Een samenleving waar regering en parlement hun macht niet willen laten beperken, en zich niet onafhankelijk willen laten adviseren én controleren --- en waar politici en ambtsdragers geen rekenschap willen afleggen, en geen politieke consequenties willen verbinden aan hun woorden, daden en verantwoordelijkheid --- heeft een groot probleem.
[A society in which the government and parliament do not want their power to be limited, and do not want independent advise and supervision — and in which politicians and officeholders do not want to be accountable, or willing to accept political consequences for their words, actions, and responsibilities — has a serious problem.]
Willem de Vlaming, november 2025
Nu de democratische rechtsstaat en rechtsstatelijke principes onder druk staan is het misschien een goed idee als partijen die een regeerakkoord sluiten een verklaring opnemen met betrekking tot de volgende principes.
Partijen die een regering vormen zouden moeten verklaren dat zij onvoorwaardelijk staan voor de principes, instituties en vertegenwoordigers van de rechtsstaat, pluriforme open samenleving, mensenrechten, en grondwet.
Dit betekent pal staan voor:
Gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht herkomst, overtuiging, geslacht, seksuele oriëntatie of levenswijze.
Onafhankelijke instituties die pluriformiteit garanderen.
Waarheidsgetrouwe informatie en open debat, waarin feiten en argumenten leidend zijn.
Democratische vertegenwoordiging die niet de meerderheid als wapen gebruikt tegen minderheden, maar verantwoordelijkheid draagt voor allen.
Het afwijzen van elke elke poging om:
Mensen te discrimineren of hun grondrechten te beperken;
De rechterlijke macht, onafhankelijke adviesorganen, pers of wetenschap te ondermijnen;
Macht te concentreren zonder controle of tegenmacht;
Rechten en vrijheid afhankelijk te maken van ideologische of etnische identiteit of loyaliteit.
Er zijn twee fundamenteel verschillende vormen van democratie:
Ad hoc-meerderheidsdemocratie (ook wel “zuivere democratie” genoemd)
De meerderheid (of degenen die zich er op beroepen 'de wil van het volk' te vertegenwoordigen) beslist direct en onbeperkt op basis van het actuele “volksgevoel” of een populaire opinie.
Kan leiden tot tirannie van de meerderheid, waarbij individuen en minderheden onvoldoende beschermd worden.
Er is weinig tot geen systematische bescherming tegen willekeur of machtsmisbruik.
Democratische rechtsstaat (ook wel “open samenleving”)
Macht is geïnstitutionaliseerd en beperkt door grondrechten, scheiding der machten en onafhankelijke rechtspraak.
Bescherming van individuen en minderheden: grondrechten, checks and balances en onafhankelijke rechters zorgen dat de meerderheid niet zomaar alles kan opleggen.
Transparante besluitvorming: procedures zijn juridisch en democratisch verankerd; burgers hebben rechten die niet afhankelijk zijn van tijdelijke politieke voorkeuren.
In een democratische rechtsstaat regeren burgers (en volksvertegenwoordigers) via regels en procedures, en zorgen rechten en rechtszekerheid ervoor dat de macht van de meerderheid wordt begrensd — zodat iedereen beschermd blijft.
Het principe van de scheiding der machten (trias politica) is een fundamenteel uitgangspunt van de democratische rechtsstaat. De macht in de staat is verdeeld over drie onafhankelijke organen om met 'checks and balances' machtsmisbruik te voorkomen.
De drie machten zijn:
Wetgevende macht
Maakt de wetten.
In Nederland: Staten-Generaal (Tweede en Eerste Kamer) en de regering gezamenlijk.
De Raad van State is een onafhankelijk adviseur van de wetgever.
Uitvoerende macht
Voert de wetten uit en bestuurt het land.
In Nederland: de regering en het openbaar bestuur (ministeries, gemeenten, provincies).
Rechterlijke macht
Toetst of wetten en besluiten correct worden toegepast en of burgers en overheid zich aan de wet houden.
Is onafhankelijk van de politiek: de rechter oordeelt over rechtmatigheid, niet over beleid.
De drie machten moeten met elkaar in evenwicht zijn — elkaars rollen respecteren en ondersteunen. Ze concurreren niet, maar versterken elkaar en werken samen.
De Afdeling advisering van de Raad van State fungeert als onafhankelijk adviseur van de wetgevende macht in Nederland. Zij adviseert Tweede Kamer, Eerste Kamer en regering over wetsvoorstellen en algemeen beleid. Het advies is technisch-juridisch, niet politiek.
De Raad van State beoordeelt vooral:
De kwaliteit van de onderbouwing (probleemanalyse, aanpak, effectiviteit, uitvoerbaarheid).
De juridische inpasbaarheid in het bestaande wettelijke systeem en de juridische uitvoerbaarheid.
Een “tik op de vingers” van de Raad van State betekent dat de kwaliteit van het voorstel tekortschiet — de wetgever heeft zijn huiswerk niet goed gedaan.
Bij de uitvoering van wet- en regelgeving moeten de regering en de overheid zich houden aan de eigen wetten en regels. Als burgers het niet eens zijn met besluiten of uitvoering, kunnen zij de rechter vragen te beoordelen of de overheid zich aan haar eigen wet- en regelgeving houdt.
De rechter velt geen politiek oordeel: hij beslist niet of beleid “goed” of “slecht” is.
De rechter:
Toetst aan wet- en regelgeving: de rechter kijkt of de overheid handelt binnen de wettelijke kaders en of besluiten rechtmatig, zorgvuldig en behoorlijk zijn genomen.
Toetst aan juridische normen: procedures moeten correct zijn gevolgd, beslissingen goed gemotiveerd, en wetten niet overschreden.
Een “tik op de vingers” van de rechter betekent dat de overheid zich niet heeft gehouden aan haar eigen woord, wet of regelgeving.
"Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan."
Wat zou dit in de praktijk moeten beteken voor burgers en organisaties?
Artikel 1 legt niet alleen een recht, maar ook een morele norm vast: Je hebt het recht om jezelf te zijn, maar dat recht geldt voor iedereen.
Dat betekent dat jij anderen datzelfde recht moet geven, en moet zorgen dat zij ook datzelfde recht hebben. Vrijheid, gelijke behandeling en non-discriminatie vragen een actieve houding. Het vraagt van iedereen het bewust ruimte maken voor andere leefwijzen, meningen of identiteiten. Je hoeft het niet eens te zijn met de mening of levensovertuiging van iemand anders, of je daar gemakkelijk bij te voelen, maar je mag die persoon daarom niet minderwaardig behandelen of rechten ontzeggen. Dat maakt Artikel 1 niet slechts een regel, maar een 'houding': een uitnodiging en opdracht om samen een samenleving te bouwen waarin iedereen mens mag zijn.
Rechtsstaat en Rechtsstatelijkheid
De kern van rechtsstatelijkheid is dat de macht gebonden is aan het recht. Niemand — ook de overheid niet — staat boven de wet.
Belangrijke principes zijn:
Gebondenheid van de overheid aan het recht: Overheden mogen alleen handelen binnen de grenzen van de wet. Macht wordt niet willekeurig gebruikt, maar is gebonden aan regels en procedures.
Scheiding der machten (trias politica): De wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht zijn gescheiden en houden elkaar in evenwicht. Zo wordt machtsconcentratie en misbruik voorkomen.
Onafhankelijke rechtspraak: Rechters staan los van de politiek en andere machtsorganen. Zij kunnen burgers beschermen tegen onrechtmatig overheidsoptreden en willekeur.
Gelijkheid voor de wet: Iedereen is gelijk voor de wet — ongeacht afkomst, positie, geloof of overtuiging. Discriminatie is verboden.
Rechtszekerheid en voorspelbaarheid: Burgers moeten weten wat hun rechten en plichten zijn. Wetten moeten duidelijk, openbaar en toepasbaar zijn, zodat mensen hun gedrag daarop kunnen afstemmen.
Bescherming van fundamentele rechten: De rechtsstaat garandeert basisrechten zoals vrijheid, privacy, eigendom, en bescherming tegen willekeurige arrestatie of bestraffing.
Toegang tot recht en effectief rechtsherstel: Burgers moeten hun recht kunnen halen via onafhankelijke rechters en eerlijke procedures.
De rechtsstaat zorgt ervoor dat macht niet willekeurig of onrechtvaardig wordt gebruikt. Niet de willekeur van mensen, maar de wet regeert — en de wet beschermt burgers tegen machtsmisbruik, onrecht en ongelijkheid.
Een Open Samenleving, wordt gekenmerkt door:
Vrijheid van meningsuiting en debat: Iedereen mag zijn of haar mening uiten, ook als die afwijkt van de meerderheid of van de overheid. Kritiek wordt niet onderdrukt, maar gezien als een bron van groei en inzicht.
Pluralisme en diversiteit: Er is ruimte voor verschillende overtuigingen, levensstijlen, culturen en religies. Verschil wordt niet gezien als bedreiging, maar als verrijking.
Transparante en verantwoordelijke overheid: Overheidsbesluiten zijn controleerbaar en worden beargumenteerd. Macht wordt niet achter gesloten deuren uitgeoefend, maar is onderworpen aan publieke verantwoording.
Onafhankelijke media en vrije informatievoorziening: Journalisten en onderzoekers kunnen vrij werken en machthebbers ter verantwoording roepen. Burgers hebben toegang tot betrouwbare informatie.
Sterke en kritische 'civil society': Burgers kunnen zich vrij organiseren in verenigingen, vakbonden, actiegroepen en NGO’s. Samen dragen zij bij aan publieke discussie en maatschappelijke verandering.
Respect voor de rechtsstaat en mensenrechten: Vrijheid geldt voor iedereen — ook voor minderheden en andersdenkenden. Wet en recht beschermen burgers tegen willekeur en discriminatie.
Bereidheid tot zelfkritiek en verandering: Een open samenleving erkent dat niemand de absolute waarheid bezit. Beleidskeuzes en overtuigingen kunnen altijd worden herzien op basis van nieuwe inzichten of ervaringen.
Een open samenleving is nooit af: ze vraagt voortdurende waakzaamheid, debat en aanpassing. Haar kracht ligt in openheid, vertrouwen en respect — niet in uniformiteit of controle
Mensenrechten
Mensenrechten vormen de universele grondrechten die ieder mens bezit, simpelweg omdat hij of zij mens is.c Ze beschermen tegen onderdrukking en garanderen een waardig bestaan. De belangrijkste (essentiële) mensenrechten, gegroepeerd naar hun kernfunctie:
Rechten ter bescherming van de persoonlijke vrijheid en waardigheid
Recht op leven – niemand mag willekeurig van het leven worden beroofd.
Verbod op marteling, slavernij en onmenselijke behandeling.
Recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid – bescherming tegen willekeurige arrestatie of detentie.
Recht op privacy – bescherming van persoonlijke levenssfeer, communicatie en gezinsleven.
Rechten op gelijke behandeling en non-discriminatie
Gelijkheid voor de wet.
Verbod op discriminatie op grond van geslacht, ras, afkomst, geloof, seksuele oriëntatie, politieke overtuiging of andere status.
Vrijheidsrechten (klassieke rechten)
Vrijheid van meningsuiting en informatie.
Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.
Vrijheid van vereniging en vergadering.
Vrijheid om te kiezen voor deelname aan het openbare leven en verkiezingen (politieke rechten).
Sociaal-economische rechten (materiële bestaanszekerheid)
Recht op arbeid en eerlijke arbeidsvoorwaarden.
Recht op onderwijs.
Recht op adequate levensstandaard, waaronder voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg.
Recht op sociale zekerheid.
Collectieve en solidariteitsrechten
Recht op zelfbeschikking van volkeren.
Recht op ontwikkeling.
Recht op een schoon en leefbaar milieu.
Mensenrechten beschermen de waardigheid, vrijheid en gelijkheid van ieder individu. Ze vormen de morele en juridische basis van de rechtsstaat en de open samenleving — omdat ze garanderen dat macht niet ten koste gaat van de mens.
Rechtsstaat en Rechtsstatelijkheid
De kern van rechtsstatelijkheid is dat de macht gebonden is aan het recht. Niemand — ook de overheid niet — staat boven de wet.
Belangrijke principes zijn:
Gebondenheid van de overheid aan het recht: Overheden mogen alleen handelen binnen de grenzen van de wet. Macht wordt niet willekeurig gebruikt, maar is gebonden aan regels en procedures.
Scheiding der machten (trias politica): De wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht zijn gescheiden en houden elkaar in evenwicht. Zo wordt machtsconcentratie en misbruik voorkomen.
Onafhankelijke rechtspraak: Rechters staan los van de politiek en andere machtsorganen. Zij kunnen burgers beschermen tegen onrechtmatig overheidsoptreden en willekeur.
Gelijkheid voor de wet: Iedereen is gelijk voor de wet — ongeacht afkomst, positie, geloof of overtuiging. Discriminatie is verboden.
Rechtszekerheid en voorspelbaarheid: Burgers moeten weten wat hun rechten en plichten zijn. Wetten moeten duidelijk, openbaar en toepasbaar zijn, zodat mensen hun gedrag daarop kunnen afstemmen.
Bescherming van fundamentele rechten: De rechtsstaat garandeert basisrechten zoals vrijheid, privacy, eigendom, en bescherming tegen willekeurige arrestatie of bestraffing.
Toegang tot recht en effectief rechtsherstel: Burgers moeten hun recht kunnen halen via onafhankelijke rechters en eerlijke procedures.
De rechtsstaat zorgt ervoor dat macht niet willekeurig of onrechtvaardig wordt gebruikt. Niet de willekeur van mensen, maar de wet regeert — en de wet beschermt burgers tegen machtsmisbruik, onrecht en ongelijkheid.
Een Open Samenleving, wordt gekenmerkt door:
Vrijheid van meningsuiting en debat: Iedereen mag zijn of haar mening uiten, ook als die afwijkt van de meerderheid of van de overheid. Kritiek wordt niet onderdrukt, maar gezien als een bron van groei en inzicht.
Pluralisme en diversiteit: Er is ruimte voor verschillende overtuigingen, levensstijlen, culturen en religies. Verschil wordt niet gezien als bedreiging, maar als verrijking.
Transparante en verantwoordelijke overheid: Overheidsbesluiten zijn controleerbaar en worden beargumenteerd. Macht wordt niet achter gesloten deuren uitgeoefend, maar is onderworpen aan publieke verantwoording.
Onafhankelijke media en vrije informatievoorziening: Journalisten en onderzoekers kunnen vrij werken en machthebbers ter verantwoording roepen. Burgers hebben toegang tot betrouwbare informatie.
Sterke en kritische 'civil society': Burgers kunnen zich vrij organiseren in verenigingen, vakbonden, actiegroepen en NGO’s. Samen dragen zij bij aan publieke discussie en maatschappelijke verandering.
Respect voor de rechtsstaat en mensenrechten: Vrijheid geldt voor iedereen — ook voor minderheden en andersdenkenden. Wet en recht beschermen burgers tegen willekeur en discriminatie.
Bereidheid tot zelfkritiek en verandering: Een open samenleving erkent dat niemand de absolute waarheid bezit. Beleidskeuzes en overtuigingen kunnen altijd worden herzien op basis van nieuwe inzichten of ervaringen.
Een open samenleving is nooit af: ze vraagt voortdurende waakzaamheid, debat en aanpassing. Haar kracht ligt in openheid, vertrouwen en respect — niet in uniformiteit of controle
Mensenrechten
Mensenrechten vormen de universele grondrechten die ieder mens bezit, simpelweg omdat hij of zij mens is.c Ze beschermen tegen onderdrukking en garanderen een waardig bestaan. De belangrijkste (essentiële) mensenrechten, gegroepeerd naar hun kernfunctie:
Rechten ter bescherming van de persoonlijke vrijheid en waardigheid
Recht op leven – niemand mag willekeurig van het leven worden beroofd.
Verbod op marteling, slavernij en onmenselijke behandeling.
Recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid – bescherming tegen willekeurige arrestatie of detentie.
Recht op privacy – bescherming van persoonlijke levenssfeer, communicatie en gezinsleven.
Rechten op gelijke behandeling en non-discriminatie
Gelijkheid voor de wet.
Verbod op discriminatie op grond van geslacht, ras, afkomst, geloof, seksuele oriëntatie, politieke overtuiging of andere status.
Vrijheidsrechten (klassieke rechten)
Vrijheid van meningsuiting en informatie.
Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.
Vrijheid van vereniging en vergadering.
Vrijheid om te kiezen voor deelname aan het openbare leven en verkiezingen (politieke rechten).
Sociaal-economische rechten (materiële bestaanszekerheid)
Recht op arbeid en eerlijke arbeidsvoorwaarden.
Recht op onderwijs.
Recht op adequate levensstandaard, waaronder voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg.
Recht op sociale zekerheid.
Collectieve en solidariteitsrechten
Recht op zelfbeschikking van volkeren.
Recht op ontwikkeling.
Recht op een schoon en leefbaar milieu.
Mensenrechten beschermen de waardigheid, vrijheid en gelijkheid van ieder individu. Ze vormen de morele en juridische basis van de rechtsstaat en de open samenleving — omdat ze garanderen dat macht niet ten koste gaat van de mens.