Verkiezingen

Democratie wil zeggen dat het volk bestuurt. Maar echt letterlijk kun je dat niet nemen. In een samenleving met miljoenen mensen kunnen we niet allemaal voortdurend bezig zijn met besturen. Daarom duiden we mensen aan die voor ons besturen. De democratie is dan een vertegenwoordigende democratie.

De mensen die ons in het bestuur vertegenwoordigen, duiden we aan door verkiezingen. Verkiezingen moeten regelmatig opnieuw gehouden worden. In de meeste democratische landen is dat om de vier of vijf jaar. Door regelmatig verkiezingen te houden, moeten de vertegenwoordigers rekenschap geven over hun opdracht. Ze kunnen ook weggestemd worden door de kiezers.

In Vlaanderen verkiezen we om de vijf jaar onze vertegenwoordigers in het Vlaams Parlement, in het federale Parlement en in het Europees Parlement. In de gemeenten verkiezen we om de zes jaar onze gemeenteraad.

Verkiezingen moeten op een vrije en eerlijke manier verlopen. Alle partijen moeten evenveel kans krijgen om hun standpunten te verkondigen. De kiezers moeten zonder hinder en in het geheim hun stem kunnen uitbrengen.

Hoe wordt een regering gevormd?

Nadat er verkiezingen zijn geweest en we dus weten hoeveel stemmen elke partij haalt, moet er een regering gevormd worden. De grootste partij, de partij die de meeste stemmen heeft behaald bij de verkiezingen gaat dan praten met andere partijen om te kijken of ze het eens kunnen geraken over hoe ze het land willen gaan besturen.

Als verschillende partijen het zo met elkaar eens raken en zo een grote groep vormen of coalitie vormen, gaan deze partijen een regering vormen. Bij het vormen van de regering wordt er beslist welke personen er minister mogen worden en welke bevoegdheid ze krijgen, zoals minister van buitenlandse zaken of de minister van financiën.