Na het volgen van deze module kan je:
CCNA2
VLANs en inter-VLAN routing te configureren en daarbij de “best practices” toe te passen.
Problemen met inter-VLAN routing op Layer 3 apparaten op lossen.
Redundantie configureren op een “switched network” met behulp van STP en EtherChannel.
Problemen oplossen met EtherChannel op een switched network.
Ondersteuning van de beschikbare en betrouwbare netwerken met dynamische adressering en first-hop redundantie protocollen.
Configuratie van dynamische adrestoewijzing in IPv6 netwerken.
WLAN's configureren met behulp van een WLC en L2 security best practices.
Configureer switch beveiliging om LAN aanvallen te beperken.
Configureren van IPv4 en IPv6 statische routing op routers.
CCNA3
de rol van een dynamic routing protocol als OSPF beschrijven en configureren op een router.
Uitleggen hoe kwetsbaarheden, bedreigingen en exploits kunnen worden beperkt om netwerkbeveiliging te verbeteren, alsook instellen van Access Listen (ACL) op de router.
Op een edge router NAT services configureren, vertellen hoe WAN services werken en uitleggen hoe VPN en IPsec worden gebruikt om remote of site-to-site veilig te verbinden.
Werken met Quality of Service, Management protocollen zoals Network Time Protocol, syslog, Cisco Discovery protocol en een enterprise network troubleshooten met de juiste tools.
De belangrijkste factoren van cloud en virtualisatie uitleggen en begrijp je hoe automation werkt door middel van APIs, verschillende programmeertalen en management tools.
50 dagen
Basiskennis technisch Engels