Swalmen

ALGEMEEN:

Straat:

Oppervlakte: ca. 60a

Waterbevoorrading: Tuitebeek

Oudste vermelding: Oprichtingsjaar:

Terreinkenmerken:

Coördinaten: X: Y:

HISTORISCH:

Vierhoekige gebastionneerde schans (Luys 1985. 130-132). Herkenbaar op een kaart uit 1774 wanneer ze eigendom was van de Sint-Jans-broederschap, de schutterij van Swalmen. Tevens op de Tranchotkaart. Het terrein lag op de gemene gronden van Swalmen en werd gevoed door het water van de Tuitebeek. Na de Franse overheersing werd de schans genivelleerd en als landbouwgrond in gebruik genomen. Een deel van de grachten bleef toen nog bewaard.

De resten verdwenen waarschijnlijk toen het Schoolbroek in 1860 en 1866 ontgonnen werd. Terrein lag volgens topografische kaart uit 1988 exact op het tracé van de geplande A73.

TOPONYMIE:

  • Jos Wassink en Wiel Nouwen, Boerenschansen, verscholen voor staatsen en Spanjaarden, Stichting Weerter Historie, 2008.
  • Michel Lascaris en Hans Renis, Vluchtschansen in Midden-Limburg, Boerenschansen uit de 16de en 17de E als schuilplaatsen voor de plattelandsbevolking, Bulletin KNOB, 2007/6, pag. 248-262

Ordinantie van 02.06.1656:

Ordenantie gelieck onsen Heer miet consent van Scholties Schepenen ende geswoerenen geordeniert hebben wij (hoe) siegh die capiteijns luetenans ende roetmesters halden sullen niet die onderdaenen in het waecken ende het vervolgen van ons vrienden ende quaetdoenders.

- Iersteliek sullen die capitsijns belasten an die roetmester dat sij alle die genige onder huen Roet sien doen waecken die selvigen geweer connen fueren ende in het vervolgen van het selve (verder een hele regel onleesbaar doorgestreept).

- ten tweden die genige die hieraen manqueren ende huen waeght ofte het naervolgen niet naer en comen sal ieder rotmester mogen straeven miet die genigen die huene waeght ofte vervolgen gedaen hebben ende in soe veer die suemige heen niet en wiellen laetten straeven dat die roetmesters alsdan sullen mogen geen claegen bij den heer om daervan niet gericht gestraeft te worden ende wanneer die huen niet en straeften ofte anbriengen soe sullen sij selver gestraeft worden.

- ten derden ofte geviel daer onsen heeren Goedt (kasteel Hillenraad?) voor behoeden wiel dat wij onse viean naervolghden ende daer ennieghe ongemaeck geschieden dat den vieandt ennige Aeghterhalt (hinderlaag) hadt den dat die caepiteijns niet en wosten ende den vieant iemant gevangen cregen ofte iemant doet schoet dat die capiteijns daer gene quelli— ofte moeften miet en sullen hebben.

- ten vierden eer die capiteijns den vieant in vielen hetsije in een huss ofte boskassij soe sullen sij ierst raet nemen miet die roetmesters ende die bequaemste mannen ende die den bequaemsten raedt geven den sel nen volgen in het invallen.

- ten vijffden ofte het gevieel dat daer iemant gequetst woer hetsij van ons vijanden ofte bij ongemaeck van ons selven dat sal uut die gemeijne buers betalt woorden.

- ten sesden ofte daer ennige weeren hetsij bij dronckenschaep ofte andersiens die crakeel ofte ongelegentheijdt anvangen ende sich van die offijciers niet miet woorden en willen laetten straeffen dat die officiers huen alsdan miet gewaldt sullen huene commando doen parieren hetsij miet slaen ende aefniemmens huen geweer ende huen een gelaegh biers opleggen naer huen miesdaedt.

- ten -7- sal niemant wanneer wij onse vieanden ofte quaedtdoenders volgen vut den troes (tros) mogen gaen hetsije an huiser ofte aergens anders om te drincken ofte andersien ofte hij sal verloof hebben van die capiteins op een peen gelieckt huen van die capiteijns opgelaeght sal worden.

- ten -8- sal in ieder hondtschap (buurtschap,wijk) gestelt woorden in vieff deijlen om op die vieffde naeght waeght te halden weer vut (uit) alle naeghs soe veel vut sal worden genomen om op hellenraedt te waecken als mien heer ende die schepenen ons sal ordenieren hetsij een ofte twee vut ieder roedt.

Wij capiteijns lutenans ende roetmeesters begeren dat mien heer ende scholties schepenen ende geswoorens ons onder huere sijgen handt dese voors. posten door den Geriechtsschrijver vut wiellen doen schrijven ende ieder capiteijn een in handen stellen omdat sij siegh daernaer weten te regulieren.

Actum Swamen den 2 junij 1656