📵 Zonder mobiel & internet

Bereid je dan voor door .... =â–º

thuis of overal waar je een goede internetverbinding hebt (* vooraf je bezoek te kiezen uit: 

â–  informeer jezelf via de website en begin bij de > homepage

â–  druk de > plattegrond af op het goed leesbare 'liggend A4-formaat'

â–  neem de beschrijving mee:

• op papier, door de paragraaf hier na, "Druk hier de beschrijving af", af te drukken. De gesproken en de gedrukte tekst komen grotendeels overeen.

• beluister de beschrijving op je mobiel via de  > Audiotour zonder internet

■ download, als gps-gebruiker, de > gps-tracks 

En vóórdat je vertrekt: probeer of jouw keuze(s) voldoen en werken 

Gebruik deze digitale wandelpagina niet tegelijk met de papieren flyer, dat kan helaas verwarrend zijn.

(* binnen het arboretum hapert veelal het mobiel internet.

Druk hiermee de beschrijving af

en neem de afdruk mee.... =â–º

Computer: Selecteer de onderstaande tekst, klik daarop met de rechtermuisknop en kies (selectie) afdrukken / printen; ± 6 blz..

Beschrijving

In deze beschrijving leer je meer over allerlei wetenswaardigheden in het Arboretum Oostereng (https://www.arboretumoostereng.nl). De genummerde witte audiopunten staan op de af te drukken > plattegrond. Ze geven géén route aan, daarvoor zijn er de oranje palen. Met uitzondering van de witte audio en oranje route palen, negeer al die andere palen.

Gebruik deze digitale wandelpagina niet tegelijk met de papieren folder, dat geeft grote verwarring.

Respecteer de bezoekersregels en wandel zo ook uitsluitend op de veelal met boomstammetjes gemarkeerde wat bredere paden.

 

nr. 01 Geschiedenis (start Bomenpad)

Het bestuur en de vrijwilligers van de stichting Arboretum Oostereng heten je van harte welkom en wij wensen je een aangename rondwandeling !

Eeuwenlang behoorde de Oostereng tot de woeste gronden van Nederland. Rond 1860 ontgonnen twee jonge ondernemers uit Leiden een flink stuk bos en bouwden er een boerderij. Lange tijd hebben ze geprobeerd er een rendabel bedrijf van te maken, o.a. door de productie van dennenpluis (‘boswol’) voor kussens en later door de aanplant van bessen en fruitbomen. Maar de grond bleek te arm te zijn om een goede opbrengst te leveren. De boerderij en grond werden verkocht. Rond 1890 werd een nieuwe buitenplaats met herenboerderij aangelegd en werden er parkbomen op het landgoed geplant. De bankiersfamilie Insinger kocht de herenboerderij aan het begin van de 20e eeuw, bouwde er een landhuis en liet bijbehorende oprijlaan mooi opknappen. Zij gaf in 1911 aan de beroemde tuinarchitect Leonard Springer opdracht om hier een Arboretum in te richten. Springer liet bijzondere bomen uit de hele wereld aanplantten. In de tweede wereldoorlog werd het landhuis door een bombardement verwoest. Daarna kocht Staatsbosbeheer de grond en plantte wederom een aantal bijzondere bomen. Vervolgens werd het hele gebied lang met rust gelaten. Het ITAL instituut heeft hier vanaf 1964 een kleine kernreactor met kantoren in bedrijf gehad, om proeven met het bestralen van planten en voedsel uit te voeren. De proeven werden na 20 jaar gestopt en in 1988 is de kernreactor ontmanteld en de bijbehorende gebouwen zijn gesloopt in 2002.

In 2011 stuitte Leo Goudzwaard van de WUR op oude documenten over het arboretum (bomentuin) en ging op onderzoek uit. Er bleken nog bijzondere en oude bomen uit de verschillende aanlegperioden terug te vinden, maar wel vaak in de verdrukking en overgroeid door bramen, vogelkers en esdoorns.

In overleg met de grondeigenaar – Staatsbosbeheer – en gesteund, eerst door studenten, later door een groep vrijwilligers, is Leo erin geslaagd paden langs de mooiste bomen en struiken aan te leggen. Veel moois is weer in het zicht gebracht en ook heel veel nieuwe soorten zijn aangeplant. Bordjes met de namen en ouderdom van veel bomen informeren de bezoekers. De vrijwilligersgroep zorgt nog steeds voor het onderhoud van het 12 hectare grote bosgebied. 

Met donaties van publiek en bedrijven wordt de collectie, nu ruim 500 houtsoortigen, uitgebreid en wordt het Bomenpad met zijpaden steeds verder verfraaid.

Vanaf dit audiopunt start de rondwandeling 'Bomenpad' (1,3 km), die je kunt volgen via de oranje palen.

Een uitgebreid achtergrond verhaal kun je online lezen in de > Veluwenaar van 7 augustus 2013 (https://www.de-veluwenaar.nl/2013/08/07/arboretum-oostereng-deel-1/).


nr. 02 Omgevallen bomen

Bij de storm van januari 2018 zijn hier in korte tijd enkele oude bomen gesneuveld. Langs het pad ligt de afgebroken stam van een beuk met tonderzwammen. Leuk om te zien dat na de val nieuwe tonderzwammen zijn ontstaan, ook weer met de open kant naar beneden maar dan 90 graden gedraaid ten opzichte van de al aanwezige zwammen, toen de beuk nog rechtop stond. Verder is er een grote lariks omgewaaid en een fijnspar geknapt, de afgebroken stam blijft doorgroeien.


nr. 03 Nieuw terrein op hoogte

In november 2020 is hier worteldoek verwijderd, dat twee jaar lang een grote oppervlakte met grond heeft afgedekt. Door de langdurige afdekking is grotendeels voorkomen dat na het destijds ‘met wortel en al’ verwijderen van de bramenstruiken, deze opnieuw uitgroeien uit de achtergebleven kleine wortelresten. Zodoende is er ruimte vrijgekomen voor nieuwe bomen. Zoals je kunt zien, zijn er al enkele markante jonge bomen aangeplant, die hier uiteindelijk het zicht gaan bepalen. Het bosgebied daarachter dient als rustgebied voor het wild: reeën, vossen, marters en zangvogels.


nr. 04 Veelstammige beuk

Deze samengestelde beuk is geplant rond 1890 als een vlechtwerk van jonge beuken. Elke plant afzonderlijk heeft zich ontwikkeld en gezamenlijk zijn ze uitgegroeid tot een imposante boom. Het zicht op deze markante beuk was mede aanleiding om dit gebied nader te onderzoeken en toegankelijk te maken. Bij flinke stormen vallen er wel regelmatigr dikke takken uit en is het niet raadzaam dicht rondom de boom te lopen.


nr. 05 Zichtlijn op esdoorn

Naar rechts zie je op enige afstand een oude esdoorn op een heuvel. Het tussenliggende gebied is van hoge begroeiing ontdaan zodat er vanaf het Bomenpad een zichtlijn is ontstaan. Op het kleine heuveltje op de voorgrond staan twee in 2018 aangeplante roodbladige zuilbeuken. De zichtlijn zelf is niet toegankelijk.


nr. 06 Open grasland met fruitbomen

Hier wordt het landschap meer open. In de tijd van Villa Oostereng was dit het zicht vanuit het huis naar de hier tegenover liggende Regentesselaan. Er staat hier even verderop een appelboom van ca. 50 jaar oud, verder zijn er diverse andere fruitbomen aangeplant. De grond is vruchtbaar wat te zien is aan de vele bloeiende planten, o.a. ratelaar en diverse klaversoorten. Dat is aantrekkelijk voor insecten daarom is - waar het pad naar links buigt – rechts een bijenhotel gemaakt. Bij dat punt zie je ook enkele mammoetbomen, nu nog klein maar ze hebben het in zich om heel hoog te worden. Het grasveld rond de fruitbomen beuk wordt gefaseerd gemaaid. Daarbij wordt ieder jaar slechts een deel van het gras gemaaid, waardoor er een hoogteverschil ontstaat. Vlinders kunnen zich daardoor beter oriënteren. In het niet afgemaaide gras zitten nog meerjarige planten die waarschijnlijk het volgende jaar weer opkomen. In het lange gras worden eitjes, larven en zaadjes beter bewaard. Het resterende afgemaaide gras biedt licht en ruimte in het jaar erop voor eenjarigen. Het maaisel wordt vooralsnog afgevoerd om de grond te verarmen. Dat is beter voor de komst van planten die graag op voedselarme bodem groeien. 

nr. 07 Hollandse Linde

Door jarenlange naaldenval, veel schaduw en droge onvruchtbare grond was dit buitenste gedeelte van het arboretum een weinig gevarieerd gebied. Door bodemverbetering en het weghalen van enkele dennen en esdoorns is er sinds een paar jaar meer licht in dit gebied gekomen en heeft jonge aanplant weer een kans gekregen. Enkele Hollandse lindes aan de buitenkant hebben zich weer hersteld. Door het pad langs enkele grote omgevallen bomen te laten kronkelen is in dit deel een sprookjesachtige sfeer ontstaan. 


nr. 08 Vlindertuin

De "Verborgen tuin" is in 2022 veranderd in een vlindertuin, waarmee de varieteit in het arboretum nog groter wordt. In de tuin staan diverse vlinder-,  bij-, kikkers/padden en vogelvriendelijke planten. Waaronder fruitbomen, uitbundig bloeiende vaste planten en honderden bloembollen. Gezamelijk bieden ze het hele jaar door voedsel. Bijvoorbeeld de boswilg en de hazelaar zijn al in het vroege voorjaar voedsel voor de bijen. Het fruit en de zaden leveren in het najaar en de winter voedsel.  

De vlindertuin is rondom beschut door recent geplante Rododendron struiken. Vanaf ongeveer het vijvertje loopt een open corridor naar het verderop gelegen westelijke grote grasveld met de fruitbomen. Vlinders en andere insecten kunnen hierlangs de tuin in- en uitvliegen. Het bos  rondom de tuin vormt voor ze een bijna ondoordringbare hindernis. Let ook eens op de aanplant van vele varens, geraniums en herfstasters.

Vanaf  het vijvertje loopt een pad met aan beide zijden hazelaars. Die moeten flink doorgroeien en worden uiteindelijk naar elkaar toe gebogen, zodat er een tunnel ontstaat.


nr. 09 Stenen bank

Deze bank is gemetseld met de stenen van de tuinmanswoning, die gebouwd was ten dienste van Villa Oostereng en in de vorige eeuw is afgebroken. Er is gemetseld in de zogenaamde Amsterdamse stijl, naar voorbeeld van eenzelfde bank in arboretum Schovenhorst. Soms is het uitproberen of nieuwe aanplant overleeft op bepaalde plekken. In dit gebied zijn sommige recent geplante hosta’s weggehaald, omdat deze daar blijkbaar hier niet willen groeien. Elders in het arboretum zijn ze wel met succes geplant. Afhankelijk van de soort kunnen de hosta’s bloeien van mei tot oktober. Slakken zijn er dol op, maar in de natuur valt de door hen gemaakte schade vaak mee door de vele natuurlijke vijanden, zoals vogels, egels en padden.


nr. 10 Begin oorspronkelijke arboretum

Na het donkere bos van Amerikaanse eiken en Rododendrons ben je aangekomen op een meer open gedeelte van het arboretum. Richting het westen zie je een hoog opgeschoten Europese lariks met weinig zijtakken en rechts een wal van takken. Er zijn hier de laatste jaren veel bomen gekapt en takken afgewaaid. Deze zijn door de vrijwilligers kort gezaagd of kort geknipt en gestapeld tot een natuurlijk muurtje, een zogenaamde ril. Deze takkenhoop trekt veel insecten en daarmee ook vogels, die hier zelfs in willen nestelen. De ril zorgt daardoor voor een waardevolle natuurlijke scheiding in het gebied. Achter deze ril begint het door Leonard Springer in 1911 aangelegde deel van het arboretum. En daar staan dan ook de oudere bomen.


nr. 11 Heuvelbank met zicht op beukenbos

Naar het noorden toe is er een vrij uitzicht op een groot beukenbos. Het Bomenpad vormt hier de beheersgrens tussen Arboretum Oostereng en dit beukenbos van Staatsbosbeheer. Aan de achterkant van het bankje bevindt zich het terrein waar vroeger de ITAL gebouwen stonden, nu rustgebied voor het wild. Hier wordt niets aangeplant en selectief gekapt, zodat de natuur ongemoeid blijft. Esdoorns hebben de neiging om als eersten te gaan overheersen en worden daarom veelal gekapt, om uitzaaiingen te voorkomen en andere planten een kans te geven.


nr. 12 Hemelboom 1911

Hier stond een van de bijzondere aangeplante bomen: een hemelboom (Ailanthus altissima). Deze boom moest vanwege dreigend omvalgevaar helaas worden verwijderd. Het oorspronkelijke wortelstelsel is uitgegraven om eens te laten zien hoe de wortels van een grote boom zich vertakken. Iets verder naar achteren heeft een zaailing van de hemelboom het gelukkig al weer tot een volwassen boom gebracht. Wettelijk gezien moet deze zaailing worden verwijderd, omdat de hemelboom aangemerkt is als een invasieve exoot. Aan de andere kant van het pad liggen veel door de storm van januari 2018 omgevallen fijnsparren. Ze zijn moeilijk te verwijderen en zullen in de loop der jaren door natuurlijke afbraak opgaan in de omgeving. Achteraan rechts zie je een hoge zilverwitte boom domineren, dat is een oude zilverspar (Abies procera). Deze boom is de een na hoogste van zijn soort in Nederland.


nr. 13 Elzenrij, nieuwe aanplant

Aan beide zijden van de rij elzen is er een groot gebied van bramen en brandnetels ontdaan, waardoor ruimte vrij kwam voor nieuwe aanplant. Aan de westkant is een rij taxusboompjes gezet als afscheiding met het wildrustgebied daarachter. Er zijn diverse zeldzame naald- en loofbomen aangeplant, waaronder exemplaren uit de sneeuwklokjesboomfamile (styrax-familie). Spontaan komen er veel bremstruiken, distels, springzaad en andere planten op. Deze worden door sommige parkbeheerders als onkruid gezien, maar wij zien ze op de Oostereng als kleurrijke vulling. Ter bescherming van de aanplant moet wel regelmatig een bepaald deel hiervan verwijderd worden.


nr. 14 Dubbele eikenlaan – taxus

In het verleden liep hier de verbindingslaan vanuit het landhuis naar de doorgaande koetsweg Arnhem-Utrecht; de laan werd gemarkeerd door een dubbele eikenrij waarvan er in de loop der jaren een aantal van verloren zijn gegaan. De vrijwilligersgroep Oostereng heeft de open plaatsen opgevuld met taxus-bomen op de historische onderlinge afstand van 12 Rijnlandse voet = 1 Rijlandse roede = 3,77 meter.


nr. 15 Japanse berk

Er is naar rechts een zichtlijn gecreëerd naar de Japanse grootbladige Berk, een zeldzame boomsoort waarvan er in Nederland maar enkele in volwassen staat zijn te zien. Aan de linkerkant is er zicht op een groepje oudere krentenbomen die in het voorjaar een mooi bloeiend geheel vormen en in juni eetbare bessen produceren. Hier is het wel toegestaan om even naar de Japanse berk toe te lopen.


nr. 16 Vak A/B/C

Het gebied waar je nu binnenkomt, is heel open van structuur. Hier stonden tot 2014 veel braamstruiken die geleidelijk bijna helemaal zijn weggehaald om plaats te maken voor nieuwe aanplant. Er staan nu loofbomen waaronder diverse soorten esdoorns en soorten van de styrax-familie. Ook verschillende naaldbomen, zoals zilversparren, hebben hier een plaatsje gekregen. Tezamen zullen ze naar verwachting in de toekomst een gevarieerd open bos gaan vormen.


nr. 17 Vrijwilligerswerk

Als je tijdens je rondwandeling van het mooie arboretum geniet, besef dan dat dit niet kan bestaan zonder de trouwe inzet van de 25 vrijwilligers. Zij zetten zich daarvoor allemaal belangeloos in, gedurende 1 tot 2 dagdelen per week.

Het is de enige vrijwilligersgroep van een arboretum in Nederland, die al het werk zelf doet. Om je een beter beeld te geven volgt hier een lange, doch niet uitputtende, opsomming van de vele lichte en zware werkzaamheden in willekeurige volgorde:

â–  Onderhouden van de wandelpaden, zoals egaliseren, maaien, snoeien, verwijderen van takken/bladeren en geleide stammetjes leggen

â–  Verwijderen van opslag zoals bramen, brandnetels, pitrus, hennepnetel, Amerikaanse vogelkers, reuzenbalsemien, Amerikaanse eik en jonge esdoorns. Vooral op 1-2 meter vanaf de paden

â–  Water geven aan een deel van de jonge aanplant

â–  Vrijhouden van aangeplante bomen en struiken

â–  Af en toe praatje met bezoekers maken

â–  Onderhoud van de vijvertjes

â–  Kweken en uitplanten van planten in de kwekerij

â–  Onderhouden van de naamborden

â–  Bijhouden van de planten-database

■ Geven van rondleidingen en excursies voor bezoekers in het arboretum 

â–  Onderhouden van de xylofoon

â–  Informatievoorziening regelen, zoals folders en lesmateriaal

â–  Onderhouden van houten banken en andere zitplekken

â–  Inspecteren en eventueel zagen van bomen in overleg en samen met SBB

â–  Onderhouden van boshuisje met inventaris

â–  Maken van zichtlijnen naar monumentale bomen e.d.

â–  Maken en onderhouden van rondwandeling / audiotoer

â–  Maaien van grasvelden in de geest van sinusbeheer

â–  Plaatsen van informatiebordjes bij planten

â–  Uitvoeren van reguliere bestuurstaken door voorzitter, penningmeester en secretaris

â–  Beheren en onderhouden van al het gereedschap en materiaal

â–  Zagen van resthout voor brandhoutverkoop

■ Verzamelen van planten uit vooral Nederland voor de collectie 

■ Organiseren jubileum 

â–  enzovoort

De zeer zware en risicovolle werkzaamheden worden in opdracht van Staatsbosbeheer uitgevoerd door goed geoutilleerde professionals. Veelal bestaat dit uit het omzagen van grote ernstig verzwakte bomen. Deze bomen kunnen namelijk onverwacht omvallen en vormen een risico voor de bezoekers (en vrijwilligers).

nr. 20 Wintereik

Deze oude statige wintereik had het moeilijk op deze plek doordat andere snelle groeiers het licht weghielden. Dat is nog te zien aan de dunne bovenkant (kroon). Door het rondom afsterven en rondom kappen van niet inheemse bomen (o.a. Amerikaanse eik) kan de eik herstellen doordat ze meer licht en water kan krijgen. Bij een wintereik groeien de eikels aan een korte steel en de bladeren groeien aan een lange steel. Bij de wintereik en de zomereik zijn het blad en eikels bijna gelijk. Maar de zomereik heeft de eikels op een lange steel en het blad heeft een korte steel.

Om beide soorten te kunnen onderscheiden is er dit ezelzbruggetje:

Kabouters zijn erg praktisch. 

In de winter roken ze hun pijp met een korte steel, waardoor het gezicht lekker warm blijft. Ze dragen dan warme lange broeken of rokken. De wintereik heeft korte eikelstelen en lange bladstelen.

In de zomer roken ze hun pijp met een lange steel, zodat ze het niet te warm krijgen in hun gezicht. Ze dragen dan verkoelende korte broeken of rokken. De zomereik heeft lange eikelstelen en korte bladstelen.


nr. 21 Vier rijen met beuken

Je ziet hier naar rechts en naar links op regelmatige afstand een hele lange rij oude beuken met daar tussen in lagere taxusbomen. Ze staan allemaal op 10 Rijnlandse Voet (3,14 meter) afstand. Dit is een oude lengtemaat, die hier gehandhaafd wordt uit cultureel historisch oogpunt. 

Erachter liggen nog drie even lange rijen met bomen, waaronder eiken. De bomen gaven hier vroeger de grens aan tussen het park gedeelte van het landgoed en het achter je gelegen bos. In de loop der tijd zijn er bomen tussen uit gevallen en die gaten zijn de afgelopen jaren symbolisch opgevuld met de taxusbomen.

Als je rechts bovenin de grote beuk kijkt, zie je dat een zijtak omhoog weer terug in de hoofdstam is opgenomen en zo een opening vormt. Dit gebeurt als natuurlijk proces vaker bij beuken. Het begint met het langs elkaar schuren van takken, waardoor ze uiteindelijk letterlijk met elkaar vergroeien. Bij de meerstammige beuk (audiopunt nr. 04) zijn er meerdere stammen kunstmatig dicht bij elkaar geplant en deze zijn nadien samen aaneen gegroeid.

Sinds de stormen in mei 2022 is het pad rond een omgewaaide flinke eik gelegd. Deze blijft zo liggen, waardoor bepaalde insecten en planten hier jarenlang in en op het dode hout kunnen leven. De omgewaaide boom zorgt voor meer licht op de grond, zodat planten meer kansen krijgen om te ontkiemen en op te groeien tot een meer gevarieerd bos.


nr. 24 Hooiruiter

Als de boer vroeger droog hooi wilde oogsten, moest het gemaaide natte gras eerst worden gedroogd op het maaiveld zelf door de zon en wind. Dat kan door het maaisel te laten drogen in lange rijen of kleine hoopjes. Die worden regelmatig geschud en omgekeerd voor een gelijkmatige droging (het 'opperen'). Een andere werkwijze is het maaisel te drogen op een hooiruiter, zoals je die hier ziet (het 'ruiteren'). Deze (verkleinde) hooiruiter bestaat eenvoudig uit drie verticale palen en aangebonden drie horizontale uitstekende dwarspalen. Daarbinnen waait de wind van onderaf door het midden van het opgestapelde maaisel omhoog en buitenop schijnt er de zon. Het maaisel hangt hier vrij van de grond en wordt zo niet vochtig door de dauw. De werkperiode is beperkt tot de opbouw en afbraak; het onregelmatige en arbeidsintensieve schudden en omkeren is niet nodig. Bij beide werkwijzen is droog weer onmisbaar. De stokken werden, na het drogen, hergebruikt, zoals om de klimbonen langsop te laten groeien.


nr. 25 Grote beukenstam

Sinds december 2020 staat hier het restant van een grote beuk uit het begin van de 20e eeuw. Doordat de boom vanaf de kruin geheel doormidden dreigde te scheuren, zou deze boom dit niet kunnen overleven. Alleen de stam is blijven staan en biedt onderdak aan alles wat leeft rond dood hout. Een lekker maal voor allerlei schimmels, en insecten, die zelf weer worden gegeten door vogels, die in de boomholtes gaan leven. Het zal nog jaren duren voordat de dode beuk geheel zal zijn vergaan.


nr. 26 Reuzen Xylofoon

Deze deels gestemde Reuzen Xylofoon is ooit gebouwd in kader van een kunstproject. Door met de erbij liggende stokjes tegen de hangende stokken te tikken kun je ‘muziek’ proberen te maken. Het hout bestaat alleen uit droog hout van de lokale loofbomen (eiken en robinia), want andere houtsoorten klinken dof. Als de grote stokken doffer gaan klinken, zijn ze verrot en worden ze vervangen.


nr. 27 Blotevoetenpad

Ervaar zelf hoe het is om op jouw blote voeten over dit pad te lopen. Het bestaat uit onder andere zacht mos, bladeren, dennenappels, schors, dennennaalden, keien en boomstammetjes. Het pad vergt best veel onderhoud, doordat de bedekking vergaat, verwaait, zich vermengt en omdat er ander materiaal opvalt, zoals recent er een complete boom op is gevallen !


nr. 28 Biodiversiteit

Vanaf hier heb je een goed overzicht over het terrein met de in de afgelopen jaren omgewaaide oudere bomen. In de komende jaren vormt zich hier een jong gemengd bos met talrijke soorten planten en dieren. De omgewaaide bomen worden bewust niet opgeruimd om zodoende de biodiversiteit te vergroten. Ze dienen als voedsel en broedplaats voor veel insecten, zoals de Reuzenhoutwesp (3 cm). Deze insecten trekken op zich weer insecten etende vogels aan. Zo zijn er vaak spechten te horen. Nu al vullen de zonrijke open plekken zich spontaan met jonge planten, waarbij de vrijwilligers ervoor zorgen, dat sommige snelgroeiende planten niet gaan woekeren, zoals de bramen, Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eiken.

Links zie je een in januari 2021 omgewaaide fijnspar liggen, die ernstig verzwakt in de kern was door een nu duidelijk zichtbare houtschimmel. Het afstervende hout vormt zo weer voedsel voor ander leven. 


nr. 29 Bijenhotel

Het bijenhotel op dit zonnige plekje is opgebouwd uit afgezaagde boomstammen, waarin met de boormachine tientallen gangetjes zijn geboord. In deze gangetjes kunnen solitaire bijen hun eitjes leggen. Deze bijen leven niet in een zwerm, zoals de honingbijen bij een imker. De eitjes worden per legsel achter elkaar in één gangetje gelegd. Elk eitje krijgt een eigen kamertje met voedselvoorraadje. Als alle eitjes gelegd zijn wordt het boorgaatje netjes dicht gemaakt. Als de eitjes uit komen eten de larven eerst hun eigen voedselvoorraadje op en na enige tijd vliegen ze in volgorde het gangetje uit. Soms zit een zandhagedis, tegen het warme hout geplakt, lekker te zonnen. Bij het bijenhotel zijn kleine stukjes met insectenvriendelijke bloemen ingezaaid. 


nr. 30 Boshuisje

Het huisje was honderd jaar geleden nog in gebruik als paardenstal voor de bosbeheerders en is daarna behoorlijk in verval geraakt. De vrijwilligersgroep van de Stichting Arboretum Oostereng heeft het gebouwtje helemaal opgeknapt, zodat het weer een gebruiksfunctie heeft. Het dient als opslag van gereedschap en materialen en als bespreek- en koffie/thee ruimte. Het gebouwtje en het terrein worden sinds 2019 gehuurd van Staatsbosbeheer. Hierdoor zijn inkomsten uit donaties nog noodzakelijker geworden. Uitsluitend daarmee houden de vrijwilligers het arboretum in stand.

==================================

Beoordeel s.v.p. achteraf je rondwandeling onderaan de site of ga naar https://docs.google.com/forms/d/1iXIdRgP5CFkk3LKMM16xZQRa7CxXjLth8UIdGWBOHro/viewform?edit_requested=true).


Leuk dat je het Arboretum Oostereng hebt bezocht.

We hopen dat je hebt genoten en zien je graag terug !