Jezus en Oranje

Op zoek naar Jezus en Oranje: het beantwoorden van grote historische vragen II

Beeldvorming van historische figuren door de tijd heen is een historisch onderwerp op zich. De verandering in hoe wij mensen beoordelen zegt niet alleen iets over een verschuiving in het historische beeld, maar ook over hoe de maatschappij is veranderd. Zo zijn bijvoorbeeld de vroegere helden uit de gouden eeuw niet meer voor iedereen helden, als ze zich hebben schuldig gemaakt aan kolonisering of slavenhandel.

Twee grote constanten in de Vaderlandse Geschiedenis zijn vermeldingen van Jezus en het Huis van Oranje. Het is bekend dat het beeld van Jezus door de eeuwen is veranderd. Hij kon streng, angstaanjagend, liefhebbend, warm, emotioneel, et cetera zijn. Er zijn vele Oranjes in de geschiedenis geweest, die niet allemaal even positief beoordeeld zijn. Allemaal droegen ze bij aan het algemene beeld van het ‘huis van Oranje’. In dit hoofdstuk gaan we op zoek naar verschuivingen in de beeldvorming met behulp van digitale tools.[1]

Een manier om dergelijke verschuivingen op te sporen is door middel van woordassociaties. Als Jezus in een bepaalde periode veel in teksten voorkomt met woorden als ‘boosaardig’, ‘lelijk’ en ‘stram’, dan zou dat kunnen betekenen dat hij niet met heel veel liefde wordt beschreven. Als de Oranjes met ‘dapper’, ‘vroom’ en ‘bescheiden’ voorkomen dan kan dat betekenen dat ze doorgaans als positief werden afgeschilderd. Voor deze exercitie nam ik het corpus van het tijdschrift Vaderlandsche Letteroefeningen in de periode 1776-1876 om te kijken of er verschuivingen waar te nemen waren.

Voor een vraag als deze is het verleidelijk om aan de hand van allerlei hypothesen op zoek te gaan naar specifieke antwoorden en gericht te gaan zoeken naar termen als ‘vaderland’ en ‘liefde’. Dat zou echter een volkomen onnodige bias in het onderzoek introduceren, omdat ik me dan zou baseren op mijn eigen voorkennis en vooronderstellingen. Het mooie van digital humanities onderzoek is dat je vaak de bronnen kan laten spreken zonder onnodige inbreng van jezelf. Om die reden ben ik ook ditmaal ‘bottom up’ te werk gegaan.

Ten eerste selecteerde ik voor beide use cases alle teksten waar de woordcombinaties ‘van Oranje’, respectievelijk ‘Jezus Christus’ in voorkwamen. Voor ‘Van Oranje’ waren dat honderden teksten, voor Jezus meer dan 1000. Vervolgens haalde ik alle stopwoorden uit die teksten met een script dat specifiek gericht is op vroegmoderne teksten. Daarna ging ik simpelweg kijken naar woordfrequenties. Van woorden die vaak voorkwamen heb ik zonder discriminatie gekeken hoe groot de kans was dat ze in dezelfde tekst voorkwamen met mijn use cases.

Het bekijken van het samen voorkomen van woorden, woordassociaties, woordvelden of woordcollocaties, kan op verschillende niveaus. Je kan het net breed uitwerpen en kijken naar de hele tekst, maar je kan ook kijken op paragraafniveau of zelfs zinsniveau. Het een is niet op voorhand beter dan het ander. In al te grote teksten is het niet aan te raden om te gaan kijken op tekstniveau (of artikelniveau). Het heeft vermoedelijk weinig relevantie als op de eerste pagina het woord Jezus voorkomt en op de achtste pagina het woord ‘hond’. Tekstniveau is wel een goede optie als de tekst niet te lang is en voornamelijk handelt over hetzelfde onderwerp. Dan kan het juist wel iets zeggen als aan het begin van een artikel over Jezus het woord ‘Jezus Christus’ staat en aan het eind het woord ‘barmhartig’. De kans is dan nog steeds redelijk groot dat barmhartig te linken is aan Jezus. Voor sommige teksten is het echter zaak om het net minder ruim uit te gooien om te voorkomen dat er allemaal ‘troep’ mee komt die de resultaten vertroebelen. Met natuurlijk wel een toenemende kans dat relevante zaken net buiten het net vallen. Omdat de teksten in Vaderlandsche Letteroefeningen tamelijk kort zijn en doorgaans over hetzelfde onderwerp handelen, heb ik voor deze exercitie gekozen voor het bekijken van woordassociaties op artikelniveau. AMCAT was hiervoor een nuttige tool.

Voor Jezus kwamen er verschillende interessante termen uit de word count rollen die vaak voorkwamen, en derhalve de moeite van het onderzoeken waard waren, zoals:

‘Geluk’, ‘kracht’, ‘liefde’, ‘vrijheid’, ‘denkbeelden’, evangelie’, ‘geloof’, ‘invloed’, ‘leraar’, ‘verstand’, ‘waarheid’, ‘wetenschap’. Voor het huis van Oranje waren dat onder meer ‘vader’, ‘vaderland’, ‘volk’, ‘geschiedenis’, ‘landgenoten’, ‘natie’, ‘geluk’, ‘gevoel’, ‘hart’, ‘liefde’, ‘lof’ en ‘moed’. AMCAT kan een associatiescore geven door te kijken hoe vaak een term minstens een keer voorkomt in alle teksten met ‘Jezus Christus’ of ‘van Oranje’. Dus als in alle duizend teksten met daarin de woordcombinatie ‘Jezus Christus’ ook het woord ‘waarheid’ voorkomt dan is de associatiescore 100%, ofwel ‘1’.

De voorlopige conclusies van deze exercitie waren tamelijk interessant te noemen. Jezus komt in de loop van de negentiende eeuw meer voor met de termen ‘liefde’, ‘vrijheid’ en ‘kracht’, wat een verschuiving naar een meer persoonlijke Jezus lijkt te suggereren. Ook komt Jezus vaker voor met de termen ‘religie’ en ‘gospel’. Niet onbelangrijk is dat de associaties met het grootste deel van de veel voorkomende termen stabiel blijft, zoals met ‘God’, ‘man’, ‘mensen’, ‘kinderen’, ‘aarde’, ‘natuur’, ‘dood’ en ‘wereld’.

Voor het huis van Oranje zijn de conclusies over verschuivingen deels te koppelen aan de Oranjes die op dat moment aan de macht waren, over wie op dat moment het meest geschreven werd. Ook opbloeiend nationalisme en historische gebeurtenissen (zoals de scheiding met België) hebben de teksten gekleurd, waardoor ik met opzet de sleuteljaren (1815, 1830-31) niet heb meegenomen in de analyses. Wellicht weinig verrassend, maar wel bevredigend, is het resultaat dat het huis Van Oranje steeds meer gekoppeld werd aan ‘geschiedenis’, ‘natie’ en ‘vader’. Iets spectaculairder om te zien is dat alle positieve emoties tot 1830 een stijging kennen, maar daarna, na de scheiding met België, allemaal zakken op ‘moed’ en ‘liefde’ na. De Oranjes worden ook steeds meer geassocieerd met ‘God’ en ‘kerk’. Dit suggereert dus bij elkaar een toenemend beeld van het huis van Oranje als hoeders van het vaderland en de kerk, met een toenemende nadruk op moed en liefde.

Natuurlijk zijn er de nodige aantekeningen te zetten bij deze exercitie. De resultaten zijn nog altijd gebaseerd op relatief weinig ‘data’ en de conclusies kunnen ook door allerlei andere omstandigheden, van technologische, methodologische, historische of brontechnische aard, vertekend zijn. Toch is het een goed begin voor verder onderzoek. Op basis van een redelijk simpele, en weinig tijdrovende, computationele oefening kunnen al goed beargumenteerde hypotheses worden gevormd over een belangrijk onderwerp uit de vaderlandse geschiedenis.

==============

[1] Wetenschappelijke publicatie hierbij: S. ter Braake en A. Fokkens, ‘How to be Remembered: People and Concepts Intertwined’ in : A. Fokkens, S. ter Braake, R. Sluijter, P. Arthur en E. Wandl-Vogt eds., Proceedings of Biographical Data in a Digital World 2017. Proceedings of the Second Conference on Biographical Data in a Digital World, Linz, Austria, November 6-7, 2017 (nn 2018) 27-32.