Begrippen

Terug naar Scratch


Sprite (2)

Een object in Scratch heet een sprite. De kat is bijvoorbeeld een sprite. Iedere sprite heeft ook zijn eigen script. (2) Veld waar de kat is, daar zie je de actie.

Blokken waarmee je kunt bouwen (4)

Werkveld, waar je de blokken in plaatst. Menubalk met naam van je project. (3)

Instructie en Variabelen

Heel vaak kom je het woord instructie tegen. Een instructie is een commando dat de computer vertelt wat hij moet doen. Scratch kent veel instructies. Bijvoorbeeld in de Map >Bewegen vindt je allerlei instructies om de ‘sprite’ (een bestaand of zelfgetekend figuurtje) op allerlei manieren te laten bewegen.Een variabele is een getal of een woord dat de computer nodig heeft om verder te kunnen gaan in het programma. Een variabele moet je van te voren ‘declareren’. Dat betekent dat je al bij het programmeren moet bedenken welke ‘variabelen’ je nodig hebt.

Variabele en lijst

In de map >Variabelen vind je 2 verschillende soorten variabelen. De enkele ‘variabele’ en een lijst van ‘variabelen’. In de gewone ‘variabele’ kun je 1 getal of woord kwijt. Deze ‘variabele’ kan wel steeds een andere ‘inhoud’ krijgen.

Een ‘lijst’ is een serie van data (gegevens) die op een bepaalde plaats in een lijst staan. In je programma kun je die gegevens uit zo’n data-lijst in volgorde oproepen of juist een bepaald gegeven of item uitkiezen. (1)

Nesten

Nesten is een term waarmee bedoelt wordt dat je een instructie in een instructie in een instructie in een....kunt plaatsen. Dit is een van de krachtigste, maar ook lastigste onderdelen van programmeren omdat het al snel onoverzichtelijk wordt. Een kwestie van heel goed overdenken wat je doet en waarom je het doet.

Instructies (1)

Er zijn 8 soorten:

Bewegen (instructies de sprite laten bewegen)

Uiterlijk (instructies die het uiterlijk van de sprite laten veranderen)

Geluid (instructies waardoor je geluiden kunt laten klinken. Spraak of muziek)

Pen (instructies waardoor je kunt tekenen (met de sprite) op het scherm)

Besturen (instructies waardoor je het programma keuzes kunt laten maken)

Waarnemen (instructies waardoor je bv. met de muis de sprite kunt ‘instrueren’)

Functies (instructies waarmee je getallen of woorden kunt ‘bewerken’)

Variabelen (invoermogelijkheden voor een enkele variabele of een lijst van variabelen)

Elke groep instructies heeft een eigen kleur.

Het teken > geeft aan dat het een groep (map) van instructies betreft. Soms is dat handig om een

instructie snel te vinden.

Terug naar Scratch