Ruimte in Regels
Klik HIER voor de brochure van de inspectie van het onderwijs (printvriendelijke versie)
Beste mensen, Hieronder plaats ik op de verschillende gebieden die onderzocht zijn de vragen en antwoorden. Misschien kun je je voordeel er mee doen of heb je iets in te brengen voor de organisatie. Iedere woensdag komt een deel op intranet.
Het onderwijsaanbod
Veelgehoorde vragen én antwoorden
Vraag - Zijn wij als school verplicht om een minimaal aantal uren per week aan een vak te besteden en dit bij te houden?
Antwoord - Nee, in de wet staat alleen wélke vakken op de basisschool aan bod moeten komen. Hóe leraren het aanbod verdelen over de schoolperiode en hoeveel tijd er per week aan een vak wordt besteed, is volledig aan de school. Er zijn geen richtlijnen voor het vormgeven van een week- en jaarrooster. In het bestuursakkoord tussen het ministerie van OCW en de PO-Raad is wel afgesproken dat scholen vanaf 2017 minimaal twee lesuren per week bewegingsonderwijs aanbieden; waar mogelijk streven scholen naar drie lesuren bewegingsonderwijs.
Vraag - In hoeverre moet wij ons als school verantwoorden over de onderwijstijd?
Antwoord - Leerlingen hebben in de hele basisschoolperiode recht op minimaal 7.520 uur onderwijstijd. Daar moeten scholen zich aan houden. Deze uren moeten worden besteed aan het geven van onderwijs. De school bepaalt zelf hoe ze inzichtelijk maakt dat er voldoende tijd aan onderwijs wordt besteed.
Vraag - Zijn er voorschriften welke leerstof wij in welk leerjaar moeten aanbieden en hoe onze school zich hierover moet verantwoorden?
Antwoord - Nee, de school is vrij in hoe en in welke groep bepaalde leerstof wordt aangeboden. Het is wel de bedoeling dat alle kerndoelen in de schoolperiode voldoende aan bod komen, dat de lesstof is afgestemd op de voortgang in ontwikkeling van leerlingen en dat het onderwijs zo is ingericht dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Maar hoe de school dat doet, mag ze zelf bepalen. “De inspectie is niet geïnteresseerd in methodes en uitgebreide administratie; ze willen zien dat je zicht hebt op de ontwikkeling van kinderen.” Leraar basisonderwijs, in De Nieuwe Leraar, september 2017
Zicht op ontwikkeling van de leerling
Veelgehoorde vragen en antwoorden
Vraag - Moet ik alle methodetoetsen afnemen, analyseren en vastleggen?
Antwoord - Nee. Een school is verplicht de ontwikkeling van de leerlingen systematisch te volgen. Als leraar stemt u uw onderwijsaanbod hierop af; methodetoetsen kunnen hier aan bijdragen. De school bepaalt echter zelf of er methodetoetsen worden afgenomen en hoe deze worden gebruikt, geanalyseerd en hoe deze worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem.
Vraag - Moeten toetsen per vraag goed of fout ingevoerd worden in het leerlingvolgsysteem?
Antwoord - Nee, hier zijn geen voorschriften voor. Wel zou het invoeren van een toets per vraag u als leraar kunnen helpen bij het analyseren wat bepaalde leerlingen al wel of nog niet kunnen om zo beter zicht te krijgen op de ontwikkeling van de leerlingen.
Vraag - Zijn groepsplannen verplicht?
Antwoord - Nee. Als leraar moet u kunnen laten zien dat u de vorderingen van alle leerlingen goed in beeld heeft en hier ook naar handelt. Dit kan op basis van observaties, werk van de leerlingen of toetsen. Hoe u dit als school vastlegt en zichtbaar maakt, is aan u zelf.
Vraag - Zijn er richtlijnen voor het aantal oudergesprekken? En moet ik van elk gesprek een verslag maken in een leerlingvolgsysteem?
Antwoord - Nee. De school is verplicht om ouders te informeren over de vorderingen van hun kind(eren). De wet schrijft niet voor hoe vaak leraren per jaar een gesprek moeten voeren met ouders. Ook zijn er geen voorschriften voor het wel of niet vastleggen van deze gesprekken of over het wel of niet laten ondertekenen van gespreksverslagen.
Vraag - Is onze school verplicht om gesprekken met de intern begeleider vast te leggen?
Antwoord- Nee, als school bepaalt u zelf hoe vaak en op welke manier de intern begeleider (IB’er) de leraren ondersteunt. Ook het wel of niet vastleggen van afspraken tussen intern begeleider en leraar mag de school zelf bepalen.
Vraag - Zijn er voorschriften voor de overdracht van leerlingen naar een volgende leraar?
Antwoord - Nee, er zijn geen richtlijnen opgesteld voor hoe de overdracht van leerlingen naar een volgende leraar wordt geregeld. Er moet wel sprake zijn van een doorgaande ontwikkeling voor de leerlingen.
Vraag - Zijn wij als school verplicht om de ontwikkeling van kleuters te volgen door het afnemen van toetsen?
Antwoord - Nee, de school bepaalt zelf hoe de ontwikkeling van kleuters wordt gevolgd. Dit hoeft niet per se door het afnemen van toetsen.
“Het doel van groepsplannen is dat je beter naar je groep gaat kijken, maar je bent zo bezig met een draak van een systeem, dat je de focus verliest op wat echt belangrijk is: aandacht voor de kinderen. Nu werken we met leerlingenkaarten. Daarin staat per leerling een overzicht van de voortgang en de aandachtspunten. Eens in de zoveel tijd werken we de kaart bij.” Leraar uit Operatie Regels Ruimen
Het didactisch handelen van de leraar
Veelgehoorde vragen en antwoorden
Vraag - Moet ik voor elke les een lesvoorbereiding op papier hebben?
Antwoord - De wet schrijft niet voor hoe u uw les voorbereidt.
Vraag - Moet ik mij verantwoorden of ik de methode goed volg en of ik alle lessen van de methode aanbied?
Antwoord - Nee. De inspectie kijkt tijdens een onderzoek naar het niveau van het didactisch handelen. Daarbij wordt niet gecontroleerd of u als leraar de methodes goed volgt. Ook bent u niet verplicht om alle lessen van de methode te volgen of om de instructies van een methode exact te volgen. Ook de manier waarop leerlingen de lesstof verwerken(schriftelijk, digitaal of mondeling) bepaalt de school zelf. Eigenlijk gaat het er om dat u als professional altijd kunt uitleggen waarom u bepaalde keuzes in het lesgeven gemaakt hebt.
Vraag - Zijn er voorschriften voor hoe ik de dagplanning vastleg?
Antwoord - Nee. Er zijn geen voorschriften voor de wijze waarop u als leraar een (dag)planning maakt. U bent ook niet verplicht om een dagplanning op papier te hebben of een rooster exact te volgen.
“De kracht van een inspectiebezoek zit hem in het laten zien van de business as usual. Gewoon je ding doen zoals je dat altijd doet op een dag.” Inspecteur primair onderwijs Hans van den Berg; in video Leraren en de Inspectie, 2016, op onderwijsinspectie.nl
Extra ondersteuning
Veelgehoorde vragen en antwoorden
Vraag - Moet ik voor iedere leerling met een eigen leerlijn een ontwikkelingsperspectief (OPP) maken?
Antwoord - Nee. Alleen voor basisschool-leerlingen die extra ondersteuning behoeven en voor leerlingen van een speciale school voor basisonderwijs geldt dat er een OPP moet zijn. Reguliere basisscholen hoeven geen OPP op te stellen voor ondersteuning die valt onder het basisondersteuning, dat in het samenwerkingsverband is afgesproken. Denk hierbij aan begeleiding bij dyslexie of kortdurende remedial teaching. Het is belangrijk dat u weet welke ondersteuning onder de basisondersteuning valt en wat er daarmee in de extra ondersteuning valt.
Vraag - Wie is er binnen de school verantwoordelijk voor het aanvragen van extra bekostiging en het maken van een ontwikkelingsperspectief (OPP)?
Antwoord - De school bepaalt zelf wie verantwoordelijk is voor het opstellen van een OPP en (binnen de afspraken in het samenwerkingsverband) voor welke leerlingen extra ondersteuning wordt aangevraagd.
Vraag - Wat moet er in het ontwikkelingsperspectief (OPP) staan?
Antwoord - De verplichte onderdelen van het ontwikkelingsperspectief staan beschreven in de wet en zijn:
De verwachte uitstroombestemming van de leerling
De onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling (met in elk geval een weergave van de belemmerende en bevorderende factoren)
Een beschrijving van de te bieden ondersteuning en begeleiding en – indien aan de orde – de afwijkingen van het (reguliere) onderwijsprogramma.
Vraag - Moet ik voor elke leerling stimulerende en belemmerende factoren in kaart brengen
Antwoord - Nee, dit hoeft alleen voor leerlingen waarvoor de school een ontwikkelingsperspectief (OPP) heeft opgesteld.
Vraag - Zijn er wettelijke richtlijnen voor wat de school moet vastleggen om een toelaatbaarheidsverklaring aan te vragen voor een leerling voor doorverwijzing naar speciaal (basis)onderwijs?
Antwoord - In de wet staat dat een samenwerkingsverband in de eigen regio de eisen, richtlijnen en criteria bepaalt voor doorverwijzing naar het speciaal (basis)onderwijs.
Toetsing en afsluiting
Veelgehoorde vragen en antwoorden
Vraag - Hoeveel en welke toetsen uit het leerlingvolgsysteem (LOVS) moeten wij als school afnemen?
Antwoord - De school moet leerlingen systematisch volgen en is verplicht te werken met een leerlingvolgsysteem waarin in elk geval vanaf groep 3 de kennis en vaardigheden van leerlingen op gebied van taal, rekenen en wiskunde worden gemeten door gebruik te maken van valide genormeerde toetsen. Er is geen wettelijke norm voor het minimaal aantal af te nemen toetsen. Het gaat er om dat die toetsen afgenomen worden waarmee een goed beeld verkregen wordt over de vorderingen van de leerlingen. Er zijn verschillende aanbieders van LOVS toetsen in het basisonderwijs, er zijn geen voorschriften welke gebruikt moet worden. De inspectie gaat er wel van uit dat de toetsen volgens de handleiding worden afgenomen.
Vraag - Zijn er richtlijnen voor hoe vaak wij als school rapporten moeten opstellen voor de ouders?
Antwoord - Scholen zijn verplicht om ouders te informeren over de vordering van hun kind. De school is vrij in de vorm van rapportage en in het aantal rapporten dat zij per jaar opstelt.
Vraag - Zijn er voorschriften hoe wij als school een leerling overdragen aan een andere school of vervolgonderwijs?
Antwoord - Scholen zijn wettelijk verplicht bij de overgang naar een andere school een onderwijskundig rapport van een leerling op te stellen. Het rapport wordt naar de nieuwe school gestuurd en een afschrift van dit rapport wordt aan de ouders van de leerling verstrekt. In het rapport kunnen onder andere leerresultaten, gegevens rond de sociaal emotionele ontwikkeling, verzuimhistorie en eventueel geboden begeleiding worden beschreven. Als het onderwijskundig rapport wordt gemaakt voor de overgang naar het voortgezet onderwijs moet in het onderwijskundig rapport het schooladvies staan. Voor het speciaal onderwijs geldt dat het ontwikkelingsperspectief ook moet worden opgenomen in het rapport. "\
Van elk oudergesprek maakten we een verslag. Nu leggen we gesprekken met ouders of kinderen alleen vast wanneer er belangrijke afspraken zijn gemaakt.” Schoolleider uit Operatie Regels Ruimen
Onderwijsresultaten
Veelgehoorde vragen en antwoorden
Vraag - Welke resultaten neemt de inspectie mee in de beoordeling van onze school?
Antwoord - De inspectie neemt enkel de resultaten van de eindtoets mee in het kwaliteitsoordeel van de school. Resultaten van methodetoetsen en tussenresultaten vanuit het leerlingvolgsysteem zijn geen onderdeel van het toezichtskader. Wel kan het tijdens een onderzoek ter sprake komen als er gesproken wordt over het zicht op de ontwikkeling van de leerlingen.
Met elkaar dingen vastleggen, zodat je kunt evalueren. Dat doe je niet voor ons, dat doe je voor je schoolontwikkeling, en voor jezelf als leraar. Als je niet hebt gepland, hoe kun je dan over een half jaar reflecteren of je het goed hebt gedaan?” Plaatsvervangend inspecteur-generaal Arnold Jonk, in Onderwijsblad, 7, 2015
“Voor het groepsplan hebben we géén verplicht format meer met vaste invulmomenten. Dat voelde als een verplichting en als een extra tijdsbelasting, zonder dat er een link is met de praktijk van alledag. We beschrijven nu de huidige stand van zaken en noteren alleen dat wat nodig is. Het opschrijven wordt verdeeld over alle weken en niet gebundeld in twee piekmomenten per jaar. Scholen mogen binnen een vastgesteld kader kiezen op welke wijze ze wat willen registreren. Voorwaarde is wel dat binnen een school dezelfde werkwijze wordt gehanteerd.” Bestuur COG Drenthe
Veiligheid en schoolklimaat
Veelgehoorde vragen en antwoorden
Vraag - Wat moeten wij als school vastleggen rond het veiligheidsbeleid?
Antwoord - Als school moet u een veiligheidsbeleid voeren, u bepaalt als school zelf op welke manier het veiligheidsbeleid wordt ingevuld, waaronder hoe u omgaat met incidenten. Het gaat erom dat de school beleid heeft dat gericht is op het voorkomen, afhandelen, registreren en evalueren van incidenten. Dit helpt om het doel te bereiken: sociale, fysieke en psychische veiligheid van de leerlingen in en om de school gedurende de schooldag.
Vraag - Zijn wij verplicht incidenten, zoals pestincidenten of kleine valpartijen te registreren en te rapporteren aan ouders?
Antwoord - Nee, dat is niet verplicht, maar u kunt hier als school wel voor kiezen. De school bepaalt zelf hoe wordt omgegaan met het registreren en rapporteren van incidenten. Hier zijn vanuit de onderwijsinspectie geen voorschriften voor.
Vraag - Hoeveel vragenlijsten en sociogrammen moet ik als leraar per jaar invullen over de (sociale) veiligheid en het welbevinden van leerlingen? Is het verplicht ook bij leerlingen vragenlijsten af te nemen?
Antwoord - In de wet staat dat de school ten minste één keer per jaar monitort hoe het is gesteld met de veiligheidsbeleving en het welbevinden van de leerlingen. Op welke manier de school dit doet en hoe de leerlingen worden betrokken is aan de school zelf. Wel moet de school een gestandaardiseerd instrument gebruiken dat valide en betrouwbaar is en een representatief beeld geeft.
Kwaliteitszorg
Veelgehoorde vragen en antwoorden
Vraag - Wat moeten scholen registreren binnen een systeem voor kwaliteitszorg?
Antwoord - Datgene wat het bestuur nodig vindt om goed te kunnen sturen en te waarborgen dat de onderwijskwaliteit voldoende is en om zich te kunnen verantwoorden. Elke vorm van kwaliteitszorg zal een bepaalde registratie vragen van de school. Het bestuur moet immers voldoende informatie hebben waarmee het zicht kan houden op de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. Het bestuur bepaalt zelf met de scholen wat ze daarvoor aan informatie en verantwoording nodig vindt.
Vraag - Zijn wij als school verplicht om een schoolplan en een schoolgids bij te houden?
Antwoord - Ja, in de wet staat dat u als school zowel een schoolplan als een schoolgids dient te hebben. Het schoolbestuur stelt ten minste eens in de vier jaar het schoolplan vast en jaarlijks de schoolgids ten behoeve van het eerstvolgende schooljaar. Het schoolplan gaat over de kwaliteit van het onderwijs en bevat in elk geval het onderwijskundig beleid van de school, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De schoolgids bevati nformatie over de werkwijze van de school voor ouders, verzorgers en leerlingen.
Vraag - Is onze school verplicht om mee te doen aan wetenschappelijke onderzoeken die we krijgen toegestuurd?
Antwoord - Nee, u bent niet verplicht om vragenlijsten en onderzoeken van onderzoeksbureaus of universiteiten in te vullen. Het kan echter wel waardevol zijn om als school bij te dragen aan de kennis over onderwijs.