De tijd van de late middeleeuwen was een periode van voorspoed. De productiviteit in de landbouw stimuleerde de stedelijke ontwikkeling en de handel nam toe. Ondanks dat was het een onzekere en angstige tijd. De pest met de bijnaam de Zwarte Dood zorgde voor dood en verderf. In de kerk waren er veel misstanden en geestelijken die het goede voorbeeld hadden moeten geven, gaven zich over aan een losbandig leven met veel rijkdommen. In Deventer ontstond een tegenbeweging die veel weerklank ondervond: de Moderne Devotie. Deze beweging had veel aandacht voor het leven en lijden van Christus, het lezen van de bijbel en waarden als zuiverheid, eerlijkheid, barmhartigheid en innerlijke harmonie. Deventer en Zwolle werden de centra van de Moderne Devotie en via de Hanze werd dit gedachtengoed ruim verspreid. In 1387 werd in Windesheim een klooster gebouwd dat uitgroeide tot een moederklooster met wel 100 aangesloten kloosters in binnen- en buitenland dat bekend staat als het Kapittel of de Congregatie van Windesheim.