Keynote Speakers

Franky D'Oosterlinck

Prof. Dr. Franky D’Oosterlinck is directeur van het Orthopedagogisch Observatie en Behandelingscentrum (OOBC) ‘Nieuwe Vaart’ te Gent. Er wordt in het OOBC buitengewoon onderwijs, dagbehandeling en mobiele begeleiding geboden aan kinderen met gedrags- en emotionele stoornissen. In 2005 publiceerde hij samen met E. Broekaert,J. De Wilde, L. F. Bockaert en I. Goethals een doelgroeponderzoek over kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen in Vlaamse residentiële voorzieningen (D'Oosterlinck, Broekaert, De Wilde, Bockaert, & Goethals, 2006). Zijn doctoraat handelde over ‘Conflict Management in children and youth with emotional and behavioural disorders’ (D'Oosterlinck, 2006). Prof. Dr. Franky D’Oosterlinck is Master Trainer in Life Space Crisis Intervention (LSCI) en introduceerde, in samenwerking met de Universiteit Gent, deze methodiek in Vlaanderen. Zijn onderzoekdsomein behelst de studie van de doelgroep implementatie van methodieken zoals lSCI, RAP,TDTH, time-out. Hij is stichter en voorzitter van European Federation of Conflict Management and Treatment in Education and Care (EFeCT) en van het overlegplatform Minderjarigen met Gedrags- en Emotionele Stoornissen (MIGES).

Lezing: Interne relaties als verbindend element. Situering van de verschillende elementen in de ecologie van het kind.

Alle mensen, en bijgevolg ook kinderen, bouwen relaties op om te overleven. De kenmerken van steunende relaties omschrijven we met het concept “interne relatie”. In een interne relatie ontstaan ervaringen waarin de waarneming, de betekenis, het denken, voelen en willen van mensen op elkaar afgestemd zijn, zodat het samen handelen ervaren wordt als een respectvol, eerlijk, veilig en waardevol gebeuren. Deze ervaringen leren ons hoe het voelt om als mens ‘in balans’ te zijn. Het gevoel van ‘in balans’ te zijn geeft een evenwicht dat nodig is om de uitdagingen die elke dag op ons afkomen te kunnen aangaan.

Kinderen en jongeren die zelf niet in balans zijn kunnen hun omgeving met hun storend gedrag uit balans halen. Ze stellen gedrag dat “appelleert”. Gedrag waar we niet om heen kunnen. Gedrag waarbij we voelen, hier moeten we ‘iets’ mee doen, maar we weten niet meteen wat….

Vragen die we dienen te stellen zijn: “wie is deel van dit gebeuren?” Het kind? Het gezin? De betrokkenen in het netwerk? Of de gehele ‘ecologie’?

Rekening houdend met de beleving, de keuzes en de vragen van de kinderen en hun ouders zal er steun nodig zijn om het evenwicht te herwinnen dat zo nodig is om de uitdagingen en opdrachten te kunnen aangaan. Deze steun dient geboden te worden door het aanbieden van interne relaties.

In deze lezing zal er dieper worden ingegaan op het concept van interne relaties. Hoe kunnen mensen leren of veranderen, welke sterke kant willen ze ontwikkelen en welke plaats willen ze innemen in het geheel, gesteund door de mensen die voor hen iets betekenen.

Ouders, opvoeders en leerkrachten zijn de mensen die het dichts bij de kinderen en jongeren staan. Voor hen is dit concept van fundamenteel belang om het aangaan van steunende relaties te kunnen inzetten en zo het kind of de jongere met succes zijn uitdagingen te laten aangaan.


Cachet

Cachet vzw is een netwerk van vrijwilligers met ervaring in de jeugdhulp

Cachet vzw werd in 2009 opgericht door een aantal enthousiaste jongvolwassenen die ooit zelf in een instelling verbleven. Vandaag is het een groeiend netwerk van jonge vrijwilligers vanuit heel Vlaanderen die iets positiefs willen doen met hun ervaringen. Onze stem klinkt steeds luider en toont een ander beeld dan de samenleving van ons gewoon is: een beeld van gedreven jonge mensen die zelf initiatief nemen, die iets willen betekenen voor elkaar én voor hetwerkveld van de jeugdhulpverlening. Wij gaan een constructieve dialoog aan met alle partners (hulpverleners, beleid, onderwijs, media,…) en ijveren er samen voor dat de jeugdhulp van morgen beter is aangepast aan de noden van de kinderen en jongeren die ermee in aanraking komen.

Tijdens ontmoetingsmomenten zoals de maandelijkse Cachet-donderdagen, versterken en inspireren we elkaar. Deze bijeenkomsten zijn gezellig, de thema's waarover we praten zijn dat helaas niet altijd. Maar een zelfhulpgroep of klaagbarak, dat zijn we allerminst. We zien de toekomst positief tegemoet en gaan hoopvol en vanuit een groot optimisme aan de slag met onze ervaringen, ideeën en bekommernissen. Die delen we niet alleen met elkaar maar met iedereen die bij de jeugdhulp betrokken is. Voor hen zijn we een soort 'laboratorium voor jongerenparticipatie': we ontwikkelen tools, brochures, vormingen, doen projecten, schrijven aanbevelingen... Uitgerust met deze tools gaan we in gesprek om zo de blikken te verruimen met het kinder- en jongerenperspectief.

Een participatieve hulpverlening is bovenal een rechtvaardige hulpverlening. Het Internationaal Verdrag van de Rechten van de Mens (IVRM), het Kinderrechtenverdrag (KRV) en meer concreet ook het Decreet met betrekking tot de Rechten van de Minderjarige in de Jeugdhulp (DRM) zijn een belangrijke inspiratiebron en toetssteen bij alles wat we ondernemen.

Lezing:

Op het EFeCT-congres stellen we onze laatste nieuwe aanwinst voor, een starterspakket voor jongeren die vanuit een voorziening bijzondere jeugdzorg de grote stap zetten naar zelfstandigheid. Aan de hand van dit starterspakket vertellen jongvolwassenen over hoe zij die grote stap beleven of beleefd hebben.


Andries Baart

Prof. dr. A.J. (Andries) Baart (1952) studeerde andragologie in Amsterdam (Universiteit van Amsterdam), specialiseerde zich op het terrein van de praktische theologie (KTH Utrecht en KU Nijmegen) en promoveerde in de wijsbegeerte (EU Rotterdam 1986). Hij was werkzaam in het maatschappelijk activeringswerk, van 1977-1987 als functionaris in Gelderland en van 1987-2007 als stafkracht aan het landelijk bureau van Actioma. Sinds 1991 is hij tevens bijzonder hoogleraar, van 1991-2006 aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht in de vakgroep Praktische Theologie (inaugurele rede Het arrangement van de tragiek januari 1993), sinds 2007 bekleedt hij de leerstoel Presentie en Zorg, van 2007 – 2012 aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg (inaugurele rede met Frans Vosman Aannemelijke zorg oktober 2008) en vanaf 2012 heeft hij dezelfde leeropdracht (ook) aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Eveneens sinds 2007 werkt hij met en vanuit de Stichting Presentie. Hij is geestelijk vader van de presentietheorie. Hij doet intensief veld-, theorievormend en grondslagenonderzoek op het terrein van geestelijke verzorging, zorg, welzijn en dienstverlening, met name voor sociaal kwetsbare mensen en in het verband van de zorgethiek. Hij was 1994-2009 hoofdredacteur van Sociale Interventie en hij is kerndocent in de Master Sociale Interventie van het LESI.

Lezing: Presentie voor kwetsbare kinderen

Presentie is een een enigszins afwijkende maar goed uitgewerkte benadering die uitermate geschikt is om kwetsbare mensen te bereiken, bij hen aan te sluiten en zorg op hen af te stemmen. In zijn key note zal Prof. Baart deze presentiebenadering stap voor stap toelichten en hij zal laten zien wat ze vermag voor kwetsbare kinderen met moeilijk verstaanbaar gedrag of met een verstandelijke beperking resp. psychiatrische achtergrond.


Brian de Lord

Brian de Lord nam reeds verschillende rollen aan binnen het het opvoedings- en sociaal werk. Hij werkte in publieke en vrijwillige sectoren, als veldwerker én als academicus. Als een antwoord op de Southall rellen, richtte Brian in 1994 Pupil Parent Partnership (PPP) op. PPP begon als een eenmansorganisatie die 15 jongeren ondersteunde, en is vandaag een onafhankelijke school met 150 leerlingen en 3 campussen in West Londen.

Hiernaast heeft Brian een uitgebreide portfolio van Europese onderzoeken en projecten die hebben geleid tot het verspreiden van lokale dienstverlening doorheen Europa. Onlangs richtte hij het liefdadigheidsproject ‘Europeace Youth’ op, met als bedoeling om voorgaande ervaringen samen te brengen in een vernieuwde structuur om kwetsbare jongeren, ouders, en gemeenschappen te helpen.

Europeace Youth is een waardengebaseerde organisatie die een systemische methodologie en praktijk heeft ontwikkeld om samen te werken met wettelijk erkende diensten, en om op die manier de effectiviteit en verankering van hun interventies te verhogen.

Lezing: Zorg bieden aan kwetsbare kinderen en families: een systemische aanpak

De problemen rond effectieve en vernieuwende zorg aan deze kwetsbare doelgroep zijn door moeilijkheden overladen sinds het ontstaan van het wettelijk opgelegd onderwijs.

De presentatie van dit systeem omvat het leren vanuit alle aspecten van onderwijs, opvoeding en sociaal werk. Vaardigheden, kwaliteiten en kennis zijn verweven in de praktijk om op die manier een duidelijke kapstok voor de ondersteuning van verschillende diensten aan te bieden. Deze kapstok omvat leerervaringen uit de voorbije 40 jaar, zowel vanuit het Verenigd Koninkrijk als vanuit andere Europese landen. Dit kader maakt het voor hulpverleners én voor beleidsmakers mogelijk om het maximum te halen uit de verschillende interventies.

In deze presentatie worden de 5 lagen van de kapstok omschreven en hoe deze met elkaar interageren. Hierbij komen niet alleen vragen naar boven rond waarom en hoe bepaalde zorg wordt geboden, maar ook over welke zorg wordt geboden.

In een tijd van vermindering van overheidsfinanciering en van een meer complexe demografische samenleving wordt de vraag gesteld op welke manier we de ontwikkeling van de meest kwetsbare leden van de samenleving kunnen ondersteunen.


Hans Kaldenbach

Hans Kaldenbach heeft opvoedkunde gestudeerd. Hij is zijn loopbaan begonnen als onderwijzer. Daarna was hij ruim dertig jaar lang docent aan de lerarenopleiding van de Hogeschool Utrecht. De laatste tijd is hij werkzaam als trainer.

Hij geeft vooral trainingen en lezingen over twee onderwerpen: alledaagse cultuurverschillen en straatcultuur.

Op verzoek van gemeentes verzorgt hij voor buurtbewoners trainingen in het Omgaan met hangjongeren.

Hij werkt veel in het onderwijs, bij de politie, jongerenwerkers, UWV, Raad voor de Kinderbescherming, Belastingdienst, Boskalis en voor diverse gemeentelijke instanties.

Hij schreef een tiental boeken waarvan nog verkrijgbaar zijn:

Respect, 99 tips voor het omgaan met jongeren in de straatcultuur. Onlangs verscheen de 31e druk. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2013.

angjongeren, 99 tips voor buurtbewoners en voorbijgangers. Inmiddels 10e druk. Prometheus, Amsterdam, 2013.

Doe maar gewoon, 99 tips voor het omgaan met Nederlanders. Meer dan 140.000 exemplaren verkocht. Nu al de 44e druk. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2013.

Machomannetjes, 99 tips om de straatcultuur terug te dringen uit uw school. Prometheus Amsterdam. 2012, 5e druk.

Lezing: Tips voor het omgaan met jongeren in de straatcultuur

Wat is ‘straatcultuur’?

In onze samenleving botst in het onderwijs, bij de politie, in zwembaden, op straat en in het openbaar vervoer de norm van de ‘burgerlijke’ cultuur met die van de ‘straatcultuur’. Hoe zijn ‘de’ jongeren in de straatcultuur? Gezagsdragers zeggen:

· Als je ze iets van ze zegt staan ze meteen op scherp.

· Ze zullen nooit toegeven dat ze iets gedaan hebben.

· Ze praten op een hondsbrutale, denigrerende toon tegen je.

· Je voelt hun minachting, zeker als je vrouw bent.

· Ze gebruiken gemakkelijk geweld.

· Ze pakken je precies op je zwakste punt.

· Ze zeggen meteen dat je discrimineert.

· Als je ze aanraakt reageren ze alsof je ze in elkaar slaat.

De straatcultuur is etnisch gemixt hoewel veel burgers denken dat de straatcultuur allochtoon is. Allochtone jongeren komen wel procentueel vaker in de straatcultuur terecht. Bovendien is hun gedrag, vooral dat van Marokkaanse jongens expressiever en feller dan dat van autochtoon-Vlaams-Nederlandse jongens in de straatcultuur. De burgerlijke cultuur heeft met hen de meeste moeite.

Een van de moeilijkste opgaven voor docenten, politiemensen, toezichthouders, e.a. is het corrigeren van jongeren in de straatcultuur. Moeilijk is ook een bekentenis van hen te krijgen. Ze reageren anders dan de ‘burgerlijke’ cultuur (u en ik, lezers van dit soort artikelen) verwacht.

Hierover krijgt u veel inzichten en veel tips.


Dirk Van Grembergen

Dirk Van Grembergen is Sociaal Assistent van opleiding . Van 1993 tot 1999 werkte hij met moeilijk bereikbare groepen als straathoekwerker voor de VGC (Vlaamse Gemeenschapscommissie) in Brussel. Meer bepaald in Molenbeek en Schaarbeek. Van 1999 tot 2008 was hij als lector verbonden aan het K.V.M.W. ( later Arteveldehogeschool) . Hij doceerde een keuzevak ("stad en straat") op basis van de eerdere werkervaring. Daarnaast verdiepte hij zich in groepsdynamiek en de minor/maior jeugd(welzijns)werk. Hij was betrokken bij participatief onderzoek in het kader van het vorige jeugdwerkbeleidsplan van de Stad Gent ( "wijkplanningsonderzoek"). Tot slot begeleidde hij stages in het werkveld en 11 jaar lang een studiereis naar Lissabon. Dirk is sinds eind 2008 aan de slag als Algemeen directeur van Vzw Jong. Vzw Jong is de organisatie die het Gentse Jeugdwelzijnswerk overkoepelt. Het Gentse jeugdwelzijnswerk maakt vanuit de groepsgerichte vrije tijd bruggen naar allerlei thema's en levensgebieden. De organisatie heeft daarbij oog voor het Psychosociale welzijn van de maatschappelijk kwetsbare groepen waarmee ze werkt. Zij zet daarvoor gericht , en in overleg met de stad, jeugdwerkers, trajectbegeleiders, jeugdactiveerders en buurtsportwerkers in binnen de Gentse 19e eeuwse gordelwijken en het stadscentrum.

Lezing: Slow management in het Gentse Jeugdwelzijnswerk

Vzw Jong zet in op slow management. Het belang van gedreven, professionele werknemers is belangrijk. Toch vertrekt de organisatie daarbij ten allen tijde vanuit het mandaat en vertrouwen dat zij krijgt van kinderen, tieners, jongeren en hun directe omgeving . Leefwereldaansluitende en leefwereldverbredende prikkels zijn daarbij relevante bouwstenen in een toegankelijk ( betaalbaar, bereikbaar, begrijpbaar,..) aanbod dat rekening houdt met de psychosociale factoren en oog heeft voor de maatschappelijk kwetsbare positie van de gasten. De jeugdwelzijnswerkers hebben daarbij een enorm cruciale rol. Zij zijn immers rolmodellen en ankerfiguren in hun wijk die oog hebben voor allerlei (levens)vragen. Ze trachten daarbij , samen met collega's en staf, in het belang van de gasten bruggen te herstellen en bouwen naar allerlei levensgebieden. Vanuit hun diverse doelgroepen en praxis signaleren de jeugdwerkers heel wat zaken intern en extern. Het wederzijdse kennen en (h)erkennen is daarbij kapitaal om trage processen mogelijk te maken.

Vzw Jong wil zich daarbij als een lerende organisatie opstellen en werk maken van een gedegen doorstroomverhaal van de eigen werknemers en doelgroepen waar ze iedere dag mee werkt. De organisatie gaat er prat op dat ze , met vallen en opstaan, werkt aan een doorleefd verhaal waarbij coaching van en stimulans naar haar zeer diverse personeelsgroep heel erg belangrijk is. Op dit verhaal ,en de soms wankele evenwichten, wil Dirk Van Grembergen verder inzoomen tijdens de lezing.


Bram Soenen

Bram Soenen is orthopedagoog van opleiding. Van 2005 tot 2008 werkte hij deeltijds in het secundair buitengewoon onderwijs voor kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen en deeltijds als wetenschappelijk medewerker in het OOBC Nieuwe Vaart. Van 2008 tot 2013 werkte Bram in het orthopedagogisch centrum Sint-Idesbald, waar hij verantwoordelijk was voor de implementatie van LSCI, en voor het uitvoeren van onderzoek naar dit proces. Sinds november 2013 is Bram aan de slag als pedagogisch verantwoordelijke in Huize Terloo, een residentiële voorzieningen voor kinderen en jongeren met gedragsproblemen.

Bram is senior trainer is LSCI, en werkt momenteel aan de laatste fase van een doctoraatsonderzoek rond de implementatie en effecten van deze methodiek rond conflicthantering. Binnen het kader van dit onderzoek publiceerde Bram rond verschillende thema’s: de karakteristieken en noden van jongeren met gedragsproblemen, de kijk van medewerkers op veranderingsprocessen, en effectonderzoek rond LSCI. Daarnaast is Bram ook boardmember van EFeCT.

Lezing: LSCI in zorg en onderwijs: proces van implementatie en effect-onderzoek

Het orthopedagogisch centrum Sint-Idesbald is een grote organisatie die verschillende onderwijs- en zorgvormen aanbiedt aan cliënten met diverse problematieken. Binnen de werkingen (onderwijs, internaat en semi-internaat) voor kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problematieken werd in 2008 het LSCI-project opgestart. Over een periode van drie jaar werden alle medewerkers die betrokken zijn in de begeleiding van de jongeren opgeleid in LSCI. Concreet wil dit zeggen dat alle opvoeders, leerkrachten, medici, maatschappelijk werkers, orthopedagogen, coördinatoren en directie een vijfdaagse opleiding volgden. Vervolgens werd het coachen rond LSCI verankerd in de dagelijkse werking van de organisatie. Tegelijk werd een grootschalig onderzoek rond dit project opgezet, waarin een antwoord werd gezocht op volgende onderzoeksvragen:

Wat zijn de karakteristieken van de jongeren in Sint-Idesbald; en wat zijn de percepties van de verschillende stakeholders op deze karakteristieken?

Wat zijn de noden van de jongeren met betrekking tot hun behandeling in Sint-Idesbald?

Wat zijn volgens de medewerkers de kernelementen van het implementatieproces?

Wat zijn de effecten van de implementatie van LSCI op het gedrag van de jongeren?

In deze lezing wordt een antwoord gegeven op bovenstaande vragen, en wordt beschreven hoe het implementatieproces een invloed heeft op de totaliteit van de organisatie.


Gerard Besten

Gerard Besten (1953) is initiatiefnemer en directeur van Gezinshuis.com (www.gezinshuis.com).

Vanaf 1975 is hij werkzaam in de zorg voor jeugd, als groepsleider, gezinsgroepouder, manager en directeur. Als gezinsgroepouder heeft hij met zijn vrouw 9 jaar lang 8 jongeren uit de jeugdzorg in zijn gezin opgevangen. Daarover schreef hij een boek: “Niet zonder ons”; uithuisgeplaatste kinderen en jongeren moeten kunnen opgroeien in het verlengde van het leven van de gezinshuisouders.

Opleidingen: HBO Inrichtingswerk, V.O. Innovatie en methodiekontwikkeling, VO organisatie en Management, Leergang Res Publica Rijksuniversiteit Groningen.

Lezing: De kracht van het gewone leven

Het concept van Gezinshuis.com is helder: het aanbieden van gezinshuizen voor kinderen en jongeren die door omstandigheden zijn verdwaald in hun eigen levensloop. Zij kunnen niet meer thuis wonen en leven onder verantwoordelijkheid van de Jeugdzorg.

Binnen een gezinshuis wordt het vanzelfsprekende van een gezin gecombineerd met professionaliteit en vakmanschap op het gebied van jeugdzorg.

De volwassenen in een gezinshuis brengen vier of meer kinderen/jongeren voor langere tijd in het verlengde van hun eigen leven. De kracht van het gewone leven wordt aangewend om deze kinderen/jongeren weer perspectief in hun leven te bieden. In het verlengde van het eigen leven van de gezinshuisouders ervaren kinderen alle leefsferen en ontwikkelen op een natuurlijke wijze de benodigde vaardigheden.

Dat vraagt om vakmanschap, lef en uithoudingsvermogen.

Het vakmanschap bestaat uit drie vermogens:

Inleven: Werkvraag “wie ben je?”

Meeleven: ”Werkvraag “hoe gaat het met je?”

Samenleven: Werkvraag “wat kan ik voor je doen?”


Luk Dewulf

Luk Dewulf is partner en adviseur bij Kessels & Smit, The Learning Company. Hij studeerde pedagogische wetenschappen aan de KU Leuven. De afgelopen jaren verdiepte hij zich in inzichten vanuit appreciatie inquiry (waarderend onderzoek) de positieve psychologie en talentontwikkeling. Hij is auteur van het "ik kies voor mijn talent" en mede-auteur van het boek "Help! Mijn batterijen lopen leeg. Een burnout krijg je nooit alleen. Kies voor je talent". In zijn werk probeert hij het beste te halen uit individuen, teams en organisaties

Lezing: Weerbaar vanuit talent

In zijn bijdrage gaat Luk Dewulf in op het verband tussen talent en weerbaarheid. Iedere jongere komt op zijn weg mensen tegen die hem wijzen op zijn tekorten. Het maakt deel uit van onze maatschappij. Daarmee omgaan lukt alleen maar als je het gevoel hebt dat je iemand bent. Dat je succeservaringen hebt. Interesses, passie. En een toekomstperspectief. Vandaar het belang van een talentperspectief. In zijn bijdrage gaat Luk Dewulf in op wat talent is, hoe je het kan herkennen. Welke vaardigheden je kan ontwikkelen om meer uit je talent te halen. En wat je kan doen met datgene waar je niet goed in bent. Zijn verhaal wordt geïllustreerd met concrete voorbeelden.


Arnoud Raskin

Arnoud Raskin is een sociaal ondernemer en de sticher van de Mobile School foundation. Zij bouwen mobiele scholen en ontwerpen educatief materiaal voor onderwijs en preventiewerk bij straatkinderen. Mobile Schools geeft straatkinderen wat zij nodig hebben: het opkrikken van hun zelfwaardegevoel, het ontdekken van hun talenten en hen ondersteunen om sterker te worden en te overleven op straat.

Vijftien jaar ervaring en onderzoek in de straten leerden Arnoud dat deze jonge mensen een enorme kracht herbergen. Zij vinden zichzelf dagelijks opnieuw uit, zij weten hoe ze met de realiteit van een crisis moeten omgaan en vertalen dit voortdurend in kansen. Geïnspireerd door deze kennis startte Arnoud de zakelijke onderneming Streetwize op. Streetwize vertaalt de vaardigheden van straatkinderen naar onconventionele leiderschapstrainingen voor ondernemingen. Op die manier vergroot Streetwize de focus van authentieke positieve kansen, de pro-actieve creativiteit, wendbaarheid en weerbaarheid, samen met de interne cohesie binnen teams. Dit zorgt voor meer kracht binnen de onderneming en haar medewerkers. 100% van de opbrengsten worden terug geïnvesteerd in de werking van de Mobile Schools. Streetwize werkt voor organistaties zoals Nike, Deloitte, DHL, en. Arnoud is een Ashoka Fellow


Lezing: Streetwize people

Gevoed vanuit de consequente focus op de kracht en talenten van de straatkinderen in het mobile school project werd er een economisch model gebouwd dat Mobile School kan zelfbedruipen. Met de achtergrond van 15 jaar ‘educatie met straatkinderen’, werd het 'talent development bedrijf Streetwize opgezet. Streetwize biedt bedrijven een totaal nieuwe aanpak voor hun managementopleiding: managers die leren van straatjongeren. In 2013 werd op die manier ruim 60% van de totale werkbudgetten zelf verdiend. Volgens Arnoud Raskin hebben we nood aan ‘Streetwize people’. Hij koppelt zijn 15 jaren ervaring in het werken met straatkinderen aan de hedendaagse sociaal economische trends en toont aan dat we via business model innovatie nieuwe hefbomen kunnen creëren om sociale uitdagingen aan te pakken.