Het fundament van journalistiek is bewijs. Zonder bewijs is elk verhaal slechts een mening.
Bewijs kan vele vormen aannemen: beeldmateriaal, geluid, documenten, getuigenverklaringen, data, correspondentie of zelfs digitale sporen op internet.
Beeldmateriaal:
Foto’s en video’s van ooggetuigen, burgers, beveiligingscamera’s of dashcams.
Satellietbeelden of drone-opnames kunnen gebeurtenissen bevestigen of ontkrachten.
Geluid en opnames:
Geluidsfragmenten kunnen onthullen wat er werkelijk is gezegd of gebeurd.
Het verifiëren van authenticiteit is essentieel — geluid kan gemanipuleerd worden.
Documenten en data:
Overheidsstukken, e-mails, contracten, interne memo’s of financiële gegevens.
Digitale documenten kunnen metadata bevatten die helpen bij tijdlijnen of herkomst.
Getuigenissen:
Mensen die aanwezig waren bij gebeurtenissen of relevante kennis hebben.
Een goede journalist beschermt zijn bronnen en verifieert hun verhaal via onafhankelijke kanalen.
Online informatie:
Openbare data, sociale media, websites, databanken, of leaks.
Via open source intelligence (OSINT) kunnen journalisten patronen ontdekken in foto’s, locaties of digitale sporen.
De kracht van moderne journalistiek ligt in het combineren van al deze bronnen tot één consistent verhaal.
Eén beeld zegt niet alles — maar meerdere beelden, uit verschillende hoeken, samen met getuigenissen en data, kunnen een reconstructie vormen van wat écht is gebeurd.