We starten dit deel met experimenten over waarnemen en met vaststellingen over onze eigen zintuigen.
Noteer tijdens de experimenten zorgvuldig wat je ziet, voelt, hoort, ... en laat je hierbij niet beïnvloeden door de andere studenten of door je leraar!
TIP | Maak nadien een scan (pdf) van je notities en voeg die toe aan je verzameling bronnen op Google Classroom.
⬆︎In dit stukje lees je waartoe de “waarnemingen” van andere mensen kunnen leiden. (Uit De Morgen, 11 augustus 2004)
Lees ook over massahysterie bij Wikipedia.
Verder lezen: zoek "mass psychogenic illness"
De Coca Cola hysterie - In juni 1999 ontstond er in België een massahysterie rond Coca-Cola. Het begon allemaal op 8 juni in een school in Bornem, waar tientallen leerlingen ziek werden na het drinken van Coca-Cola in glazen flesjes. De symptomen die ze meldden waren onder meer hoofdpijn, misselijkheid, braken, buikpijn, duizeligheid en trillingen.
De gebeurtenis leidde tot paniek en binnen enkele dagen verspreidde de "ziekte" zich naar andere scholen in het land. Het gifcentrum kreeg meer dan 1000 oproepen binnen. De overheid reageerde snel en besloot op 15 juni om alle producten van Coca-Cola uit de handel te halen, wat leidde tot een enorme terugroepactie.
Onderzoek wees uit dat er in de glazen flesjes een kleine hoeveelheid zwavelverbindingen, zoals waterstofsulfide, zat die een vreemde geur veroorzaakte. In blikjes afkomstig uit een fabriek in Duinkerken (Frankrijk) was er dan weer een schimmelwerend middel op de blikjes terechtgekomen. De concentraties van deze stoffen waren echter zo laag dat ze geen acute gezondheidseffecten konden veroorzaken.
Uiteindelijk bleek dat het incident een geval was van "massa psychogene ziekte", ook wel massahysterie genoemd. De combinatie van de vreemde geur, de stress van examens, en de intense media-aandacht, zorgde ervoor dat de symptomen zich snel verspreidden. De eerste zieke kinderen fungeerden als "trigger", waarna andere kinderen de symptomen overnamen, of dachten dat ze die hadden, zonder dat er een daadwerkelijke fysieke oorzaak was. Het was een klassiek voorbeeld van hoe psychologische factoren een fysieke reactie kunnen uitlokken bij een groep mensen.
"Needle spiking", echt of ingebeeld?
Bekijk aandachtig deze video.
En bekijk aandachtig déze video. :-)
De vakken A en B op dit bord hebben exact dezelfde kleur!
De poppetjes in deze afbeelding zijn steeds exact even groot.
WE KUNNEN NIET ANDERS DAN HET VOLGENDE BESLUITEN.
Mensen als jij en ik zijn feilbaar. We nemen soms zaken waar die er niet zijn. Of we zien dingen niet als ze er wél zijn. Bovendien bedriegen we onszelf soms zonder het te weten. Soms zitten we er compléét naast!
Day is dus een serieus probleem als je wil weten hoe iets nu écht zit.
Experimenten uit de gedragswetenschappen leren ons dat we een probleem hebben:
onze zintuigen zijn onbetrouwbaar.
we herinneren ons soms dingen die nooit zijn gebeurd.
we trekken conclusies zonder voldoende informatie te hebben.
we onthouden meestal de feiten die onze overtuiging ondersteunen.
we vergeten vaak feiten die onze overtuiging tegenspreken.
we geloven sympathieke mensen die het ook niet weten.
...
HOE KUNNEN WE DAN TE WETEN KOMEN HOE DE WERELD IN ELKAAR ZIT?
We hebben een methode, een manier van werken, nodig om zo objectief mogelijk te werk te gaan. We willen ons eigen falen zo veel mogelijk uitsluiten. Bovendien willen we dat onjuistheden die in onze huidige kennis zitten vroeg of laat aan het licht komen.
DIE METHODE BESTAAT. WE NOEMEN DIE METHODE "WETENSCHAP".
Wetenschap is niet “een vak op school”.
Wetenschap is een manier van werken. Wetenschap is een manier om kennis te verzamelen.
Wetenschap heeft (onder andere) de volgende kenmerken.
Je volgt een aantal regels die garant staan voor de juistheid van je beweringen.
In de geneeskunde wordt het effect van een nieuwe therapie vergeleken met bestaande therapieën én met niets doen.
Je doet niet 1 experiment of steekproef. Je herhaalt je onderzoek om toeval en meetfouten uit te sluiten. Je deelt je resultaten mee aan andere onderzoekers, die op hun beurt die experimenten en steekproeven kunnen herhalen.
Pons en Fleischmann vonden tijdens hun onderzoek aanwijzingen voor kernfusie bij kamertemperatuur (cold fusion). Dit is zo onwaarschijnlijk dat andere onderzoekers de experimenten herhaalden. Ze vonden geen bewijs voor dit verschijnsel.
Als je iets beweert, dan moet je dat zélf bewijzen. Je kan immers moeilijk aantonen dat iets niet bestaat.
Probeer eens rechtstreeks te “bewijzen” dat insecten van 1 meter groot niet bestaan. Dat lukt niet want je kan niet overal tegelijk gaan kijken. Je kan wél argumenten geven waarom het zo onwaarschijnlijk is dat die bestaan. Een insect van 1 meter kan via de gekende processen nooit genoeg zuurstof opnemen via de huid om te blijven leven. Dus wie beweert dat insecten van 1 meter groot bestaan, die moet dat zélf bewijzen.
Je baseert je verklaringen op feiten waarvan aangetoond is dat ze juist zijn, dat ze bestaan.
Sommige mensen die bijna dood waren spreken na hun reanimatie over een “tunnel met aan het einde een licht”, over een “rustgevende aanwezigheid”... Dit heet een bijna-dood-ervaring. Pim van Lommel beweert dat dit een bewijs is voor een bewustzijn dat los van ons lichaam kan bestaan. Maar je kan een bijna-dood-ervaring opwekken door met elektroden welbepaalde gebieden in de hersenen te stimuleren...
Als je aanwijzingen vindt dat je kennis niet juist is, dan pas je je ideeën aan.
Dokters waren er tot in de 19e eeuw van overtuigd dat ze veel patiënten hielpen met aderlatingen. In 1830 bleek uit een vergelijkend onderzoek dat aderlaten niet hielp en zelfs nadelig was. In de moderne geneeskunde wordt aderlaten alleen nog toegepast bij enkele specifieke aandoeningen.
Je formuleert je uitspraken duidelijk, ondubbelzinnig.
Astrologen zeggen dat ze je karakter kunnen lezen en je toekomst kunnen voorspellen. Maar ze gaan hun uitspraken zo formuleren dat je ze op verschillende manieren kan interpreteren. Wat denk je van “ik zie een innige vriendschap ontstaan” of “jij bent iemand die soms twijfelt aan zichzelf”?
Je verwacht van anderen dat ze jouw bewering gaan ontkrachten via een tegenbewijs. Je doet dus beweringen die falsifieerbaar zijn.
Momenteel denken we dat de zwaartekracht alleen kan aantrekken. Deze stelling is falsifieerbaar. We weten dat de uitspraak fout is op het moment dat iemand een experiment doet waarbij een afstotende zwaartekracht wordt gemeten.
Je gebruikt geen autoriteit als argument. Je zegt dus niet dat iets juist is omdat een belangrijke geleerde dat ook zei.
Wetenschappers zijn ook maar mensen. Die doen dus ook foute uitspraken. Zo was Nicola Tesla écht wel een uitmuntende uitvinder. Maar op latere leeftijd heeft hij ook een aantal bizarre beweringen gedaan. Toch vind je mensen die daarin geloven “omdat Tesla dat gezegd heeft”.
Deze oude aflevering van Noorderlicht geeft je een goed beeld van wat wetenschap is.
De “wetenschappelijke methode” zie je in grote lijnen samengevat in dit schema. ⬇︎
DE WAARNEMING - Je ziet, hoort, voelt... voortdurend zaken uit je omgeving.
John zegt dat hij de uitkomst van de Lotto kan voorspellen met zijn nieuwe rekenmethode. Bovendien won hij vorige week 1000 Euro.
DE VRAAG - Je vraagt je iets af.
Kan John écht de Lotto voorspellen?
DE HYPOTHESE - Op basis van je waarnemingen veronderstel je allerlei dingen. Je kan dan een hypothese formuleren. Soms blijken je veronderstellingen juist, soms ook verkeerd.
Hypothese: John kan met zijn rekenmethode de uitkomst van de Lotto voorspellen.
DE VOORSPELLING - Je doet, op basis van je hypothese, een “voorspelling” die falsifieerbaar is. (Dat wil zeggen: als je voorspelling niet uit komt, dan weet je dat je hypothese niet klopt.)
ALS de rekenmethode van John werkt, DAN moet hij 3 weken op rij de Lotto winnen. ALS John faalt, DAN werkt zijn methode niet. (Hier kan je nog gaan bepalen hoe streng je bent. 4 getallen juist? Of 5? Of allemaal?)
DE TEST - Je doet een experiment of een onderzoek.
John zegt dat hij de uitkomst van de Lotto kan voorspellen met zijn nieuwe rekenmethode. Bovendien won hij vorige week 1000 Euro.
DE CONCLUSIE hangt af van de uitkomst van de test.
Heeft John gefaald? Dan hoef je deze hypothese in feite niet meer verder te testen. Is het wel gelukt? Dan herhaal je je experiment om te kijken of het geen toeval was.
WETTEN en een THEORIE - Uiteindelijk formuleer je wetten of een theorie.
Als uit het onderzoek blijkt dat er geen reden is om de hypothese te verwerpen, dan kan je een (natuur)wet formuleren. Vele wetten samen vormen een theorie, bijvoorbeeld de theorie van het elektromagnetisme.
DE OPVOLGING - Het onderzoek gaat verder.
Wetenschappelijk onderzoek staat nooit stil. We komen steeds nieuwe dingen te weten. Er is niets aan de hand als blijkt dat geen enkel nieuw onderzoek tegenspreekt wat we al wisten. Wanneer onze wet of theorie daarentegen in de problemen komt door nieuwe gegevens, dan moeten we ze ofwel aanpassen óf zelfs helemaal naar de prullenmand verwijzen.
OPGELET!
Soms lijkt een bewering wetenschappelijk onderbouwd. Maar het is niet omdat je ingewikkelde berekeningen doet, ingewikkelde tekeningen maakt of ingewikkeld uitziende apparaten gebruikt dat je wetenschappelijk bezig bent.
We hebben een naam voor beweringen die wetenschappelijk lijken maar het niet zijn. We noemen dat PSEUDOWETENSCHAP.
Van welk onderwerp uit DEZE LIJST dacht jij dat het wetenschap was?
Wetenschap en geloof zijn historisch geen goede vrienden. Dat komt omdat wetenschap gaat over onderzoeken. Ga je wetenschappelijk te werk? Dan onderzoek je dus ook beweringen van mensen die willen dat je hen zomaar gelooft.
Maar er zijn grenzen aan wetenschap. Je kan niet alles onderzoeken. Waar wetenschap stopt, daar begint geloof. En omgekeerd.
WETENSCHAP
gaat over beweringen die je kan onderzoeken.
GELOOF
gaat over beweringen die je NIET kan onderzoeken.
Jean zegt dat de geest Magraan hem overal vergezelt. Magraan gidst Jean door het leven. Alleen Jean kan Magraan zien en voelen.
Valt deze zaak binnen het domein van de WETENSCHAP of binnen het domein van GELOOF?
Hier gaat het duidelijk over geloof. Jean zou de enige zijn die die geest kan waarnemen. We kunnen dus geen onderzoek doen naar het bestaan van die geest. Het enige wat we kunnen onderzoeken is de reacties van Jean, maar dat zegt niets over het al dan niet bestaan van die geest.
Jean zegt dat de geest Magraan hem helpt om dingen waar te nemen. Daardoor kan Jean bijvoorbeeld weten of er iemand achter de hoek staat, zelfs als hij die persoon niet rechtstreeks kan zien.
Valt deze zaak binnen het domein van de WETENSCHAP of binnen het domein van GELOOF?
Hier begint de wetenschap en kunnen we beginnen onderzoeken! We laten Jean concrete uitspraken doen die we dan testen. Als Jean de testen faalt, dan weten we dat er geen geest is. Maar als Jean écht kan wat hij beweert, dan hoeft dat natuurlijk nog niet met een geest te maken hebben.
Andrea zegt dat onze ziel na onze dood in een ander lichaam terugkomt (wedergeboorte, reïncarnatie). Ze voelt dat aan. Ze wéét dat gewoon.
Valt deze zaak binnen het domein van de WETENSCHAP of binnen het domein van GELOOF?
Hier gaat het nog over geloof. We hebben te weinig concrete dingen om een onderzoek naar uit te voeren. De uitspraken van Andrea zijn te vaag.
Ian zegt dat mensen soms een taal spreken die ze nooit geleerd hebben (xenoglossie). Ze herinneren zich die taal uit een vorig leven.
Valt deze zaak binnen het domein van de WETENSCHAP of binnen het domein van GELOOF?
Hier zitten we op het domein van de wetenschap want er zijn alvast zaken die we kunnen testen. Maar stel dat iemand inderdaad een taal spreekt, hoe kan je dan nagaan of die persoon die taal nooit heeft geleerd? Moeilijk!
Dora zegt dat ze kan voelen wat er met jouw lichaam mis is. Ze kan dat zonder dat je informatie geeft, zonder apparaten én zonder jou aan te raken. Ze voelt het aan jouw energiestromen.
Valt deze zaak binnen het domein van de WETENSCHAP of binnen het domein van GELOOF?
Hier zitten we in het domein van de wetenschap. Je kan studies opzetten die aantonen dat Dora wel of niet kan wat ze beweert.
Het Observatoire Zététique uit Frankrijk heeft bijvoorbeeld zo'n claim van een therapeut getest door die persoon te laten "voelen" of er wel of niet iemand achter een scherm stond.
Monsieur Z. beweert dat hij ziekten kan “voelen” (omdat hij bedreven is in therapeutic touch).
Lees in dit stukje hoe enkele onderzoekers van het Observatoire Zététique een experiment opzetten. En dat doen ze op een heel slimme manier. Ze laten Monsieur Z. eerst een eenvoudige test doen: als Monsieur Z. echt ziekten kan voelen, dan moet hij zéker kunnen voelen of er wel een patiënt ís! Als hij dat niet kan dan, moeten ze ook geen ingewikkelder experiment opzetten.
De therapeut faalde de test.
Zeven op tien wetenschappelijk ogende reclames zijn misleidend. Echt foutieve informatie komt voor bij één op vijf reclames. De boodschappen creëren meestal een verkeerde wetenschappelijke indruk van het product, laten informatie weg of geven een misleidende voorstelling van de werking ervan. Dat zijn enkele conclusies uit de eindverhandeling van Martine Taelman, licentiate communicatiewetenschappen aan de VUB.
Die man draagt een witten jas Dat is dus zeker een échte tandarts op deze reclamefoto.
Neem XL-S Medical want dan val je tot 3x meer af dan met beter eten en meer bewegen. Moet wel waar zijn want ze hebben er wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Of is de bewering van XL-S Medical toch toch een beetje misleidend?
De Consumentenbond in Nederland zocht het uit.