Willem de Vlaming, November 2024
Integratie hoort een gezamenlijk proces te zijn van nieuwkomers, de al aanwezige burgers en de al bestaande samenleving — op basis en wederkerige acceptatie en respect.
Nieuwkomers (en Nederlandse burgers) horen de grondrechten, open samenleving, en wetten van de Nederlandse samenleving te accepteren — inclusief de op diversiteit, pluriformiteit en gelijkwaardigheid gebaseerde normen, waarden en sociale regels. Dit betekent niet dat nieuwkomers hun eigen identiteit moeten opgeven — maar wel dat zij de nieuwe omgeving accepteren en respecteren, en zich aanpassen indien nodig.
De Nederlandse samenleving en burgers horen nieuwkomers te verwelkomen en te accepteren als volwaardig lid van de samenleving — en zij horen nieuwkomers bij te staan bij hun integratie.
Wederkerigheid in dit proces betekent geven en nemen op gelijkwaardige basis, met als gezamenlijk doel: geslaagde integratie met voordeel voor de nieuwkomers, de al aanwezige burgers en de samenleving.
In Nederland wordt integratie gezien als het proces waarbij mensen met een migratieachtergrond een volwaardige plaats vinden in de samenleving, zowel sociaal als economisch. Het beleid is gericht op het realiseren van een samenleving waarin alle burgers beschikken over ‘burgerschap’, om van daaruit volwaardig en zelfsturend te participeren — op basis van door de overheid geborgde gelijkwaardigheid, gelijke kansen en ondersteuningsstructuren. Binnen dit kader staat individuele verantwoordelijkheid centraal: burgers worden geacht zélf vorm te geven aan hun leven in een pluriforme samenleving, met respect voor gemeenschappelijke waarden.
Daarbij wordt van inburgeraars én burgers verwacht dat zij uit eigen beweging en zelfsturend:
Nederlandse wetten, normen en kernwaarden respecteren;
sociaal en economisch participeren in de maatschappij;
gelijke kansen bieden, en zelf kansen benutten — gelijke of gelijkwaardige kansen bieden is een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, instellingen en burgers, deels verankerd in wet- en regelgeving;
op basis van wederzijds respect en begrip samenleven met mensen met andere achtergronden en levensovertuigingen;
de Nederlandse taal kunnen hanteren.
En van ingeburgerden en burgers wordt verwacht dat zij respect hebben voor:
universele mensenrechten;
democratie, rechtsstaat en open samenleving;
vrijheid, rekenschap, verdraagzaamheid, zelfbeschikking, zelfexpressie, zelfontplooiing en zelfrealisatie;
artikel 1 van de grondwet: "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie … is niet toegestaan";
sociaal-economische solidariteit en rechtvaardigheid;
ecologische duurzaamheid.
Als belangrijke Nederlandse kernwaarden in wetgeving, beleid en het dagelijks leven, wordt meestal gedacht aan:
Respect voor democratie, rechtsstaat en open samenleving.
Gelijkwaardigheid van iedereen: ongeacht etniciteit, geslacht, geaardheid of levensbeschouwing, et cetera.
Tolerantie: tav levensbeschouwing, leefwijze en meningsuiting.
Solidariteit en rechtvaardigheid: in verdeling van welvaart en welzijnsvoorzieningen
Individuele autonomie: zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid.
Neutrale publieke sfeer: met respect en ruimte voor diversiteit.
En, bij sociale normen en omgangsvormen, wordt meestal gedacht aan:
Directe communicatiestijl: met onverpakte positieve of negatieve feedback.
Egalitarisme: Weinig hiërarchie in sociale en professionele relaties; iedereen wordt geacht gelijkwaardig te zijn.
Consensuscultuur: Besluitvorming wordt vaak bereikt door overleg en het zoeken naar compromissen, ook wel "poldermodel" genoemd.
Pragmatisme: Een praktische benadering van problemen en een voorkeur voor efficiëntie.
Integratie, participatie en burgerschap vragen inzet en betrokkenheid van ‘Allen die zich in Nederland bevinden’: burgers, publieke en private organisaties en bedrijven — niet alleen degenen die aan het inburgeren zijn. Integratie en ontwikkeling van burgerschap mogen daarbij geen onvoorspelbare hindernisbaan zijn op weg naar een onbereikbare pot met goud aan het einde van een regenboog.
Het zou goed zijn als ‘allen die zich in Nederland bevinden’ af en toe nadenken hoe zij zich verhouden tot de Nederlandse kernwaarden en hoe zij deze kernwaarden in praktijk brengen binnen hun cirkel van invloed.
Waar naar gestreefd zou moeten worden is integratie en wederzijdse acceptatie.
Integratie betekent dat mensen deelnemen aan de samenleving en haar normen en waarden respecteren, terwijl ze tegelijkertijd hun eigen culturele identiteit behouden. Het is een proces van wederzijdse aanpassing: zowel de nieuwkomer als de samenleving past zich enigszins aan. Assimilatie houdt in dat iemand zijn of haar eigen culturele identiteit grotendeels of volledig opgeeft om volledig op te gaan in de dominante cultuur van de nieuwe samenleving. Het betekent dat de nadruk ligt op aanpassing aan de meerderheidscultuur, zonder dat er veel ruimte is voor behoud van de eigen achtergrond.
Acceptatie betekent dat je niet alleen iets toestaat, maar het ook echt erkent als legitiem of waardevol, zonder negatieve gevoelens. Het houdt in dat je iets volledig aanvaardt zoals het is. Acceptatie komt voort uit begrip en inclusiviteit, zonder innerlijke weerstand. Tolerantie betekent dat je iets toestaat, ook al ben je het er niet mee eens of voel je je er ongemakkelijk bij. Het impliceert een vorm van verdraagzaamheid zonder dat er sprake hoeft te zijn van goedkeuring of instemming. Tolerantie kan daarmee afstandelijk of onverschillig zijn; je verdraagt het, maar je hoeft het niet per se te omarmen.