kiezen voor een droogpak, of een droogbroek. Die laatste wordt meestal gecombineerd met een dry-anorak. Deze pakken zijn waterdicht en hebben overal latexmanchetten zodat er geen druppel water binnen komt. Daarnaast houden ze ook de wind goed tegen. Ze zijn dus ideaal als je vaak langs de kant  of in het water staat met slecht weer. De pakken zijn wel kwetsbaarder dan neopreen, ga je veel zwemmen, met risico dat je takken en scherpe stenen tegenkomt, dan is neopreen dus een betere keus. Onder een droogpak draag je verschillende lagen thermo en/of fleece ter isolatie, het pak zelf isoleert namelijk niet. Ook is het heel belangrijk dat je alle lucht uit het pak laat voor je gaat varen, anders heb je als je gaat zwemmen de kans dat de lucht in het pak zich verzamelt rond je enkels en zo een omgekeerde dobber van je maakt.

Mocht je na al deze adviezen nog altijd twijfelen of je de goede kleding meegenomen hebt, vraag het dan vooral even aan je medevaarders. Zij hebben vast ook bruikbare adviezen!

Groeten, Okawanda

Help! Wat neem ik mee?

Lieve Okawanda,

Een tijdje geleden heb ik een mooie grote boot gekocht om het echte wilde water mee op te gaan. Daarvoor had ik alleen een speelbootje. En dat is meteen het probleem. Mijn speelbootje zit als gegoten, mijn voeten gaan naadloos over in de punt van de boot en m’n heupen zitten vast als een

huis. Om het geheel compleet te maken heb ik mijn trouwe Skippy die de laatste ruimte tussen m’n benen en het spatzeil opvult en me gezelschap houdt waar ik ook ga.

Maar nu heb ik zo’n enorme boot waar Skippy niet in thuis hoort en ervaar ik een enorme eegte. Ik heb al luchtzakken en een bidon geïnstalleerd maar dat helpt maar een klein beetje. Kun jij me helpen de leegte te vullen?

Groetjes,

Kanoniempje

Beste Kannoniempje,

Heb je er al eens aan gedacht om een tweepersoons boot te nemen (zo’n leuke topo-duo bijvoorbeeld)? Dan is je probleem in 1 keer opgelost en hoef je Skippy ook niet meer te missen… Maar als dat toch niet helemaal is wat je zoekt zou je ook eens rond kunnen kijken wat anderen zoal in hun boot stoppen. Er zijn namelijk meer dan genoeg spullen die, zeker met het koude weer op komst, graag in jouw boot mee zouden gaan. Ik zal hieronder eerst vertellen welke spullen er in geen geval mogen ontbreken. Daarna zal ik je nog wat opties geven voor het geval je de leegte nogsteeds niet opgevuld hebt.

Om te beginnen zal je met je grote boot ook vaker in situaties komen waarbij veiligheid een grote rol speelt. Het voor de zekerheid opzetten van een back-up systeem, of het uitvoeren van een redding. Hiervoor heb je toch minimaal een werplijn nodig. Dat is zo’n touw in een zak waar veel mensen hun was aan laten drogen op vakantie. ( Je kunt nog veel meer met dat ding, maar dat zullen we een andere keer bespreken. ) Die werplijn moet zo voor het grijpen in je boot liggen, bij voorkeur dus op de plek waar nu je bidon zit. Voor het geval dat er echt iets mis gaat heb je ook nog een EHBO- pakketje aan boord. Hiervoor heb je een waterdichte zak nodig, EHBO-pakketjes zijn van zichzelf namelijk zelden echt waterdicht. In deze waterdichte zak kun je dan meteen ook je lunch en wat te drinken stoppen. Neem zelfs als je denkt niet te gaan stoppen om te eten je lunch mee, mocht er dan onderweg iets mis gaan waardoor het allemaal wat langer duurt, dan heb je tenminste nog wat extra energie bij je. Daarnaast is het handig als je een telefoon bij je hebt, maar het is verstandig deze

(net als je auto-sleutels) op je lichaam te dragen...

Met een werplijn, bidon, waterdichte zak, lunch, drinken en EHBO zal je boot al een stuk voller zijn. Maar als je nog plek hebt kun je ook nog denken aan de volgdende zaken: Een “pin-setje”, nee niet zo’n ding waar je splinters mee uit trekt. Meer zijn grotere variant waarmee je boten uit hun benarde situatie kunt bevrijden. Dit setje bestaat uit minimaal 3 carabiners, 2 prusiks (touwtjes) en een bandslinge. Wanneer je dit in je boot stopt is het wel handig om er eerst voor te zorgen dat je weet wat je ermee kunt...

Een thermosfles; zeker in de winter is het lekker om iets warms te drinken te hebben. Je kunt van te voren thuis thee zetten, maar ook alleen heet water meenemen. Daar kan je dan ter plekke thee of soep van maken (natuurlijk niet de theezakjes of de cup-a-soup vergeten..). Het hete water kan je ook nog erg goed gebruiken wanneer ritsen of gespen na een dag varen in de vrieskou bevroren zijn. Maar misschien is het nog wel leuker om iedereen jaloers te maken met je dampende bockworst, vers uit je thermoskan. Als je die na een dag varen uitdeelt wil iedereen je vriend zijn! (succes gegarandeerd!!!) Zorg er wel voor dat je een thermoskan hebt die heel blijft wanneer hij valt, eentje met een glazen binnenkan is niet zo geschikt. In diezelfde categorie vallen chocoladereepjes en andere lekkere dingen die veel energie bevatten. In de winter is het namelijk heel erg belangrijk dat je voldoende energie blijft houden, anders krijg je het koud. Grijp deze kans aan om heerlijk zonder schuldgevoel te snoepen. Stop die waterdichte zak dus vol met allerlei lekkers. Houd nog wel een plekje over voor je muts. Vaak denk je aan het begin van een tocht dat het niet zo koud zal zijn. Als dat tegen blijkt te vallen is het fijn om een beetje extra kleren uit je tas te kunnen toveren. Een muts neemt niet zoveel plek in en helpt veel in je warmteverlies. In die zak stoppen dus.

Ik denk dat je boot nu al aardig vol begint te raken, maar mocht je nogs teeds plek over hebben, dan kun je ook nog aan de volgende dingen denken:

- Deelbare peddel: Je medevaarders zijn je er dankbaar voor. Mochten zij iets stoms doen en hun peddel kwijtraken, dan heb jij een back-up.

- Badeendje/kanosmurf, of iets anders dat er leuk uitziet en waarmee je jouw uitleg over kanotechnieken in het klein kunt demonstreren.

- Ducktape: Om boten, spatzeilen, latexmanchetten, anoraks, peddels, of eigenlijk alles, te repareren.

- Reserve lenzen, optioneel, alleen als je zelf van die dingen gebruikt natuurlijk...

Als hiermee je boot nog niet vol genoeg is moet je misschien toch maar overwegen een iets kleinere boot te nemen. Of je kunt je melden als vrijwillige bagageboot voor anderen, zij hebben vast nog wel iets dat niet meer in hun eigen boot past. De loze ruimte voor je voetsteun kun je overigens ook nog nuttig gebruiken door ook daar een luchtzak in te doen, je boot blijft dan veel mooier drijven als je gaat zwemmen.

Succes met het opvullen van de leegte!

Groeten,

Okawanda

Help! Waar kan ik gaan varen?

Lieve Okawanda,

Altijd als ik die mooie foto’s en filmpjes op internet zie loopt het water me in de mond. Die stukken varen, op (over)volle rivieren of bij de ideale hoogte voor die ene playspot, dat wil ik ook!!!

Vaak neem ik me voor om ook zo’n tocht te gaan varen. Dus pak ik m’n spullen en vertrek. Maar het is me nog nooit gelukt om op de juiste plek uit te komen. De rivier waar ik naast sta, staat of wel ruim buiten z’n oevers (soms drijven er zelfs bomen voorbij) of je kunt hem oversteken zonder ook maar natte voeten te krijgen. Ik moet dan m’n ogen dichtknijpen om geen last te hebben van het stof dat uit de bedding geblazen wordt…

Nu kan iedereen dat wel eens gebeuren natuurlijk, maar vaak is het dan ook nog zo dat andere Okawanen op datzelfde moment ergens anders zijn gaan varen. Zij komen dan altijd terug met de mooiste verhalen over hoeveel water er wel niet was en hoe leuk ze wel niet gevaren hebben…

Hoe zorg ik ervoor dat ik voortaan ook altijd weet waar het water is en waar ik kan varen????

Alsjeblieft, help mij....

Wavesporter

Beste Wavesporter,

Tja, het vinden van water is door de eeuwen heen een groot probleem gebleken. Al in de oudheid probeerde men deze problemen op te lossen. Veel gebruikte oplossingen waren bidden, wichelroede lopen en een regendans uitvoeren. In sommige culturen werden voedsel en soms zelfs mensen geofferd... Maar hoewel een regendansje op z’n tijd best leuk kan zijn en je zou kunnen proberen een wichelroede aan je Tomtom te knopen, denk ik niet dat deze methoden je veel verder gaan brengen.

Gelukkig is er tegenwoordig een wat betrouwbaardere methode.  Hoewel deze methode nog steeds geen water kan maken (toch maar dansen dus...) is het wel super goed in vertellen waar er op dat moment water is. De oplossing? Ga het internet op en combineer dat met wat gezond verstand en ervaring.

Er zijn twee manieren waarop je de zoektocht kunt beginnen. Je weet welke rivier je wil varen en vraagt je af of er ook water is, of je kijkt waar er water is en kijkt dan welke rivier je zou willen varen. Uiteindelijk heb je in beide gevallen dezelfde informatie nodig, dus zal ik hieronder uitleggen hoe je in het eerste geval weet of er water is.

Als voorbeeld neem ik de Rur in Monschau, bij velen bekend en een favoriete rivier mits er water is. Om te beginnen is het belangrijk te weten hoeveel water er nodig is om te kunnen varen. Deze informatie kun je op verschillende plekken krijgen.  De meeste kanoverenigingen hebben tochtverslagen op hun website staan met daarbij vermeld de waterstand. Je kunt dan door het verhaal en de foto’s een idee krijgen van de omstandigheden bij deze stand.  Een website als 4-paddlers.com biedt ook veel informatie van rivieren over de hele wereld. Daarnaast heb je verschillende boekjes met rivierbeschrijvingen, de DKV (Duitse kanobond) heeft heel gedetailleerde beschrijvingen gemaakt van vrijwel alle rivieren in europa. Hier staat ook altijd vermeld welke waterstand aan te raden is. Een andere optie is aan ervaren vaarders, of locals, te vragen welke waterstanden zij aanraden. Door veel varen bouw je zelf ook een referentiekader op. Voor de Rur zul je op deze manieren vinden dat de minimale waterstand voor het varen van de Boven Rur 50+ cm is op de peilschaal van Monschau. Deze peilschaal kun je, net als die van de meeste rivieren in de Eifel en de Ardennen, online vinden.  Een handig overzicht van veel peilschaal-sites uit heel Europa kun je vinden op de website van de Nijmeegse Kanovereniging De Batavier (www.de-batavier.nl/waterstanden.html),  maar je kunt natuurlijk ook gewoon zelf googlen. 

Heb je de juiste peilschaal gevonden, dan is het een kwestie van het aflezen van het grafiekje. Doordat je in de grafiek ook een stukje geschiedenis kunt zien krijg je ook een idee van de ontwikkelingen. Laat de grafiek al een tijdje een daling zien, dan zal dat nog wel even doorzetten en moet je dus niet meer te lang wachten voor je gaat varen. Stijgt de grafiek, bereid je dan voor op veel water!

Maar net als op de beurs bieden resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst. Naast de trend uit de grafiek moet je ook zeker het weerbericht in de gaten houden. Ligt er sneeuw in Monschau en blijft het koud? Dan zal de waterstand alleen maar zakken. Gaat het dooien? Dan schiet de waterstand natuurlijk omhoog.  Vanzelfsprekend geldt dit ook voor andere rivieren en andere plekken. Het weerbericht in Nederland is vaak heel anders dan dat voor de Eifel en de Ardennen, maar als het hier al een hele tijd regent is de kans dat het daar ook flink giet wel aanwezig. Een goed moment om de waterstanden in de gaten te gaan houden dus!

Heb je een dag heerlijk gevaren met een goede waterstand, kijk dan ook eens hoe de rivier erbij ligt. Staat hij ruim binnen z’n oevers of er helemaal buiten? Kun je ruim onder de brug door? Staan er nog stenen boven water? Dit soort dingen kunnen je helpen een referentiekader op te bouwen. Kijk als je thuiskomt ook nog eens bij de peilschaal wat de waterstand nu echt geweest is en schrijf dat ergens op. Dan weet je de volgende keer welke waterstand je zoekt. Als je het naar de webcommissie stuurt kunnen zij het op de Okawasite plaatsen, dan hebben anderen er ook nog wat aan. Het opbouwen van ervaring is essentieel in het vinden van de beste waterstanden.

Het bovenstaande verhaal geldt natuurlijk voor alle rivieren, dus ook voor die in de Ardennen. Maar wil je daar gaan varen dan is het belangrijk om te weten dat er in België nog extra regels gelden. Je mag daar namelijk niet alle rivieren zomaar varen, sommige rivieren mogen het hele jaar gevaren worden mits de waterstand niet te hoog is. Andere rivieren mogen enkel gevaren worden tussen 1 oktober en 1 maart mits de waterstand hoog genoeg (maar niet te hoog) is. En dan heb je nog de derogatie-rivieren, deze mag je alleen varen wanneer je lid bent van de Belgische bond en de waterstand hoog genoeg is.  De meeste voor ons interessante rivieren vallen in de 1 oktober- 1 maart of de derogatie-categorie, oppassen dus.

Zo, nu denk ik dat je voldoende informatie hebt om zelf aan de slag te gaan. Als laatste wil ik je nog laten weten dat ik uit betrouwbare bron vernomen heb dat een Okawaan bezig is met een e-mail waterstandenalert. Maar voordat je je voor de beta-versie aanmeldt moet je wel even zorgen dat je inbox groot genoeg is…

Groeten,

Okawanda

Help! Hoe organiseer ik een trip?

Lieve Okawanda,

Help me alsjeblieft! Je bent mijn laatste hoop!!!

Een tijdje geleden werd er een mail rondgestuurd met de vraag wie er zin had om een trip te organiseren. Enthousiast als ik ben over alles wat met kanoën te maken heeft, heb ik meteen gereageerd. Stiekem hoopte ik dat anderen mij voor zouden zijn en dat ik niet meer nodig zou zijn. Maar het tegendeel bleek waar. Nog geen dag later kreeg ik een heel enthousiaste reactie terug. Er hadden nog maar weinig mensen gereageerd, ze waren dus erg blij dat ik zo snel ja had gezegd. Of ik een trip zou willen organiseren over 2 weken. Maar ik heb nog nooit zoiets gedaan, en heb dus geen idee hoe dat moet. Eigenlijk wil ik terugmailen dat ik het toch niet doe, maar ze waren zo blij dat ik dat eigenlijk niet durf. Nu moet ik dus wel, maar ik heb geen idee waar ik moet beginnen. Kun jij me helpen? Anderen om hulp vragen durf ik niet, dan sla ik zo’n modderfiguur.

Met wanhopige groeten,

Blunter

Beste Blunter,

Wat goed dat je een trip gaat organiseren voor je clubgenoten! Dat zullen ze zeker waarderen. Wel jammer dat je denkt dat je een modderfiguur slaat als je om hulp vraagt. Misschien moet je het toch maar eens proberen, ik denk namelijk dat ze je graag helpen en je vragen helemaal niet dom vinden. Maar ik begrijp dat je hier nog wat onzeker over bent. Dus ik zal proberen je wat op weg te helpen. Het organiseren van een trip bestaat uit het beantwoorden van een reeks standaard vragen. Heb je de antwoorden, dan ben je klaar. Heel simpel dus...De datum van je trip is al geprikt, daar hoef je dus al niet meer aan te denken. Je moet nog wel even zorgen dat er mensen zijn die mee gaan. Stuur ruim van te voren de uitnodiging rond. Wil je iets heel bijzonders gaan doen, en kan niet iedereen zomaar mee, zorg er dan voor dat je dit al in je uitnodiging uitlegt. Heb je nog geen bijzondere plannen, dan kun je die aanpassen aan de deelnemers, dat hoeft niet in je uitnodiging. Heb je een groepje enthousiastelingen verzameld? Ga dan verder met deze vragen:

Wie gaan er mee?

De samenstelling van je groep bepaalt wat je kunt gaan doen. Heb je een klein groepje heel ervaren vaarders, dan kun je bijna alles aan. Met veel beginners kies je een gemakkelijkere rivier. Heb je helemaal geen ervaren vaarders die mee gaan, dan kun je alleen nog kiezen voor hele gecontroleerde en bekende omgevingen zoals bijvoorbeeld de Erft of Hohen Limburg. Hebben al je deelnemers hele goede kleding, dan kun je in de winter ook wat moeilijkers gaan varen. Is dit niet het geval, dan kies je voor een rivier waarop niemand om hoeft te gaan.

Hoe ga je erheen?

Eigenlijk alle plekken waar je leuk kunt varen zijn slecht te bereiken met het openbaar vervoer. Je bent dus al snel aangewezen op de auto. Hoeveel auto’s je nodig hebt hangt een beetje af van het aantal deelnemers. In de meeste auto’s passen 3 tot 4 kanoërs met bagage. Bij hoge nood kun je ook een busje (bij het sportcentrum) huren. Bedenk je wel dat je als je een rivier gaat varen ook nog even moet “omrijden”. Je rijdt met alle auto’s naar het eindpunt, dan gebruik je minimaal 1 auto om de chauffeurs weer op het beginpunt te krijgen. Ga je een rivier varen, dan heb je minimaal 2 auto’s nodig. Ga je freestylen of naar een slalombaantje, dan hoef je niet om te rijden en is 1 auto in principe voldoende. De boten moeten natuurlijk ook nog mee. Het snelst kun je rijden met de boten op het dak van de auto. Er moeten dan wel voldoende auto’s met dakdragers zijn. Een andere optie is de trailer meenemen. Hier kunnen alle boten op. Maar het  gaat een stukje langzamer en je hebt een auto met trekhaak nodig! Denk eraan om uit te zoeken waar de instap- en uitstapplekken zijn en ze aan de chauffeurs door te geven. Een goede kaart meenemen is altijd handig, zelfs als iedereen een TomTom heeft. De ervaring leert dat die niet alle kano-stekjes even goed kan vinden.

Waar ga je heen?

De bovenstaande vragen hebben ook invloed op deze vraag. Heb je maar 1 auto tot je beschikking, dan wordt het dus een baantje of een playspot. Anders kan het een traject op een rivier worden. Het niveau van je groep bepaalt hoe moeilijk het traject mag zijn. Om er achter te komen welke moeilijkheidsgraad een traject heeft zul je wat informatie moeten inwinnen, hoe je dat kunt doen kun je teruglezen in mijn column van de vorige Keerstroom. Het is belangrijk om niet alleen de omschrijving maar ook de waterstanden in de gaten te houden! Over het algemeen kun je wel stellen dat de Eifel en de Ardennen alleen laat in het najaar, de winter of het vroege voorjaar genoeg water hebben. In de zomer hoef je hier dus geen trip te plannen. Daarnaast is het van belang je af te vragen wat het doel van de trip is, ga je freestylen, dan heb je heel andere eisen aan de plaats dan wanneer je wil oefenen op het varen van keerwaters of gewoon lekker wil peddelen.

Wat neem je mee?

Als eerste moet je een boot kiezen. Ook deze keuze is heel erg afhankelijk van het doel van je trip. Freestylen in een creeker wordt erg moeilijk, maar andersom geldt dit natuurlijk ook. Naast je doel is ook je rol in de groep belangrijk. Ben je een van de meest ervaren peddelers en wordt er van je verwacht dat je anderen zult redden? Dan is een grotere, snelle boot aan te raden. Je zult dan ook wat reddingsmaterialen zoals een werplijn en een EHBO-setje mee willen nemen. Extra ruimte in je boot is dan fijn.  Wat je verder mee kunt nemen in je boot kun je teruglezen in mijn column in de tweede Keerstroom van dit jaar. Je kledingkeus is ook van groot belang. Denk bij het pakken van je spullen aan het weer, maar zeker ook aan de watertemperatuur en wat je precies gaat doen. Zorg dat je voldoende warme kleding meeneemt en vergeet in de zomer, of op exotische trips, de zonnebrand en lipbalsem niet. Denk je veel in het water te zijn, omdat je gaat zwemmen of anderen moet helpen, kleed je dan net wat warmer dan je denkt nodig te hebben. Je koelt snel af in het water. De verschillende opties die je hebt om je aan te kleden vind je in mijn column in de eerste Keerstroom van dit jaar. De belangrijkste dingen om te onthouden zijn dat je geen katoen moet dragen en dat er veel warmte via je hoofd ontsnapt. Een muts is dus niet onbelangrijk.  Denk ook aan brillenkoordjes of lenzen...Naast kleding en een boot neem je ook eten en drinken mee. Zorg dat je voldoende eten meeneemt en dat er veel energie in zit. Er moeten langzame koolhydraten (bv. brood of muslireep) in zitten maar je hebt ook wat snelle suikers nodig (bv. chocoladereepjes of druivensuiker).  Drinken is heel belangrijk. Drink je te  weinig dan krijg je niet alleen hoofdpijn, je krijgt het ook veel sneller koud. Je kunt vanalles meenemen om te drinken. Het is handig om een flesje of bidon met water dicht bij de hand te hebben om even snel wat te drinken. In de pauzes of na afloop is iets warms erg fijn, thee of soep bijvoorbeeld. Cola na het varen helpt de bacteriën die je tijdens een zwempartij of eskimoteeractie binnen gekregen hebt te bestrijden. Cola en soep kun je ook voor de hele groep inkopen. Zorg er dan wel voor dat je voldoende bekertjes hebt, en vergeet de blikopener niet! Of neem soep uit een pakje...Nu ben je klaar voor een succesvolle trip!

Met Okawaanse groet,

Okawanda