4.2.4. TERUGROEPEN (BREVET) MET ONDERBREKING (Deb en P 1):

4.2.4. TERUGROEPEN (BREVET) MET ONDERBREKING (DP en GPI):

-Brevetproef: 15 punten

De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening is ca 30 m., in een rechte lijn . Op dit traject zullen geen onnatuurlijke hindernissen of obstakels voorkomen.

Van op een vooraf bepaalde plaats gaat de geleider, met de hond in vrijheid, naar een door de keurmeesters aangeduide plaats voor het begin van de oefening. Hier aangekomen wacht de geleider op een teken van de keurmeester en geeft dan het bevel voor de houding die de hond daar zal moeten aannemen (begin van de oefening). Deze houding is door de geleider vrij te kiezen doch moet duidelijk verschillend zijn van de houding waarin de hond werd gebracht bij de aankomst op de plaats en tijdens het wachten. Wanneer de hond deze ”beginhouding” heeft aangenomen begeeft de geleider zich naar een door de keurmeesters aangeduide plaats en in een vooraf bepaalde houding.

Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider nog omkijken naar de hond, eventueel bijbevelen geven om deze te doen blijven (5 gratis bijbevelen) en mag zich eventueel ook achterwaarts verwijderen.

Op 3 meter van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurmeesters een duidelijke markering plaatsen.

Indien de hond zich verplaatst tot voorbij dit merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen, zal deze de hond moeten herplaatsen. Dit herplaatsen is niet meer toegelaten bij de herkansing.

Op het teken van de keurmeester roept de geleider de hond in zit voor (1 bevel), vervolgens en weer op een teken van de keurmeester roept de geleider de hond aan de voet.

Bij de oefening is het tempo de voornaamste factor. Tempo kan echter variëren volgens het temperament van de verschillende rassen. Hiermee zullen de keurmeesters rekening dienen te houden. Niettegenstaande kunnen honden die niet rechtstreeks, te langzaam of ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen bestraft worden


Debutantenprogramma

De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening is ten hoogste 35m (een stopplaats op 15m van het vertrekpunt en 20m van de geleider) in een rechte lijn en met duidelijke merktekens voor het "onderbreken". Op dit traject zullen geen onnatuurlijke hindernissen voorkomen.

Van op een vooraf bepaalde plaats gaat de geleider, met de hond in vrijheid, naar een door de keurmeesters aangeduide plaats voor het begin van de oefening. Hier aangekomen wacht de geleider op een teken van de keurmeester en geeft dan het bevel voor de houding die de hond daar zal moeten aannemen (begin van de oefening). Deze houding is door de geleider vrij te kiezen doch moet duidelijk verschillend zijn van de houding waarin de hond werd gebracht bij de aankomst

op de plaats en tijdens het wachten. Wanneer de hond uiteindelijk deze ”beginhouding” heeft aangenomen begeeft de geleider zich naar een eveneens door de keurmeesters aangeduide plaats en in een vooraf bepaalde houding.

Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider nog omkijken naar de hond eventueel bijbevelen geven (niet gratis) om deze te doen blijven doch zich niet achterwaarts verwijderen.

Op 3 meters van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurmeesters een duidelijke markering plaatsen.

Indien de hond zich verplaatst tot voorbij dit merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen, zal deze de hond moeten herplaatsen. Dit herplaatsen wordt echter slechts eenmaal toegelaten.

De geleider roept, op teken van de keurmeesters, de hond naar zich en zal deze, op een door de keurmeesters aangeduide plaats, doen stoppen de geleider mag kiezen welke houding de hond zal aannemen na het stoppen (deze houding moet echter vooraf meegedeeld worden aan de keurmeester) De hond moet dan 30 sec. op deze plaats blijven. Op een tekenvan de keurmeester zal de geleider de hond opnieuw naar zich toeroepen waarbij deze dan bij de geleider in "zitvóór" moet komen (1 bevel). Op het teken van de keurmeester komt de hond in voet.

Telkens wanneer de hond wordt geroepen zal hij zich rechtstreeks en in een vlot tempo naar de geleider begeven.

Vanaf het punt waar de hond moet stoppen (plaats aangeduid door de keurmeesters) krijgt de hond 4 meters zonder verlies van punten. Na deze 4 meters zal de hond echter bestraft worden met 1 punt per meter die hij meer nodig heeft om te stoppen.


- GP 1:

Van op een vooraf bepaalde plaats gaat de geleider, met de hond in vrijheid, naar een door de keurmeesters aangeduide plaats voor het begin van de oefening. Hier aangekomen wacht de geleider op een teken van de keurmeester en geeft dan het bevel voor de houding die de hond daar zal moeten aannemen (begin van de oefening). Deze houding is door de geleider vrij te kiezen doch moet duidelijk verschillend zijn van de houding waarin de hond werd gebracht bij de aankomst

op de plaats en tijdens het wachten. Wanneer de hond uiteindelijk deze ”beginhouding” heeft aangenomen begeeft de geleider zich naar een eveneens door de keurmeesters aangeduide plaats en in een vooraf bepaalde houding.

Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider nog omkijken naar de hond eventueel bijbevelen geven (niet gratis) om deze te doen blijven doch zich niet achterwaarts verwijderen.

Op 3 meters van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurmeesters een duidelijke markering plaatsen.

Indien de hond zich verplaatst tot voorbij dit merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen verliest hij alle punten.

De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening is onbepaald en wordt aangeduid door de keurmeesters. Op het af te leggen traject kunnen ook hindernissen voorkomen maar dienen vooral duidelijke merktekens voorzien voor het "onderbreken".

De geleider zal zich, op teken van de keurmeesters, naar de aangeduide plaats begeven in een door de keurmeesters opgelegd tempo.

De geleider roept, op teken van de keurmeesters, de hond naar zich en zal deze, op een door de keurmeesters aangeduide plaats, doen stoppen en de lig houding aannemen.

De hond moet dan 30 sec. op deze plaats blijven. Op een teken van de keurmeesters zal de geleider de hond opnieuw naar zich toeroepen waarbij deze dan bij de geleider in "zitvóór" moet komen (1 bevel). Op het teken van de keurmeester komt de hond in voet.

Telkens wanneer de hond wordt geroepen zal hij zich rechtstreeks en in een vlot tempo naar de geleider begeven.

Vanaf het punt waar de hond moet stoppen (plaats aangeduid door de keurmeesters) krijgt de hond 4 meters zonder verlies van punten. Na deze 4 meters zal de hond echter bestraft worden met 1 punt per meter die hij meer nodig heeft om te stoppen.


STRAFBEPALINGEN

Elk bijbevel voor het doen aannemen van de beginhouding: -1 punt

De geleider vertrekt alvorens de hond de beginhouding heeft aangenomen: -1 punt

Elk bijbevel om op de aangeduide plaats te blijven: -1 punt.

De hond verandert duidelijk van houding vooraleer hij opgeroepen wordt: -1 punt.

De hond verplaatst zich vooraleer hij opgeroepen wordt: -1 punt per meter

Het "markeren" door de geleider van eventuele hindernissen die door de hond moeten genomen worden, wordt bestraft à rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.

Elk bijbevel voor terugroeping -2 punten. Dit zowel in het 1ste gedeelte van de oefening als in het 2de gedeelte.

Voor deze 2 punten krijgt de geleider 10 sec. (ononderbroken) om de hond te "lokken". Bij een onderbreking van deze 10 sec lokken en herbeginnen worden telkens opnieuw 2 punten afgetrokken. (In de handen klappen wordt ook als bijbevel beschouwd evenals het veranderen van houding door de geleider).

Van de plaats verwijderen door de geleider is niet toegestaan (verlies van alle punten).

Langzaam of ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen door de hond wordt bestraft zowel in het eerste als in het tweede gedeelte van de oefening (tempo): telkens max. -4 punten

Onrechtstreeks komen kan worden bestraft, zowel in het eerste gedeelte als in het tweede gedeelte van de oefening.(telkens maximum -2 punten)

Sterk afremmen door de hond wordt bestraft, dit zowel in het eerste als in het tweede gedeelte van de oefening: telkens max. -4 punten.

Onderweg, na het oproepen, duidelijk stilstaan door de hond, anders dan voor het overzien van een te nemen hindernis: - 5 punten per keer.

Elk bijbevel om de hond te doen stoppen op de aangeduide plaats, hetzij met stem, gebaar of anderszins: -2 punten.

Wanneer de geleider in het zicht van de hond van houding verandert wordt dit aanzien als bijbevel: - 2 punten.

Een "niet-natuurlijke" houding van de geleider kan worden aanzien als constant bijbevel (interpretatie van de keurmeesters): bestraffen à rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.

Te vroeg roepen om te stoppen: -1 punt per meter

Te vroeg roepen om te stoppen met de bedoeling om een hindernis te vermijden of het omzeilen van een moeilijkheid wordt bestraft à rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.

Niet aannemen van de liggende houding: -1 punt.

Duidelijk veranderen van houding: -1 punt.

Verplaatsing van de hond na het stoppen voor de onderbreking: -1 punt per m.

Na het onderbreken slechts komen tot op twee meter van de geleider: -3 punten

Niet komen in «zit vóór»: -1 punt.

Niet komen in voet: -1 punt