Dodenzondag - Eeuwigheidszondag


De laatste zondag vóór het begin van de Advent, de laatste zondag van het kerkelijk jaar, wordt ook wel Zondag van de Voleinding, Eeuwigheidszondag of Dodenzondag genoemd. Dodenzondag is de oudste benaming. Het eigen karakter van deze zondag is ontstaan in 1816, toen koning Frederik Willem III van Pruisen bepaalde dat die laatste zondag een "algemeen christelijk feest ter herinnering aan de overledenen" zou zijn. Hierbij speelde ook de nagedachtenis een rol, aan hen die in oorlogen waren gesneuveld. Deze Dodenzondag, van oorsprong een Lutherse gewoonte, werd op die manier de protestantse tegenhanger van Allerheiligen (1 november) en Allerzielen (2 november), de gedenkdagen binnen de Rooms-Katholieke kerk van de gestorven gelovigen. In reformatorische kringen werd de Dodenzondag op theologische gronden steeds weer afgewezen en er werden andere namen aan gegeven, zoals Eeuwigheidszondag. Toch is het wel de gewoonte geworden op deze zondag de mensen die in het afgelopen jaar zijn overleden, met name te noemen en met hun nabestaanden in het gebed te gedenken.

Het is dus de laatste zondag van november, dat als dodenmaand begon met Allerheiligen en Allerzielen. In november is hier op het noordelijk halfrond de natuur afgestorven, de bomen en struiken zijn kaal, de akkers zijn leeg, het vee staat op stal. November heeft als oude naam ook Slachtmaand, de maand waarin overtollig vee geslacht werd. Nog voordat bij het begin van de Advent het innerlijk licht van kerstmis zich laat aankondigen, lijkt de wereld godverlaten. Maar juist in deze tijd is de geestwereld van de gestorven zielen het meest dichtbij.

In de oud-Keltische traditie werd dit werkelijk beleefd, waarvan de viering van Halloween (de Allerheiligenavond op 31 oktober) een herinnering is. De Kelten dachten namelijk dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terug kwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar. Vandaar dat de atmosfeer van de aarde van die geesten moest worden gereinigd, die geesten worden afgeschrikt.
In de Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was oudejaarsavond. De oogst was binnen, het zaaigoed voor het volgende jaar lag klaar en dus was er even tijd voor een vrije dag, het Keltische Nieuwjaar of Samhain (uitspraak Saun, het Ierse woord voor de maand november).

November is dus van ouds verbonden met het stervensproces en de wereld van de gestorvenen. Ook in onze moderne tijd kan het een goede gewoonte worden om ons in gedachten te wenden tot de wereld van de gestorvenen, in het bijzonder tot die welke wijzelf hebben gekend.
Met kinderen kunnen wij gerust ook vrij over de dood spreken. Helmut von Kugelgen (*) sprak eens tot kleuterleidsters en jonge moeders:

‘Dat men denkt dat men niet met kleine kinderen over de dood kan spreken, komt voort uit het materialisme, intellectualisme en de sentimentaliteit die in onze cultuur zijn binnengedrongen. Maar materialisme, intellectualisme en sentimentaliteit zijn voor de natuur van het kind vreemd. Het kind komt vanuit een geestelijk-hemels bestaan en begint nog maar net in de aardse omgeving en de stroom van zijn erfelijkheid thuis te raken. Wanneer in het bewustzijn van de volwassenen de dood kan leven als een moment van een hemelse geboorte, dan zullen de kinderen ermee omgaan als een feitelijkheid van het leven. We kunnen de hemelse geboortedag zelfs ook vieren. Ja, vier de sterfdag van een geliefd persoon als zoals je ook een gewone verjaardag viert, met vreugde en dankbaarheid jegens de persoon die eens met ons samen was en nu is teruggekeerd naar zijn thuisland. Wanneer we dit kunnen, gaat de dood weer tot het normale leven behoren. Kinderen die eraan gewend zijn om van jongs af aan de sterfdag te vieren van iemand, die deel van hun sociale leven uitmaakte, leren zij ook om de geestelijke zijde van de dingen als reëel te nemen. En dat geeft een bodem voor de religieuze ervaring en een brede visie op de mens en de wereld.'


Op Eeuwigheidszondag zijn er verschillende rituelen die vaak worden uitgevoerd om de overledenen te herdenken en om troost en hoop te bieden aan de nabestaanden. Hier zijn enkele gebruikelijke rituelen:

Voorlezen van Namen: Tijdens de kerkdienst worden de namen van de gemeenteleden die het afgelopen jaar zijn overleden, voorgelezen. Dit is een manier om hen te eren en te herinneren.

Kaarsen Aansteken: Vaak worden er kaarsen aangestoken voor elke overledene. Dit symboliseert het licht van Christus en de hoop op het eeuwige leven.

Gebeden en Liederen: Er worden speciale gebeden uitgesproken en liederen gezongen die troost en hoop bieden. Vaak worden er psalmen en hymnes gekozen die passen bij het thema van de eeuwigheid en de wederkomst van Christus.

Stilte en Reflectie: Er is meestal een moment van stilte en reflectie, waarin de aanwezigen de gelegenheid krijgen om persoonlijk stil te staan bij hun dierbaren die zijn overleden.

Bloemen en Herdenkingssymbolen: Soms worden er bloemen neergelegd of andere herdenkingssymbolen gebruikt om de overledenen te eren. Deze rituelen helpen de gemeenschap om samen te komen in rouw en herinnering, maar ook in hoop en verwachting van het eeuwige leven. vo-perikopen.blogspot.com/