#metoo

Slachtoffers blijven slachtoffers. Een kritiek op "De boemerang van #metoo"

In onderstaande tekst probeer ik een laatste keer mijn kritiek op het opiniestuk “De boemerang van #metoo” (De Standaard, 17/10/2017) duidelijk te maken. Een hele rist tweets bleek alsnog onvoldoende. Vandaar dit uitgeschreven betoog.

Het zullen voorlopig ook mijn laatste woorden over het onderwerp zijn, aangezien ik merk dat het onder mijn huid kruipt. Het debatteren over wat mij zo’n evidentie lijkt bleek de voorbije dagen frustrerend, eerder dan helend. Wie erop wil reageren, doet u gerust, maar weet dat ik er vanaf dit punt mijn handen vanaf hou. Ik denk dat mijn punt duidelijk zou moeten zijn. Als dat nog steeds niet het geval zou blijken, dan moeten we maar van mening blijven verschillen.

Lees #metoo en stel vast

Neem eerst en vooral eens uitgebreid de tijd om de getuigenissen onder #metoo te lezen. Ze zijn het onderwerp van deze discussie, en er een voldoende scherp beeld van hebben is dan ook de eerste essentiële stap. Doe dit, en u zal ongetwijfeld de volgende dingen opmerken:

  • Het gaat bijna uitsluitend om getuigenissen waar geen “grijze zone” aan te pas komt. Het gaat niet om beschonken geflirt dat eventjes te ver ging, ogenblikkelijk gevolgd door een verontschuldiging. Het gaat om verkrachtingen pur sang. Om pedofiele handtastelijkheden of erger, met daders tot binnen de eigen familie. Om onbekende mannen die zonder enige aanleiding vrouwen bij de borsten of in het kruis grijpen, op straat of elders. Om vrouwen die tijdens een avondlijke wandeling van een kwartier zo veel opmerkingen ongevraagd naar hun hoofd geslingerd krijgen dat ze met gebalde vuisten en wenend van woede hun sleutel in het slot steken, bang dat er plots iemand achter hen zal opduiken. Het gaat om duidelijke slachtoffers. Wie na het lezen van al die getuigenissen nog beweert dat het in veel gevallen gaat om vrouwen die zich in een “slachtofferrol” wentelen (waarom zouden ze dat overigens doen?), die heeft niet goed gelezen. Gaan debatteren over het bestaan van een “grijze zone” is dan ook volledig naast de kwestie. Daar gaat het in 90+% van deze gevallen niet om en wie daarop focust leidt de aandacht af van het echte probleem.
  • Daar komen we bij de kern van de zaak: het probleem. Wat #metoo aanklaagt zijn niet enkel deze individuele inbreuken, maar bovenal hoe breed dit probleem is, hoe vaak het voorkomt. Aantonen hoe wijdverspreid deze zaken voorkomen. Mensen een geweten schoppen. Gezien de vele minimaliserende reacties lijkt daar nog heel wat werk voor de boeg. Dáár ligt de focus van #metoo.
  • De vrouwen die onder #metoo hun verhalen delen steunen elkaar expliciet, onafhankelijk van de graad van de inbreuk. Niemand beweert dat een handtastelijkheid “even erg” is als een brutale verkrachting. Werkelijk niemand. Men wil alleen aantonen dat beide vrouwen een slachtoffer zijn. In andere situaties, ja, maar in elk van die situaties desalniettemin een slachtoffer.
  • Om de zoveel tweets zal je ook een tweet aantreffen die benadrukt dat ook mannen soms seksueel misbruikt worden. Ook dat wordt nergens ontkend. Doorgaans wordt het zelfs net bekrachtigd en meegenomen in de “campagne” (for lack of a better word). Ook het argument “maar ook mannen worden hiermee geconfronteerd!” lijkt mij hier dus, hoewel correct, eveneens beside the point.


Hoe het artikel over het punt missen zelf het punt mist

Nu we die vaststellingen gemaakt hebben, het artikel. Ik wil eerst en vooral heel duidelijk benadrukken dat ik met stellige zekerheid durf beweren dat prof. Bazan dit stuk enkel met de beste bedoelingen geschreven heeft. Daar twijfel ik geen moment aan. Noch twijfel ik op eender welke manier aan haar expertise. Wetenschappers worden tegenwoordig al te veel in een slecht daglicht gesteld. Ik denk evenwel dat ze ondanks haar goede bedoelingen met dit artikel onbewust de draagwijdte van de hashtag dreigt te ondergraven, en aldus de critici van munitie dient. Dat, exact dat, is mijn punt van kritiek. Ik leg het even verder uit.

  • Het artikel neemt de stelling in dat de hashtag “uniformiserend” is (of, zoals collega Boudry het stelde, dat ze “gradaties uitvlakt”), en dat ze daarom als een boemerang in ons gezicht dreigt terug te slaan, tenzij we er een duidelijke boodschap aan vastkoppelen: niet iedereen is slachtoffer, niet iedereen is dader, en elk van beide niet in even grote mate. De professor legt uit dat vrouwen de hashtag gebruikt voor allerlei inbreuken en dat “wie als zesjarige betast of gepenetreerd werd, wellicht niet vind dat zijn verhaal recht wordt aangedaan door een hashtag die ook verwijst naar vuilgebekte mannen, zonder onderscheid te maken.” Daarom is het volgens haar belangrijk om gradaties aan te brengen en te vermijden dat het idee gecreëerd wordt van een gemeenschap die “dweept met ‘het slachtofferschap’”. Ze vervolgt dat anders iedereen wel al eens slachtoffer is geweest, en dat er dus ook wel veel daders moeten zijn: “Als we met zo veel ‘metoos’ zijn, dan moeten er ook wel veel daders zijn.”
  • Dit is de passage die ik wil aankaarten. Want inderdaad, dat is precies wat #metoo wil aantonen. Dat er heel veel ‘metoos’ zijn, en dat er dus inderdaad ook veel daders zijn. Daders van verschillende daden, natuurlijk, dat ontkent niemand, maar nog steeds duidelijk daders. Dat is het hele punt van de “campagne”. Dat het een wijdverspreid fenomeen is en dat het tijd is dat we die daders, al die daders, niet enkel de ergsten onder hen, een geweten schoppen.
  • Als je vervolgens pleit dat “niet elke dader op dezelfde manier dader is”, dan geef je de daders die een van de inbreuken uit de “minder erge” categorieën gepleegd hebben (allicht volledig onbedoeld) munitie om zich te verdedigen. “Hé, overdrijf eens niet, zo erg is dat toch allemaal niet, meisje? Ik wil gewoon even voelen.”, klinkt het dan al gauw. En laat dat nu net zijn wat de mensen achter #metoo aanklagen. Dat is waarom ik stel dat het artikel het punt mist.
  • Nogmaals, ik ben het dus eens dat er uiteraard gradaties zijn in de inbreuk (hoewel beide erg zijn is een verkrachting erger dan ongewenste handtastelijkheden), en ik denk ook niet dat iemand het omgekeerde beweert. Ik zeg alleen maar dat we moeten benadrukken dat beide effectief legitieme slachtoffers zijn, en dus het volste recht hebben om het probleem aan te kaarten. Het één hoeft niet te wijken voor het ander. We moeten beide veroordelen.
  • Prof. Bazan vreest dat het spreken over “minder erge” (om het zo te stellen) inbreuken de ergste inbreuken (zoals pedofiele penetratie) zal doen verdrinken. Dat lijkt mij zeer onwaarschijnlijk. Niemand twijfelt er immers aan of het daar wel om een inbreuk gaat. Omgekeerd geldt dat wel: wie de focus wil houden op de ergste gradaties, dreigt de legitieme klachten over minder erge, maar nog steeds absoluut problematische, gradaties van seksuele intimidatie en misbruik te minimaliseren. Ze zijn immers “toch niet zo erg”, om het in de woorden van de daders te stellen.

En daarom pleit ik er dus voor naar álle slachtoffers te luisteren, en niet enkel naar de ergste gevallen. Ze moeten allemaal gehoord worden. Ze moeten allemaal erkend worden. Want pas als we erkennen hoe breed het probleem is, komt er misschien uiteindelijk voldoende sensibilisatie om er collectief iets aan te doen. Elke persoon die deze getuigenissen leest moet eens voor zichzelf afvragen of ze beter kunnen doen. Zich beter gedragen. Beter luisteren. Beter optreden als ze iets zien gebeuren. Ik weet alvast dat daar nog veel ruimte voor verbetering bestaat. Ook bij mij.

#metoo