Het vooronderzoek begint met het opstellen van een onderzoeksvraag met de daarbij behorende deelvragen. Aan de hand van de deelvragen wordt aan het eind van het vooronderzoek de hoofdvraag beantwoord. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar de huidige situatie en naar de ervaringen van patiënten met gelaatsprotheses.
Er wordt een plan gemaakt voor het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen van het onderzoek. Daarin wordt beschreven hoe de vragen beantwoord gaan worden, wie en wat daarvoor nodig zijn en hoe de resultaten van het onderzoek zullen worden verwerkt. Ook worden de interviewvragen uitgedacht.
De deelvragen worden beantwoord aan de hand van literatuuronderzoek en interviews met de expert en patiënten met een gelaatsprothese. Met behulp van deze deelvragen wordt vervolgens de onderzoeksvraag beantwoord. Dit wordt in de vorm van een werkstuk (het profielwerkstuk) opgeleverd.
Het idee met de go wordt verder uitgewerkt. Het moet voldoen aan de eisen van het Programma van Eisen en Wensen. Verder wordt er een prototype gemaakt dat aan de hand van de ontwerpcyclus verbeterd wordt tot er een uiteindelijk ontwerp uit volgt. Daarnaast wordt er een begroting gemaakt waarin staat hoeveel het hulpmiddel zal kosten.
Aan de hand van het prototype wordt het ontwerp getest door een deel van de proefgroep. Pas als het ontwerp voldoet aan de eisen en wensen wordt het als voltooid geacht.
Naast het prototype wordt een handleiding voor toekomstige gebruikers opgeleverd. Die handleiding is in de vorm van een printbare handleiding met bijbehorende uitlegvideo waarin aan de hand van het prototype wordt uitgelegd hoe het product gebruikt dient te worden.