Meest gestelde vragen:
Advies externe preventiedienst(28-01-2021): Negatief advies
Verklaring:
Het idee op zichzelf van dergelijke medische fiches is lovenswaardig, maar het is niet aangewezen, om dit als onderdeel van Eerste Hulp te implementeren en een "soort" van medisch dossier aan te leggen per persoon.
Als men dit doet, dient men ook geregeld de inhoud ervan te updaten of te veranderen indien nodig. Bv. wat als iets is voorbijgestreefd en niet meer van toepassing is?
Het is dus beter dit niet vanuit de school te organiseren, maar deze verantwoordelijkheid over te laten aan de mensen zelf, om ervoor te zorgen dat ze bij bijzondere medische info (specifieke aandoeningen zoals epilepsie, diabetes, hartpatiënt,…) dit steeds zelf bij te hebben in bv. de portefeuille. De verantwoordelijkheid ligt dan ook bij hen om deze gegevens up-to-date te houden.
Bepaalde zaken die zouden vermeld worden (vaccinatiestatus, bloedgroep,…) zijn op deze manier niet relevant. De status van bv. een tetanusvaccinatie kan in het ziekenhuis door de betrokken hulpverleners eenvoudig worden opgezocht via vaccinnet, wanneer er bloed dient te worden gegeven zal dit niet door de mensen van de ziekenwagen worden gedaan maar pas in het ziekenhuis nadat er eerst een kruisproef werd gedaan om de juiste bloedgroep en resusfactor te bepalen.
Nee. Medicatie kan symptomen verhullen, zodat een arts een verkeerde diagnose zou kunnen stellen.
Verwijzing CPBW 2021-09-14
Vraag aan de arbeidsarts: Medicatie op school/schoolreis?
Antwoord arbeidsarts:
Indien iemand ziek is of symptomen vertoond dien hij contact op te nemen met een arts.
Medicatie hoe “onschuldig” ook, kan symptomen maskeren en leiden tot een foute of te late diagnose.
Daarom mag een buitenstaander nooit medicatie op eigen keuze toedienen.
Daarom is het advies: Geen medicatie door de school.
Verdere toelichting:
WET VAN 8 JULI 1964 BETREFFENDE DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S. 25.07.1964)
In België is iedereen verplicht hulp te verlenen aan een persoon in nood. Wanneer je zelf geen gevaar loopt, ben je verplicht de hulp te bieden die je kent en kunt geven.
Het toedienen van medicijnen valt niet onder eerste hulp. Dat is voorbehouden aan artsen, apothekers en andere medische beroepen. Andere personen die medicijnen geven, zijn wettelijk strafbaar. (Bron)
Nee. Je neemt contact op met de plaatselijke arts. Deze kan dan een diagnose stellen en zo de nodige maatregelen bepalen.
Verwijzing CPBW 2021-09-14
Vraag aan de arbeidsarts: Medicatie op school/schoolreis?
Antwoord arbeidsarts:
Indien iemand ziek is of symptomen vertoond dien hij contact op te nemen met een arts.
Medicatie hoe “onschuldig” ook, kan symptomen maskeren en leiden tot een foute of te late diagnose.
Daarom mag een buitenstaander nooit medicatie op eigen keuze toedienen.
Daarom is het advies: Geen medicatie door de school.
Verdere toelichting:
WET VAN 8 JULI 1964 BETREFFENDE DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S. 25.07.1964)
In België is iedereen verplicht hulp te verlenen aan een persoon in nood. Wanneer je zelf geen gevaar loopt, ben je verplicht de hulp te bieden die je kent en kunt geven.
Het toedienen van medicijnen valt niet onder eerste hulp. Dat is voorbehouden aan artsen, apothekers en andere medische beroepen. Andere personen die medicijnen geven, zijn wettelijk strafbaar. (Bron)
Om zeker de vraag correct te beantwoorden heb ik diverse bronnen gecontacteerd, waaronder de EDPBW(externe dienst). Waarbij ik tot volgende conclusie kom.
Wetgeving: "Gecoördineerde wet van 10 mei 2015"
Nog steeds geldig: Er is geen wettelijk kader voor het uitvoeren van verpleegkundige handelingen door nijverheidshelpers of "gewone" leerkrachten.
Wat met een epi-pen?
Er is geen wettelijk kader om als nijverheidshelper de Epipen te mogen toedienen. Let wel op, bij een allergische reactie heeft het slachtoffer, normaal gezien genoeg tijd om de handeling zelf uit te voeren. Dus als het slachtoffer de handeling zelf kan uitvoeren dient hij dit zelf te doen. Let op de hulpdiensten dienen bij zo'n reactie altijd direct verwittigd te worden.
In geval dat het slachtoffer dit niet zelf kan uitvoeren en de dreiging acuut is, kan het volgende gebeuren:
Dat de noodcentrale of in opdracht van een arts instructies gegeven worden om deze Epipen toe te dienen. Als de toediening correct geplaatst wordt, is de dosis adrenaline (junior/volwassen (maakt niet uit)) voldoende laag dat er weinig bijwerkingen zijn. Bij een goede toediening is deze weer voldoende hoog om levensbedreigende symptomen weg te nemen (vasoconstrictie waardoor de bloeddruk weer wordt opgebouwd en de luchtwegen worden weer opengezet).
Aanvulling vanaf 18-03-2024: Er is wel een wettelijk kader voor het uitvoeren van een beperkt aantal verpleegkundige handelingen door iemand die een geschikte instructie of een opleiding gevolgd heeft en zo de term van bekwame helper tijdelijk mag dragen.
Wat met insuline(-pen/-pomp)?
Een personeelslid mag de leerling insuline helpen toedienen op de daartoe aangewezen momenten, indien de
leerling dat zelf niet kan, als hij(de leerkracht) voldoet aan de voorwaarden van het kader van de bekwame helper,
waardoor die bekwame helper mag zijn en aangesteld wordt door de behandelende arts, verpleegkundige,...
Voor de specifieke informatie rond bekwame helper kan u op deze pagina terecht:
FOD volksgezondheid (bekwame helper)
Kan een personeelslid verplicht worden om bekwame helper te worden?
Nee!
Dit werd gecommuniceerd via Klasse en het Vlaams ministerie van Onderwijs(klik hier).
"Sommige eenvoudige handelingen die tot het dagelijkse leven behoren, kan je uitvoeren buiten het kader van de bekwame helper. Denk aan bepaalde hygiënische zorgen of het toedienen van medicatie(in opdracht voor een lopende behandeling). Dit zijn de Activiteiten van het Dagelijks Leven (ADL). Meer informatie over dit kader en over de voorwaarden vind je hier. "
Dit valt onder "activiteiten van het dagelijks leven opgenomen in het KB van 29 februari 2024 (klik hier).
Met deze de samenvatting:
De term activiteiten van het dagelijks leven verwijst naar hulp bij essentiële activiteiten van het dagelijks leven die de persoon, vanwege zijn jonge leeftijd of een fysieke of mentale beperking, niet of niet meer zelf kan uitvoeren. Ook een niet-zorgprofessional kan deze activiteiten uitvoeren op basis van wetgeving, hoewel ze tot de zorgsector behoren.
Op het vlak van hygiëne:
• hygiënische zorgen bij personen met beperkingen om de activiteiten van het dagelijkse leven uit te voeren
• stomazorg bij een patiënt zonder bijbehorende diagnose: het gaat om het legen van de stoma voor de collectie van urine of ontlasting, het reinigen van de stoma, het vervangen van het zakje bij patiënten die geen verpleegkundige stomazorg meer nodig hebben.
Op het vlak van voeding:
vocht- en voedseltoediening bij personen zonder slikstoornissen langs orale weg
Op het vlak van medicatie toedienen:
medicatie toedienen behalve opioïden (morfine, fentanyl,...) via orale (inbegrepen inhalatie), rectale, vaginale weg, oogindruppeling, oorindruppeling, neusindruppeling, percutane weg volgens de instructies in de bijsluiter van het geneesmiddel of de instructies van de apotheker, de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of van de voorschrijvende arts.
Verscheidene handelingen:
meting van de parameters behorende tot een beperkt aantal biologische functiestelsels: temperatuur, hartslag, bloeddruk, gewicht, lengte, zuurstofsaturatie, meting van glycemie door capillaire bloedafname bij diabetici
neus, ogen en oren spoelen
therapeutische baden, warmte-en koudetherapie
verwijderen van losse vreemde voorwerpen uit het oog
De lijst van deze activiteiten is beperkt. Het gaat om activiteiten die in het dagelijks leven vaak worden uitgevoerd, zoals paracetamol geven tegen hoofdpijn, een oudere buurvrouw eten geven, een oudere buurman helpen zijn voeten te wassen… In vele situaties is het uitvoeren van deze taken relatief eenvoudig en levert geen bijzonder gevaar op voor de patiënt. Daarom is het niet nodig dat ze worden uitgevoerd door een professionele zorgverlener of door een bekwame helper die een specifieke instructie of opleiding heeft gevolgd.
De activiteiten moeten wel degelijk beschouwd kunnen worden als activiteiten behorende tot het dagelijks leven (zie hierboven).
U dient de menselijke waardigheid te respecteren:
De persoon is verplicht voorzichtig en zorgvuldig te handelen. Dit betekent ook dat u in geval van twijfel de mening vraagt van een gezondheidszorgbeoefenaar. Als contact nodig is met een gezondheidszorgbeoefenaar door een verslechtering van de gezondheidstoestand van de persoon of als een of meerdere waarschuwingscriteria optreden die een gezondheidszorgbeoefenaar heeft aangegeven, dient u aan een gezondheidszorgbeoefenaar te vragen of een niet-gezondheidszorgbeoefenaar de activiteit nog mag uitvoeren.
De persoon is onderworpen aan de regels van het gemeen recht op het vlak van het respect voor de menselijke waardigheid en de fysieke en morele integriteit van personen.
De persoon is verplicht om de regels over discretie en respect voor de privacy na te leven. Elke burger moet inderdaad voorzichtig zijn en geen feiten of informatie onthullen die de betrokken persoon onnodig of op een nadelige manier zou kunnen schaden. Ook hier heeft de persoon die schade lijdt als gevolg van een onthulling het recht om schadevergoeding te eisen als compensatie voor de fout.
De activiteiten mogen enkel worden uitgevoerd mits toestemming van de begunstigde of zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger.
Bij de toediening van geneesmiddelen kan de arts of de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg evalueren of er nood is aan een individueel toedieningssysteem. Een verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, een basisverpleegkundige of een apotheker kunnen een gepersonaliseerd toedieningssysteem klaarmaken om de inname van geneesmiddelen te controleren, therapietrouw te garanderen en regelmaat te bevorderen.
De voorwaarden naleven zoals vermeld bij de afzonderlijke activiteiten.
Nee. Dit betekent niet dat we deze activiteiten niet langer beschouwen als gezondheidszorg of als de uitoefening van verpleegkunde. Het betekent wel dat ze niet langer tot het exclusieve domein van de verpleegkunde behoren.
Deze handelingen komen dus nog steeds voor op de lijst van verpleegkundige handelingen zoals vermeld in het koninklijk besluit van 18 juni 1990. Er kunnen nog steeds situaties zijn waarin competente en gekwalificeerde verpleegkundigen deze handelingen uitvoeren. Er is geen delegatie nodig door een arts, verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of basisverpleegkundige voor de activiteiten van het dagelijkse leven. In de regelgeving voor bekwame helpers is dat wel nodig.
Zorginstellingen zijn niet uitgesloten van het toepassingsgebied. De huisarts of verpleegkundige kan natuurlijk altijd aanvoeren dat een competente zorgprofessional de activiteit moet uitvoeren, gezien de context.
Opgelet: de behandelend arts, de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of de basisverpleegkundige van de patiënt kunnen besluiten dat een professionele zorgverlener de activiteit dient uit te voeren vanwege de context en het doel van de uit te voeren activiteit.
Het kan in geen geval gaan om de zorg die een professionele zorgverlener dient te verlenen. Deze zorg wordt beschreven in de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015
.
Bij twijfel over de uitoefening van de activiteit dient u een professionele zorgverlener te raadplegen. Als contact met een professionele zorgverlener noodzakelijk is door een verslechtering van de gezondheidstoestand van de persoon of als een of meerdere waarschuwingscriteria bereikt zijn die een zorgverlener heeft aangegeven, moet de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger aan een gekwalificeerde zorgverlener vragen of een niet-gezondheidswerker de activiteit van het dagelijkse leven nog steeds kan uitvoeren.
Het is niet altijd mogelijk om een duidelijk onderscheid te maken welke activiteiten een professionele of niet-professionele zorgverlener wettelijk dient uit te voeren.
Raadpleeg uw zorgverlener als u vragen hebt. Hij of zij kan al uw vragen beantwoorden en de situatie beoordelen.
Als de gezondheidstoestand van de persoon verslechtert of als een of meerdere van de waarschuwingscriteria zich voordoen, die de zorgprofessional heeft aangegeven, dient u natuurlijk contact op te nemen met een zorgverlener. Die zal bepalen of een niet-professionele zorgverlener de activiteit nog mag uitvoeren. Voorzichtigheid en zorgvuldigheid zijn geboden. Dat is de plicht van iedere burger. Raadpleeg altijd uw zorgverlener als u vragen hebt.
Voor activiteiten van het dagelijkse leven hoeft de persoon die de handeling uitvoert geen specifieke instructie of opleiding te krijgen. De handelingen die ze mogen uitvoeren, zijn eenvoudig.
De handelingen van een bekwame helper zijn iets technischer. Een zorgprofessional zoals de arts, verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg of basisverpleegkundige moet deze handelingen delegeren aan een bekwame helper na opleiding of op basis van een instructie.