*) STEAM staat voor Science Technology, Engineering, Art and Mathematics
Je leert hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. Denk bij aarde en ruimte aan:
(a) structuur van de aarde (lithosfeer, hydrosfeer en atmosfeer), (b) bodem, gesteenten, gebergten, erosie en tektoniek, (c) water: zout en zoet, stroming, verdamping, getijden, (d) lucht: atmosfeer, stratosfeer, (e) seizoenen, klimaat en weer, (f) geschiedenis van de aarde, invloed van menselijk leven op de aarde, (g) zonnestelsel, melkweg, heelal, sterren, oerknal, zwaartekracht.
Je leert in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leert hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
Je leert over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
Je leert onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.
Je leert bij producten uit je eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
Je leert oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
Je leert eenvoudige meetkundige problemen oplossen.
Je leert meten en rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Denk bij meten en meetkunde aan:
Meten, ruimtelijke oriëntatie, navigatie, vormen en figuren, weergeven van verbanden in grafieken en tabellen.
Leren programmeren is een vaardigheid. Je moet eerst even weten wat het is en kunt leren hoe het moet.
Leren programmeren wordt 'computual thinking'. Creatief met de computer.