Clubgeschiedenis
Atanis 50 jaar jong
De Aalbeekse tafeltennisclub blijft, niettegenstaande zopas het 15-jarig bestaan feestvol in de verf werd gezet, een vrij jonge beweging. Beweging inderdaad wanneer men de dynamische evolutie maar heel even bekijkt. Wie zegde ook weer dat het een louter strovuurtje zou zijn, na enige tijd uitgeblust. Niets was minder waar. Een beweging waar veel beweging instak: in het begin althans niet louter recreatief tafeltennis waar menig lid zijn eerste stappen zette. Geleidelijk werd kennis gemaakt met het competitietafeltennis Na ups en downs staat Atanis nu stevig op z’n poten en telt het liefst 4 ploegen in het provinciale competitiegebeuren.
HISTORIEK
We schreven zowat september 74 toen Atanis boven de doopvont werd gehouden. Meer dan 100 ingeschreven leden in 75, waartegen de infrastructuur in Edelweiss niet opgewassen bleek. Een wekker kondigde begin en einde van elke speelbeurt aan. Wat leek dat allemaal kort. In oktober 75 maakten twee ploegen voor het eerst kennis met de provinciale competitie, niveau 4e provinciale met een 4e en 5e plaats als eindresultaat. Ondertussen werd er heel wat gespeeld in onderlinge competitie. Ging het ledenaantal stilaan naar omlaag, dan groeide de belangstelling voor de provinciale competitie. Reeds in 76 werden 3 ploegen aangesloten, in 78 waren dat er 5. Ondertussen werd promotie gemaakt in zover dat in amper 5 jaar tijd de eerste ploeg in 1e provinciale aantrad. Momenteel wordt er gespeeld met 2 ploegen in 2e provinciale, één in 3e en één in 4e provinciale.
In september 79 startte men met het tornooi van Kortrijk. Het kleine Atanis liet zich duchtig gelden want naast meerder ereplaatsen hoorde de overwinning ervan tot de Aalbeekse rangen en dat liefst 4 maal na een.
HOOGTEPUNTEN
In het speeljaar 77-78 brachten de miniemen het tot kampioen van België. In 88 telden we een vice-kampioen van België in reeks D dubbel. Achtmaal werd het kampioenschap van West-Vlaanderen binnengehaald en dat door miniemen (3), kadetten (3) en junioren (2). In 88 werd Atanis algemeen West-Vlaams kampioen in 3e provinciale.
EVOLUTIE
De historiek toonde reeds aan dat het louter recreatieve tafeltennis geleidelijk de plaats heeft moeten ruime, voor het meer competitieve gebeuren. Blijft het eerste vanzelfsprekend bestaan, dan is het vooral het competitiespel die de kwaliteit van de spelers moet opvoeren. Er mag zelfs vooropgesteld dat het precies de provinciale competitie is die de vereniging overeind houdt.
Allereerst was er de onderlinge competitie die het eerste vuur wist op te vangen van een spelersgroep die én te talrijk én te heterogeen was. De provinciale competitie bracht een zekere nivellering naar boven toe. Heel wat spelers zijn werkelijk mekaar waard, alhoewel er altijd verschillen blijven bestaan, zowel op gebied van techniek, doorzicht concentratie en kampgeest.
PINGPONG, EEN SPORT?
Vaak wordt gezegd “zo’n vederlicht balletje heen en weerslaan, dat stelt toch op sportief vlak weinig voor”. Wellicht wordt die uitspraak in de mond gelegd van mensen die het nog nooit serieus geprobeerd hebben. Brute macht komt hier zeker niet kijken, veeleer haalt de techniek en de vaardigheid hier de bovenhand. Zonder behendigheid, reactiesnelheid, concentratie en doorzettingsvermogen haalt men het niet. Hersenen komen er ook bij te pas, een beoordelingsvermogen over het spel van de tegenstander. Hoe kan ik zijn minder goede kant uitbaten om hem in de fout te trekken. Tenslotte is het ook fysiek niet te onderschatten. Wie een halfuurtje serieus de bat controleert, staat behoorlijk in ’t zweet.
TOEKOMST
We hielden een terugblik op wat Atanis in het verleden presteerde en dat mag tijdens een feestgebeuren. Aan de toekomst dient door bestuur en spelers verder gewerkt. Financieel blijft het een zware dobber. Naast subsidie moet de kas aangevuld worden via extrasportieve activiteiten zoals een mosselsouper, een kaarting, een tombola, of een sponsor die het eventueel mogelijk maakt dat de ploegen uniform naar voor komen tijdens de competitie.
Op sportief vlak werd dit jaar gestart met een ploeg jonge spelers die niet de competitie kunne maken in 4e provinciale. Trainingen hebben plaats elke woensdag en vrijdag vanaf 17h in de benedenzaal van het ontmoetingscentrum. De zaterdag heeft de competitie plaats, een eerst match om 15u, een tweede om 19u.
Aan de toekomst wordt gewerkt en die ziet er goed uit. De sfeer tijdens de training is prima, werkelijk een groep vrienden die met elkaar opschieten, of laten we het kort Atanisfamilie noemen. Wie daar ook wil bij zijn, neme contract tijdens de trainingen.
Neergeschreven door Hanssens Hervais bij het 15 jarige bestaan, getypt door Schindfessel Laurent in augustus 2012.
Interview Hervais “Meester” Hanssens (augustus 2012)
Over de geschiedenis van de Aalbeekse Tafeltennisclub Atanis, en de fusie met Sint-Jan Kortrijk
Hoelang hebt u bij Atanis gespeeld, en hoe was de periode rond de oprichting?
Ik was niet een van de oprichters, maar onmiddellijk na de stichting heb ik me aangesloten. Vlak na de oprichting hadden we wel 100 leden! Dat was een boom, en nadien is dat geminderd tot rond de 50. De oprichting zelf is tussen pot en pint gegroeid, er was eigenlijk geen aanleiding tenzij de wens om te tafeltennissen. We speelden toen in zaal Edelweiss, waar er drie tafels stonden. Omdat er zoveel volk was, werd er een klok ingesteld: iedereen mocht 10 minuten spelen, en dan wisselen. We waren zeer blij als we eens 15 minuten aan een stuk konden spelen! Later zijn we verhuisd naar de benedenzaal van het OC te Aalbeke, waar er meer plaats was: 4 tafels voor de reguliere competitie.
Hoe is men tot de fusie met Kortrijk gekomen?
Kortijk had enkele sterke spelers, maar geen jeugd. Er gaapte een grote kloof tussen de betere spelers en de beginners. Atanis had wel een uitgebreide jeugdwerking, dus kwam de vraag van Kortrijk of geen fusie mogelijk was. In Aalbeke was daar veel reserve tegen, omdat men vreesde opgeslokt te raken door de grote stad. Na veel overleg werd er uiteindelijk toch gefusioneerd, met een compromis als naam: TTC Atanis Kortrijk.
Hoe verliep de competitie?
Atanis speelde direct competitie zoals we die nu al kennen: door de provincie georganiseerd tegen andere clubs. Vroeger werd er wel al eens gespeeld tegen Moeskroen maar nu niet meer. Vroeger vulde ik ’s zondags de wedstrijdformulieren in die Dany bij mij binnenstak. Toen werden de wedstrijdbriefjes in drievoud opgemaakt, en pas later op het wedstrijdblad ingevuld. Doordat ik dat deed, kende ik zeer veel spelers bij naam. Ik deed dat met plezier, hoewel ik soms bij Dany moest aandringen tegen dat ik de briefjes kreeg. (lacht)
De competitie was vrij gelijkaardig aan nu: 5de provinciale bestond toen al, maar de klassementen waren anders. Naar mijn aanvoelen is het nu makkelijker geworden om te stijgen dan vroeger.
Wat zijn uw persoonlijke herinneringen aan de competitie?
Ik speelde in Atanis B, de ploeg was vast met Pedro, Thierry en Pascal. Het was een voordeel om steeds met dezelfde te kunnen spelen. Ik was een beetje de nestor van de ploeg, en als het klassement het toeliet, speelde ik als derde man. Om de eerste man van de tegenstanders te kunnen kloppen natuurlijk! Maar ik heb het nooit begrepen op individuele prestaties. Voor mij was het belangrijkste dat de ploeg won: als ik vier op vier haalde, dan gebaarde ik van krommen aas. Natuurlijk was ik er erg op gebeten om te winnen, ik heb me altijd voluit ingezet. Maar de ploeg kwam op de eerste plaats.
Speelt u nu nog?
Sinds 2000 ben ik in Atanis meer recreatief gaan spelen, en nu speel ik enkel nog de donderdag seniorenspel in de sporthal van Rollegem. Vroeger speelde ik echt tot ik erbij doodviel. In 2005 heb ik nog het tornooi Roger Toussein voor de veteranen gespeeld en brons gehaald in mijn leeftijdsreeks. Als E4 heb ik daar een C6 geklopt! Ook een beetje dankzij mijn spel: kort bij de tafel, plat afslaan en mijn antitop. Ik was wel helemaal versleten achteraf. Maar nogmaals: individuele prestaties zijn nooit belangrijk geweest, wel de ploeg.
Hoe was de competitie tot 21 punten?
Dat was helemaal anders: toen kon je een dipje in het begin nog inhalen. Als je nu enkele punten op achterstand komt en de ander maakt een zwijntje, is dat dodelijk. Bij het spelen tot 21 had je ook de tijd om het spel van de tegenstander te leren kennen. Nu worden er in totaal ook minder punten gespeeld in een match. (3 winnende sets van 11 tegenover 2 winnende van 21).
Waren er andere activiteiten door Atanis georganiseerd?
Er was elk jaar een mosselsoupé om wat geld in het laatje te brengen, maar er werden geen andere uitstappen georganiseerd. Na de fusie was er ieder jaar een clubfeest met barbecue.
Wat is volgens u het geheim van een goede tafeltennisser?
Er is een minimum aan talent nodig, en vaardigheden als reactiesnelheid, behendigheid, doorzettingsvermogen. Veel trainen en oefenen speelt echter ook een grote rol. En ik zou ook zeggen dat je ‘met de kop’ moet spelen: beoordeel de tegenstander en kijk waar je hem kan pakken. En drank aan de tafel: dat zou moeten verboden zijn.
Vanwaar de bijnaam “meester”?
Omdat ik leerkracht was.
Andere
Ik ben ook erg actief geweest in een pétanque-club. Dat was mijn tweede favoriete sport: ik organiseerde wedstrijdjes en stelde de ploegen op. Ik heb die club zien bloeien, maar nu is het moeilijker om jeugd aan te trekken, zeker als er geen geldprijzen zijn. Dat is ook belangrijk: sport mag volgens mij geen geldspel worden, het moet om het plezier draaien.
Ik heb nog de tijd gekend dat je met twee zwarte rubbers mocht spelen, maar dat is dan verboden. De andere liet zich vaak vangen als ik mijn palet snel omdraaide. Dat lukt nu soms ook nog. (lacht)
Grootste sportieve prestatie van Atanis?
Met de miniemenploeg Belgisch kampioen worden. (Aanvullen met Dany’s vertellingen (*))
Dat we in 3de provinciale kampioen gespeeld hebben is ook een mooie herinnering. We speelden tegen Gullegem, en er was een zekere rivaliteit, maar ze hebben ervan gehad. Ik weet nog dat Pedro steeds zong van “Atanis D wordt kampioen”.
Afsluiter: Hervais, bedankt voor het interview.
(*) Dany: Toen de miniemenploeg geslecteerd was voor de Belgische kampioenschappen, werd er door de cafébaas zelfs een bus ingelegd voor alle supporters. Er was een ongelooflijk aantal mensen uit Aalbeke die meeging om te supporteren. Reeds op de bus was het een gezellige bedoening, en de vreugde nam toe naarmater de ploeg verder raakte in het tornooi. Dat onze miniemen uiteindelijk kampioen werden was de kers op de taart, en de rest van de avond was het groot feest op de bus en in het dorp. De ploeg is later nog gehuldigd geweest door de burgemeester (van toendertijd Aalbeke), want voor een gemeente als Aalbeke kwam het toch niet vaak voor dat er een Belgisch kampioen kon gevierd worden.