Les 7 - ET en voorkennis H4
Leerdoelen ET
1. Je kunt beschrijven wat een halve lijn is
2. Je kunt vanaf een bovenaanzicht kijklijnen tekenen
3. Je kunt de begrippen benen, hoekpunt en graden koppelen aan een hoek
4. Je kunt aan een hoek herkennen of deze vol, gestrekt, stomp, recht of scherp is en de eigenschappen van dit soort hoeken benoemen
5. Je kunt de juiste tekens koppelen aan een hoek (boogje, letter, rechte hoek)
6. Je kunt met je geodriehoek hoeken (tot 180 graden) meten.
7. Je kunt met je geodriehoek hoeken met een gegeven grootte (tot 180 graden) meten.
8. Je kunt met je geodriehoek hoeken met een gegeven grootte (tot 180 graden) tekenen
9. Je kunt beschrijven wanneer hoeken overstaande hoeken zijn
10. Je kunt overstaande hoeken herkennen
11. Je kunt bij overstaande hoeken herkennen welke hoeken even groot zijn
12. Je kunt m.b.v. voorkennis over soorten hoeken en overstaande hoeken, hoeken berekenen
13. Je kunt met verkregen gegevens (lengte zijden en/of hoeken) een driehoek tekenen m.b.v. je geodriehoek
14. Je kunt beschrijven wat een gelijkbenige driehoek is
15. Je kunt de begrippen benen, basis, basishoeken en tophoek koppelen aan een gelijkbenige driehoek
16. Je kunt beschrijven wat een gelijkzijdige driehoek is
17. Je kunt beschrijven wat een rechthoekige driehoek is
18. Je kunt het juiste teken in de hoek van een rechthoekige driehoek plaatsen
19. Je kunt m.b.v. de hoekensom van een driehoek de grootte van hoeken berekenen
20. Je kunt met vergreken gegevens een schets maken van een driehoek om de grootte van een hoek te berekenen
Leerdoelen voorkennis H5
· Je kunt kommagetallen bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken
· Je kunt kommagetallen met elkaar vermenigvuldigen