Onderstaand vind je opdrachten die passen bij Werkproces 1 van Persoonlijk profileren - Onderzoekt zichzelf. Je kunt uit deze opdrachten kiezen welke je wilt gaan doen om dit werkproces te bewijzen. Je kunt duidelijk zien wat je per opdracht moet doen om aan 1 bewijsstuk te voldoen. Soms bestaat 1 bewijsstuk uit meerdere, kleine opdrachtjes.
Een 360 graden feedback is een uiterst nuttig instrument om inzicht te krijgen in je sterke, maar ook minder sterke kanten. Om jezelf goed te onderzoeken, is het belangrijk dat je daarvoor andere mensen gebruikt.
Vraag aan minimaal 3 mensen die jou goed kennen om een 360 graden feedback formulier te beantwoorden. Het beste is om mensen te vragen uit zoveel mogelijk verschillende levensgebieden, zoals familie, vrienden, je partner, collega’s, je leidinggevende, klasgenoten. Hoe meer feedback je vraagt, hoe beter het is. Je mag de 360 graden feedback in ontvangst nemen zonder daarop enige vorm van commentaar te geven. Bedank de mensen voor hun inzet! Vul het 360 graden feedback formulier ook voor jezelf in.
Onderstaand zijn voorbeelden van vragen die je kunt gebruiken, om je eigen feedbackformulier samen te stellen. Je hoeft niet al deze vragen te gebruiken, maar maak een selectie van wat jij belangrijk vindt om over jezelf te weten te komen. Bedenk ook gerust zelf vragen die je wilt stellen:
Hoe zou je mij beschrijven?
Omschrijf mij eens in 3 woorden.
Waar zit naar jouw idee mijn kracht?
Wat zijn mijn kwaliteiten?
Wat zijn mijn valkuilen?
Wat vind je goed aan mijn manier van communiceren?
Kun je een concrete situatie benoemen waarin je zag dat ik in mijn element was?
Als je mij zou aanbevelen voor een baan, wat zou je dan zeggen?
Waar zoek jij mij voor op?
Wat kun je zeker aan mij overlaten?
Wat is mijn toegevoegde waarde in de familie/vriendengroep/op het werk?
Waar zie jij ruimte voor ontwikkeling?
Wat zie je mij in de toekomst doen?
Waar word ik blij van volgens jou?
Waar heb ik een hekel aan volgens jou?
Hoe is/was het om met mij om te gaan en/of samen te werken?
Welke persoonlijke eigenschappen van mij waardeer je het meest?
Welke kennis, talenten en vaardigheden waardeer je het meest?
Wat denk je dat voor mij valkuilen zijn (in de omgang met anderen) waar ik op moet letten?
Waarin zie je ontwikkelingsmogelijkheden voor mij?
Wat voor werk zie je mij doen over vijf jaar?
Wat is mijn blinde vlek? - iets wat ik doe, waar ik me niet bewust van ben?
Wat zou je mij nog meer willen vertellen?
Als je een vragenlijst hebt samengesteld, stuur deze dan op naar de mensen om je heen. Als je de vragenlijsten terug krijgt, doe dan een analyse van de uitkomsten. Zijn er overeenkomsten? Zie je verschillen? Waar zou dan aan liggen denk je? Kun je je vinden in de feedback die je hebt gekregen?
Schrijf dan nog een reflectie over de opdracht.
Dit bewijsstuk bestaat uit 3 kleine onderzoeken die je zelfstandig uit kunt voeren.
Hoe ga jij om met stress? Lees het artikel goed door. Leg in eigen woorden uit wat een Coping-strategie is. Beschrijf de Coping-strategie die op jou van toepassing is en gebruik daarbij minimaal 2 voorbeelden waarin dit naar voren is gekomen. Beschrijf ook hoe jij denkt dat dat komt en wat je ervan vindt. Zou je een andere Coping-strategie willen aanleren? Klik op onderstaande link:
Coping-strategieën
Bekijk het filmpje over kernkwadranten. Probeer een kernkwadrant voor jezelf te maken. Bedenk dus alvast een allergie die jij hebt, of juist een kwaliteit. Werk vanuit 1 hoek en vul zo de andere hoeken in. Geef heldere uitleg bij alle hoeken van je kernkwadrant. Je kunt meer informatie vinden over kernkwadranten via de link hieronder:
Kernkwadranten
Kies 1 van de testen op onderstaande site. Kies je voor de persoonlijkheidstest van psycholoog Jung? Kies je voor de zelfvertrouwen-test? Of toch voor de integriteitstest? Maak de test en schrijf de uitkomsten op. Vertel ook waarom je juist voor deze test hebt gekozen. Reflecteer op de uitkomsten van de test.
Voor je toekomst is het goed om je tijdens je opleiding stil te staan bij wat de eigen opvoeding voor invloed op je heeft gehad op wie je nu bent als mens. Maar ook de invloed ervan op o.a. je eigen beeldvorming, je opvattingen over geloof, seksuele voorkeur, het omgaan met verantwoordelijkheden, maatschappelijke problemen, politieke voorkeur enz., Kortom alles dat van invloed is geweest op je eigen visieontwikkeling dat noemen we ook wel 'socialisatie'.
Als zorg of welzijn medewerker ben je vooral gericht op de socialisatie van de doelgroep waar je mee werkt, maar het is ook en vooral goed om jezelf in je ontwikkelingsgeschiedenis te kennen. We zeggen wel vaker: als je jezelf niet goed kent, hoe kun je de ander dan goed helpen?
Zelfkennis verkrijg je voor een groot deel door reflectie op wat je is overkomen en hoe je er op gereageerd hebt. Als je goed kijkt, vallen je vaak patronen op. Naar aanleiding van bepaalde gebeurtenissen in je leven, ben je namelijk geneigd in eenzelfde type situatie op dezelfde manier te reageren. Hoe ingrijpender en bedreigender een gebeurtenis was, hoe meer afweer vaak de reactie met zich meebrengt. Verdedigingsmechanismen heten ze in de psychologie. Voor wie met mensen wil werken, is het belangrijk om je bewust te zijn van je eigen socialisatieproces, anders kan zo'n afweerreactie misschien belemmerend werken in je cliëntbegeleiding.
Vooral de vraag "Welke invloeden hebben op mij ingewerkt?" is van belang. Het schrijven van een socialisatieverslag levert je inzichten op, die het jezelf gemakkelijker maken om te kunnen relativeren. Je zult inzien dat jouw eigen normen en waarden niet de enige geldende normen en waarden zijn. Je krijgt nieuwe inzichten van wat belangrijk is. Dat levert je meer inzicht op in je eigen waarden en normen.
Door je socialisatieverslag te schrijven krijg je een beter inzicht in je eigen persoonlijkheid of eigen identiteit. Het schrijven van je verhaal verheldert welke keuzes en personen belangrijk zijn geweest voor je levensloop tot nu toe. Wat heeft je gemaakt tot wat en wie je nu bent?
Ook kan een socialisatieverslag inzicht geven in bepaalde verbanden, die eerder nooit zo opgemerkt zijn. Bepaalde gebeurtenissen blijken zich telkens te herhalen. Of door steeds bepaalde keuzes in het leven te maken, wordt ineens een rode draad zichtbaar.
Door dit te doen ervaar je hoe belangrijk de psychosociale ontwikkeling is voor jezelf maar ook wat dit betekent voor de cliënten waarmee je werkt.
Je kunt met cliënten, vooral met ouderen, ook werken met een socialisatieverslag of levensverhalen. Het is een uitstekend middel om echt contact te maken en de cliënt als een uniek persoon te zien met een geheel eigen geschiedenis.
Onderstaand is een bouwplan voor een socialisatieverslag. Maak keuzes waarvan jij denkt dat ze belangrijk zijn om te vertellen over jouw socialisatie. Het is JOUW socialisatieverslag, je mag hem daarom ook helemaal naar jouw idee maken. Houd er alleen rekening mee dat onderstaande punten wel erg belangrijk zijn om te noemen en bij stil te staan.
Correct gebruik van de Nederlandse taal.
Een geordende/logische opbouw van het verslag: kop-romp-staart.
Aantal pagina's: minimaal 8 en maximaal 10 exclusief voorblad, inhoudsopgave en inleiding.
KOP
Een inhoudsopgave
Een inleiding waarin je beschrijft wat de lezer kan verwachten
ROMP
Een aantal hoofdstukken waarin je je eigen socialisatieproces beschrijft aan de hand van de hieronder aangegeven opsomming van items
Een hoofdstuk waarin je ingaat op de relatie tussen je socialisatie en de keuze om zorg en/of welzijnsmedewerker te worden
STAART
Een conclusie: hierin vat je het voorgaande kernachtig samen en beschrijf je wat het jou heeft opgeleverd, met andere woorden: wat je ervan geleerd hebt.
Maak een keuze uit de volgende items in inhoud aan de 'ROMP' te geven:
Milieu en cultuur algemeen (samenhang met gezinsinkomen/etniciteit/religieuze achtergrond/sociale klasse)
Thuissituatie/opvoedsituatie (gezinssamenstelling/plaats in de kinderrij en invloed daarvan/normen en waarden vanuit je gezin)
Woonomgeving (stad of platteland/flat of rijtjeswoning/veilig of onveilig)
Geloof/levensopvatting (invloed religie/politieke opvattingen/mensbeeld)
Ingrijpende gebeurtenissen (life-events zoals immigratie/verhuizing/scheiding ouders/overlijden van belangrijke mensen of dieren)
Belangrijke personen (in je familie of vriendenkring)
Invulling vrije tijd (hobby's/sport/club/vereniging)
Studiekeuze (invloed van persoon/gebeurtenis/leefomgeving)
Positionering (zelf pesten of gepest worden/plaats in de 'peer-group')
Esthetische en ethische ontwikkeling (wat vind je mooi en waarom/het onderscheid tussen goed en kwaad/belangrijkste normen en waarden)
Maak een Ecogram en een Levenslijn van jezelf.
Tevens zijn het zijn handige tools die je mee kunt nemen in je 'toolbox' als welzijnswerker.
Je kunt hiermee oefenen door het voor jezelf in te vullen om later in te zetten bij je cliëntbegeleiding. Door het maken van een Ecogram breng je je sociale netwerk in kaart, door het maken van Levenslijn breng je belangrijke gebeurtenissen uit je leven in kaart. Door deze tools in te zetten bij je cliënt, kun je die dingen voor hem en voor jou inzichtelijk krijgen. Dit kan helpen om met elkaar in gesprek te gaan en eventueel om doelen te stellen.
Je mag je creativiteit gebruiken voor deze opdracht. Vind je het leuk om dit op papier te tekenen en kleuren te gebruiken? Of liever in een programma zoals Paint of Word? Of maak je er een grafisch aantrekkelijk geheel van via bjivoorbeeld www.canva.com? Mag allemaal!
Reflecteer op het eind op je Ecogram en Levenslijn. Het moet goed duidelijk worden wat deze opdrachten voor jou betekenen en waarom je deze opdracht hebt gekozen voor dit werkproces.
Ecogram
In een Ecogram breng je de omvang en kwaliteit van het sociale netwerk van een kind, jongere of opvoeder in beeld. Het biedt een overzicht van belangrijke sociale contacten in het leven van de cliënt. Dat kunnen familieleden zijn, maar ook vrienden, kennissen en zorg- en dienstverleners. Met symbolen zoals emoticons, lijnen met een betekenis of andere creatieve dingen, maak je in het Ecogram de aard van de relatie zichtbaar. Enkele voorbeelden:
Levenslijn
Tijdens een gesprek met een cliënt kun je met iets bijzonders beginnen: het maken van een levenslijn. Je kunt de verteller uitnodigen om in grote lijnen iets te zeggen over de mijlpalen, de belangrijke momenten, hoogte‐ en dieptepunten van zijn of haar leven. Dit kan de cliënt vervolgens tekenen in een zogenaamde levenslijn. Je kunt ervoor kiezen om met jaartallen te werken, of periodes in het leven. Je kunt een middellijn tekenen die voor 'normaal' en '0 jaar'telt. En daar kun je hoogte en dieptepunten per jaar van maken. Je kunt ook foto's gebruiken om de levenslijn nog meer beeldend te maken. Enkele voorbeelden: