1. Je kunt benoemen wat roosterpapier is en m.b.v. roosterpapier een vierkant tekenen.

2. Je kunt de begrippen vlakke figuur, zijden, rechte hoeken en hoekpunten koppelen aan een vierkant.

3. Je kunt met de geodriehoek een loodlijn en evenwijdige lijnen tekenen.

4. Je kunt de definitie van ruimtefiguren (lichamen) noemen

5. Je herkent de ruimtefiguren kubus, balk, bol, kegel, piramide, cilinder en prisma.

6. Je herkent gebogen en platte vlakken.

7. Je kunt de begrippen zijvlak, ribbe en hoekpunt koppelen aan een ruimtefiguur.

8. Je kunt met de geodriehoek controleren of een hoek een rechte hoek is.

9. Je kunt de zijdes van een vierkant benoemen en de vierkant een naamgeven a.d.h.v. de hoofdletters in de hoekpunten.

10. Je kunt de begrippen hoekpunten, ondervlak, bovenvlak, zijvlak en ribbe koppelen aan een kubus.

11. Je kunt de zijdes van een kubus benoemen en de kubus een naamgeven a.d.h.v. de hoofdletters in de hoekpunten.

12. Je kunt een bouwplaat en uitslag van een kubus herkennen.

13. Je kunt benoemen wat een rechthoek is en met de geodriehoek een rechthoek rekenen met gegeven lengtes.

14. Je kunt een diagonaal in een vierhoek tekenen.

15. Je kunt de begrippen grondvlak, cirkel en cilindermantel koppelen aan een cilinder.

16. Je kunt de begrippen straal, middellijn, diameter en middelpunt koppelen aan een cirkel.

17. Je kunt een cirkel met een gegeven straal of diameter tekenen.

18. Je kunt de begrippen grondvlak, opstaande zijvlakken koppelen aan een piramide.

19. Je kunt een driehoek met gegeven zijden tekenen met cirkels als hulpmiddel.

20. Je kunt een uitslag en bouwplaat tekenen van een piramide.

21. Je kunt een grondvlak en een bovenvlak van een prisma herkennen en herkennen een vierkant in de overige vlakken.

22 Je kunt de begrippen top, grondvlak, opstaande zijvlakken en opstaande ribben koppelen aan een piramide.

23. Je kunt een piramide een naamgeven a.d.h.v. de letters in de hoekpunten (met T bij de top)

N.v.t.