Leerlingenzorg

Inleiding

Decentralisatìe Jeugdzorg

Gemeenten werden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. De gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor de preventieve zorg, lichte hulp en de hulp aan ouders en kinderen met ernstige en complexe problemen.

Passend onderwijs

Alle scholen in het basis en voortgezet onderwijs in een regio zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderwijs in die regio. Als samenwerkingsverband organiseren zij dan het onderwijs. Dat betekent ook dat zij samen passende oplossingen moeten vinden voor kinderen met leer- en gedragsproblernen.

Zorgplicht

Ook is er een zorgplicht: scholen mogen geen leerlingen meer afwijzen, tenzij ze een goed alternatief bieden. Het is de ambitie om kinderen met extra ondersteuning langer op de reguliere school te houden. En hen daar tot betere resultaten te laten komen. Of deze kinderen gaan (tijdelijk) naar het speciaal onderwijs en daar waar mogelijk met begeleiding terug naar de school van herkomst.

Rol van de gemeente

De samenwerkingsverbanden en scholen zijn verantwoordelijk voor de lichte en zware onderwijsondersteuning. De gemeente is met de decentralisatie van de jeugdzorg en het huidige preventieve jeugdbeleid verantwoordelijk voor de zorg in en om het onderwijs. Het is belangrijk dat samenwerkingsverbanden en gemeenten goed samenwerken, zodat leerlingen zo goed mogelijk kunnen participeren in de samenleving.

De praktijk op school

Kinderen zijn in hun ontwikkeling verschillend, zowel in niveau als in tempo. Binnen de methoden kan aan een deel van de verschillen worden tegemoet gekomen. Voor wie dit ontoereikend is, zal de leerkracht overleggen met de zorgcoördinator van de school.

Er zijn op school twee zorgcoördinatoren. Gedurende het schooljaar overleggen zij meerdere malen, op vaste momenten, met de leerkracht. Tijdens deze gesprekken komen de toetsresultaten aan de orde, alsmede het gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen.

Indien nodig volgt hieruit extra zorg voor leerlingen of een bijstelling daarvan. Steeds zal er gekeken worden wat er voor het kind nodig is, hierbij kan ook besloten worden tot een eigen leerlijn voor een bepaald vakgebied. Onder een eigen leerlijn verstaan wij dat kinderen werken op eigen aangepast niveau en tempo met bijvoorbeeld rekenen, spelling, taal. Bij de andere vakken werken deze kinderen met de groep mee.

De zorgcoördinator onderzoekt zo nodig individuele kinderen, houdt (advies) gesprekken met ouder(s)/verzorger(s) en verwijst, als daar aanleiding toe is, door naar externe deskundigen of naar ander onderwijs. De zorgcoördinator vraagt advies aan en onderhoudt contacten met externe deskundigen zoals:

enz.

Begaafde leerlingen die (bijna) foutloos werken, goed zelfstandig werken en uitstekend scoren op de toetsen maken slechts een deel van de basisstof en krijgen ook extra verdieping.

Voor meer informatie over passend onderwijs, zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs

In een schoolondersteuningsprofiel worden de mogelijkheden van de school beschreven voor het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Dat levert een beeld op van zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis- en extra ondersteuning. Daarvoor worden veel gegevens opgenomen die direct en indirect betrekking hebben op de mogelijkheden van de school. Het gaat bijvoorbeeld om gegevens over de aanwezige deskundigheid in het team, de ruimte die er is om aandacht en tijd te schenken aan de leerlingen, de methodieken en voorzieningen waarover het team beschikt, de kwaliteit van de organisatie, enzovoort. Al deze gegevens worden gebruikt om de ondersteuning die de school kan bieden te beschrijven op twee niveaus: basisondersteuning en extra ondersteuning.

De basisondersteuning beschrijft het niveau dat van alle scholen uit het samenwerkingsverband verwacht wordt. De afspraken over de invulling van de basisondersteuning worden op het niveau van het samenwerkingsverband gemaakt en gelden voor alle deelnemende scholen. De basisondersteuning heeft betrekking op onderwijsinhoudelijke aanpakken en op de kwaliteit van de ondersteuningsprocessen in de school.

Voor de laatste versie van ons ondersteuningsprofiel klikt u HIER.

Samenwerking met de Koninklijke Auris Groep

Ongeveer 5 procent van de kinderen heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Kinderen met een TOS hebben een normale intelligentie, maar veel moeite met het uiten en begrijpen van taal. Kinderen die de taal niet goed beheersen kunnen informatie minder goed verwerken en onthouden en hebben daardoor moeite met leren. Ook kunnen ze vaak niet goed verwoorden wat ze voelen en denken en slecht begrijpen wat een ander bedoelt; hierdoor zijn ze sociaal-emotioneel kwetsbaar. De Klinker werkt samen met de Koninklijke Auris Groep zodat deze kinderen prima op onze school begeleid kunnen worden.

Leerlingvolgsysteem en dossier

De Klinker hanteert drie leerlingvolgsystemen om de vorderingen van de kinderen in kaart te brengen.

  • Het CITO Leerling Volg Systeem (CITO-LOVS) voor de cognitieve vakken zoals lezen, spelling, rekenen en taal
  • De leerlijnen van het jonge kind in de peuterspeelzaal en groepen 1-2
  • Het programma ZIEN in de groepen 3 t/m 8 voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling

Deze leerlingvolgsystemen zijn een manier om de vorderingen van individuele leerlingen systematisch bij te houden.

Een groot aantal gegevens van het leerlingendossier kunt u zien in het ouderportaal.

Zie verder ook "Privacy en de wet AVG"

Rapportage

De volgsystemen en de toetsen in de methoden vormen de basis voor de rapporten en de gesprekken met ouder(s)/verzorger(s).

Hieronder staat per groep vermeld wanneer, wat en hoe wordt gerapporteerd.

De rapportage is overigens wel een van de verbeteringsactiviteiten van de school. Mede door het gebruik van Snappettablets zijn traditionele rapportkaarten al eerder vervangen door een lijst met de overzichten van de gemaakte toetsen.

groepen 1/2:

  • 2 x rapportgesprek aan de hand van de leerlijnen in januari en juni.

groepen 3-7:

  • In november/december: bespreking toetsresultaten (toetsen methoden) en sociaal-emotionele ontwikkeling. U krijgt overzichten op papier mee.
  • In maart/april: bespreking toetsresultaten (toetsen methoden en de CITO-toetsen) en sociaal-emotionele ontwikkeling. U krijgt overzichten op papier mee.
  • Aan het eind van het schooljaar worden de laatste overzichten aan de kinderen in het rapportmap zelf meegegeven. Een gesprek kan dan op aanvraag van de ouder(s)/verzorger(s) of op verzoek van de leerkracht plaatsvinden. Vaak is het beter aan het begin van het schooljaar een gesprek aan te gaan met de nieuwe leerkracht.

groepen 8:

  • In november ontvangen de ouder(s)/verzorger(s) een uitnodiging voor een gesprek over het voorlopig advies voor het Voortgezet Onderwijs aan de hand van toetsresultaten (toetsen methoden), het leerlingvolgsysteem CITO-LOVS, de uitslag van de NIO-toets en de sociaal-emotionele ontwikkeling, waar onder gedrag en werkhouding. U krijgt overzichten op papier mee.
  • Begin maart volgt een gesprek met het definitieve advies voor het VO.
  • Een 2e rapport wordt samen met het getuigschrift tijdens de afscheidsavond uitgedeeld.

De uitslagen van de CITO toetsen treft u ook aan op het ouderportaal.

De data van de verschillende rapportageavonden treft u aan op de kalender van de school (zie website: www.klinkerschiedam.nl).

Het onderwijskundig rapport

Aan de ouder(s)/verzorger(s) van kinderen die de school tussentijds verlaten worden de gegevens - indien ouder(s)/verzorger(s) akkoord - digitaal via OSO versleuteld naar de nieuwe school gestuurd. Daarin staat in ieder geval hoe ver het kind is gevorderd.

In groep 8 krijgen de ouder(s)/verzorger(s) een onderwijskundig rapport mee na het adviesgesprek met de eindadvisering van school. Hierin staan de vorderingen en de schoolloopbaan van het kind vermeld. Ook dit rapport komt digitaal bij de school van VO terecht.

Zittenblijven/doubleren

De Klinker staat kritisch tegenover het zittenblijven en probeert dit zo veel mogelijk te voorkomen. Wij bieden een kind alleen de gelegenheid voor een extra leerjaar als wij verwachten dat dit zinvol voor het kind zal zijn. Na groep 5 wordt er in principe niet meer gedoubleerd.

Plaatsing van leerlingen met een handicap

Zie hiervoor ook ons ondersteuningsprofiel hierboven.

In principe is elk kind welkom op onze school, met of zonder handicap. Het onderwijsaanbod wordt zoveel mogelijk afgestemd op wat elk kind nodig heeft. Een gehandicapt kind heeft extra zorg en begeleiding nodig en daarvoor kan extra geld vanuit het samwerkingsverband beschikbaar worden gesteld. Soms is het niet mogelijk een kind op onze school onderwijs te bieden dat voldoende tegemoet komt aan zijn of haar ontwikkelingsbehoeften. Deze kinderen zijn beter op hun plaats in het speciaal (basis)onderwijs.

De volgende grenzen worden getrokken:

  • Verstoring van rust en veiligheid.
  • Verhouding van verzorging/behandeling en onderwijs.
  • Verstoring van het leerproces.
  • Gebrek aan opnamecapaciteit.

Scholen hebben zorgplicht; indien een kind aangemeld wordt en niet geplaatst kan worden, zal ook De Klinker moeten zorgen voor een andere onderwijsplek.

Gezinsspecialist

Even voorstellen:

Ik ben Linda Tigchelaar Verhage en als gezinsspecialist verbonden aan De Klinker, Schiedam.

Waarom een gezinsspecialist?

Het kan zijn dat het net niet lekker gaat met een kind op school of in de thuissituatie. Voorbeelden zijn; de ontwikkeling van het kind stagneert onverwachts, het kind kan zich moeilijk concentreren, wordt gepest of vertoont ander gedrag dan anders. Er kunnen tal van redenen zijn waarom een kind dit gedrag laat zien. Heel vaak gaat dit gedrag gewoon weer over, maar soms zijn er twijfels bij ouders of de school of het gedrag van het kind de ontwikkeling kan belemmeren in de toekomst. De school kan dan mij als gezinsspecialist inschakelen. Ik ben werkzaam op school en de docenten, pm'ers en ouder(s) kunnen mij om advies of kortdurende begeleiding vragen.

Wat doe ik?

Als ik word ingeschakeld vindt er een gesprek plaats met de ouder(s) en de leerkracht of pm'er en eventueel het kind zelf om te horen wat er aan de hand is. Ik ben er altijd op gericht om goed aan te sluiten bij de vragen van het kind, de ouders en school. Ik kijk vooral naar de mogelijkheden van het kind in wisselwerking met de ouders en de school. Soms is een adviesgesprek al voldoende, in ieder geval is er altijd sprake van kortdurende begeleiding. Als er aanvullende hulp nodig is organiseer ik een passend aanbod van opvoed- en opgroeiondersteuning.

Wat voor soort vragen?

Zowel voor korte, concrete opvoedings- en ontwikkelvragen , als complexere ondersteuningsvragen, kunt u contact met mij opnemen. Voorbeelden van vragen zijn:

  • Mijn kind luistert niet en ik heb alles al geprobeerd.
  • Het lijkt wel of mijn kind steeds drukker/agressiever/stiller wordt.
  • U bevindt zich in een moeilijke situatie en vraagt zich af hoe u uw kind het beste kan opvangen.

Verschil schoolmaatschappelijk werker en gezinsspecialist

De functie gezinsspecialist vervangt het schoolmaatschappelijk werk. De gezinsspecialist heeft een uitgebreider takenpakket. Niet alleen spreek ik kinderen, maar ik ondersteun ook het gezin. Ik ben contactpersoon voor het kind, ouder(s) en school, ook als er contact wordt opgenomen met het wijkteam. Tot slot besteden we meer aandacht aan preventieve ondersteuning zoals het geven van voorlichting.

Aanmelding

Via de leerkracht, pm'er, intern-begeleider of rechtstreeks met mij, kunt u contact opnemen: 06 24 69 34 53. De gesprekken zijn vertrouwelijk en gratis. In afstemming met ouders geef ik na het gesprek relevante informatie voor de school door aan de intern-begeleider van de school.

Klik HIER voor de flyer.

Schoollogopedie

In de leeftijd van 4 t/m 6 jaar neemt de spraak- en taalontwikkeling een belangrijke plaats in.

Aan het begin van het schooljaar vinden observaties van alle kinderen van de groepen 1-2 in de klas door de schoollogopediste plaats.

Mocht deze zich niet goed ontwikkelen, dan kan er na toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) gebruik worden gemaakt van de diensten van onze logopediste. Zij is 1 keer per 14 dagen een dagdeel op onze school aanwezig. Zij is in dienst van het samenwerkingsverband en doet onderzoek, controleert en geeft advies. Eventueel verwijst zij uw kind naar een huisarts, behandelend logopediste of KNO-arts.

Daarnaast begeleidt en/of adviseert zij ouder(s)/verzorger(s) en leerkrachten in aspecten van de spraak- taalontwikkeling.

De jeugdverpleegkundige en jeugdarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zien alle kinderen, op school of op het CJG. Bijvoorbeeld tijdens een gesprek in groep 2 en 7, of als uw kind een prik krijgt. Daarnaast heeft het CJG een rol bij schoolziekteverzuim, in het schoolzorgteam en is aan de school een jeugdverpleegkundige verbonden.

Uitnodiging groep 2: meten, wegen en meer

Wanneer uw kind in groep 2 zit, ontvangt u een uitnodiging om samen langs te komen voor een afspraak op het CJG of op school. Bij de uitnodiging zitten twee vragenlijsten.

Tijdens de afspraak onderzoeken we de ogen, oren en motoriek van uw kind. Ook wordt uw kind, in ondergoed, gemeten en gewogen. Aansluitend is er ruimte om met de jeugdarts in gesprek te gaan. We gebruiken hiervoor de antwoorden van de ingevulde vragenlijsten. Heeft u vragen over de opvoeding, thuis- of schoolsituatie of gezondheid van uw kind, dan kunt u ze stellen.

Uitnodiging 9 jaar: vaccinaties

In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het een uitnodiging voor twee vaccinaties: de DTP-prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode hond. U ontvangt hierover vooraf een brief via het RIVM.

Uitnodiging groep 7: meten, wegen en meer

Ook in groep 7 nodigen wij u en uw kind uit voor een afspraak op school of op het CJG. U heeft dan een gesprek met de jeugdverpleegkundige. Omdat er in deze periode veel gebeurt, hebben ouders/verzorgers vaak vragen. Bijvoorbeeld over de beginnende puberteit, emotionele ontwikkeling, omgang met sociale media etc. Deze vragen kunt u stellen aan de jeugdverpleegkundige. Ook wordt uw kind, in ondergoed, gemeten en gewogen.

Vóór de afspraak vragen we u om thuis een digitale vragenlijst in te vullen, de SDQ-vragenlijst. Deze kunt u anoniem invullen. U kunt de antwoorden meenemen naar de afspraak en bespreken met de jeugdverpleegkundige.

Komt de jeugdverpleegkundige naar de school van uw kind en kunt u niet aanwezig zijn? Dan wordt uw kind alleen gewogen en gemeten. Uw kind mag hierbij de kleding aan laten. De resultaten krijgt uw kind mee naar huis in een brief van de jeugdverpleegkundige.

Schoolziekteverzuim

Samen met de school van uw kind, wil het CJG meer aandacht geven aan kinderen die door ziekte niet naar school kunnen komen. Lang of veel ziek zijn kan gevolgen hebben voor de schoolprestaties en daardoor ook voor het welzijn en de gezondheid van uw kind. Uw kind wordt dan, met medeweten van u, door de school aangemeld bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van het CJG.

Zorgteam op school

Het zorgteam bestaat uit verschillende deskundigen die met elkaar overleggen en verbonden zijn aan de school. Afhankelijk van de vraag kan school de jeugdverpleegkundige van het CJG uitnodigen om deel te nemen aan het zorgteam. Hier wordt u altijd van op de hoogte gebracht.

De jeugdverpleegkundige op school

Heeft u een vraag, bijvoorbeeld over voeding, beweging, slapen, luisteren of (faal)angst? De jeugdverpleegkundige luistert naar u en denkt graag met u mee!

De jeugdverpleegkundige die aan de school van uw kind verbonden is:

Alles over gezond en veilig opgroeien

Het CJG is dé plek waar ouders, verzorgers, kinderen, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeden, opgroeien en verzorging. Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten, pedagogen en andere deskundigen om samen met u gezond en veilig opvoeden en opgroeien mogelijk te maken. Als u dat wil, bieden zij u en uw kind (van -9 maanden tot 18 jaar) ook advies en ondersteuning.

Ga voor meer informatie over het CJG, privacy of voor opvoedinformatie naar onze website www.cjgschiedam.nl.

Zorgteam op school

Het zorgteam is een overleg met verschillende deskundigen en verbonden aan de school. Afhankelijk van de vraag kan de school de jeugdverpleegkundige van het CJG uitnodigen om deel te nemen aan het zorgteam.

Alles onder één dak

Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is dé plek waar ouders, verzorgers, kinderen, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeden, opgroeien en verzorging. Als u het nodig vindt, biedt het CJG u en uw kind (van -9 maanden tot 18 jaar) ook advies en ondersteuning. Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten, pedagogen en andere deskundigen om samen met u gezond en veilig opvoeden en opgroeien mogelijk te maken.

Met de meeste kinderen/jongeren in de stadsregio Rotterdam gaat het goed. Er is echter een categorie kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar dat risico’s loopt of met problemen kampt. Het is belangrijk dat die kinderen/jongeren in beeld gebracht worden en worden gehouden. Zij lopen nl. het risico van een verstoorde ontwikkeling en kunnen zo niet optimaal hun toekomst vormgeven. Kinderen hebben recht op bescherming, op een goede opvoeding en een adequate opleiding. Maar als dat in gevaar komt vraagt dat om een gezamenlijke aanpak van de organisaties die met deze jongeren te maken hebben.

De MULTIsignaal verwijsindex, een zorgvuldig afgeschermde webbased applicatie, zorgt ervoor dat betrokken hulpverleners onderling van elkaar weten dat zij betrokken zijn bij hetzelfde kind/jongere. Via MULTIsignaal werken organisaties, die met jongeren/kinderen werken, nauw samen. Met elkaar vormen ze een sluitend netwerk om de kinderen/jongeren heen die risico’s lopen of problemen hebben. Door de problemen vroegtijdig te signaleren in MULTIsignaal kunnen de hulpverleners met elkaar optrekken en de kinderen/jongeren en hun ouders (passend) begeleiden. Door vroegtijdig te signaleren en begeleiding te bieden kan erger worden voorkomen.

Voor iedereen die met (risico-)jeugd te maken heeft is MULTIsignaal belangrijk gereedschap.

Ook De Klinker (en alle andere scholen in Schiedam en Vlaardingen) kan bij zorgen in MULTIsignaal een signaal afgeven. Ouder(s)/verzorger(s) worden vooraf daarover geïnformeerd.

Ondersteuningsteam

Door samen te werken kan er snel en adequaat hulp worden geboden waar dat nodig is.

Daarom heeft De Klinker een Ondersteuningsteam (OT). Dit team heeft als basis samenstelling:

  • een vertegenwoordiging van ons Samenwerkingsverband "Onderwijs dat Past", de onderwijsspecialist,
  • een vertegenwoordiger van Minters, de gezinsspecialist,
  • de zorgcoördinatoren van de school,
  • de directeur van de school

Per bespreekgeval kan het team worden uitgebreid met bijv. een medewerker van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), een medewerker van Jeugdzorg, een Leerplichtambtenaar, een Kinderarts, etc. Ook leerkrachten en - om de lijnen nadrukkelijk kort te houden - de ouder(s)/verzorger(s).

Voor kinderen die in aanmerking komen om te worden besproken is altijd toestemming van ouder(s)/verzorger(s) nodig.

Wordt een kind ingebracht ter bespreking, dan is dat om zowel het kind, de leerkracht, maar ook ouder(s)/verzorger(s) op een juiste manier verder te helpen/te ondersteunen. Deze "Klinker-OT" zal in het schooljaar 2018-2019 zo'n 6 keer per jaar op een donderdagmiddag van 15:45-17:15 bij elkaar zal komen.

Van de basisschool naar het voortgezet onderwijs (V.O.)

Klik HIER voor de stappen/het protocol.