Parenteel van Otto van Dekema
I. O t t o H u g o S a k e s v a n D e e k e m a (Taekes, Tierks), was verm. (recesb.1606, f.178v) een kleinzoon van de griffier (1593) en mede-gedeputeerde Jkr. Sijke van Deekema (1601), betaalde belasting voor 11 schoorstenen (1606).
II. Jkr. Tijetse Otto Deeckmans (Dekemans), geb. ca. 1580 in Leeuwarden, chirurgijn te Leeuwarden, overl. Leeuwarden 08-06-1625, (1) tr. Leeuwarden 20-01-1605 met Trijn Gijsberts van Oudkerk, overl. Leeuwarden 23-02-1659. Geregistreerd met hypothecaire geldleningen aan Anthonius Costerus (zie Parenteel Costhaerus) en Martinus ten Hove. Voerden een rechtszaak tegen Mr. Martinus ten Hoore, advocaat a/h Hof, en Antie Hebbedr. (1618). Protesteerde tegen Claas Gijsberts (1624) op de rechtsdagen (Recesb.fol.235). Stierf tijdens de aankoop van het huis in de Peperstraat te Leeuwarden. Testament opgemaakt te Leeuwarden en geregistreerd in 1658. Inventarisatie (fol.341) te Leeuwarden 23-02-1659 op verzoek van de curator Cornelis Haubois, mede gecommiteerde ter Staten-Generaal.
Kinderen:
Hugo Dekemans, ged. Leeuwarden 22-11-1607, klerk ter collegie van Gedeputeerde Staten (1632), overl. Leeuwarden ca. 1645, (1) tr. Leeuwarden 26-09-1630 met Sytske van Beyma, zie Stambk. Friese Adel I-36; I-251. Ki.: Tyesse, Jenscke, Tyetye.
Mr. Otto Deeckmans, ged. Leeuwarden 20-02-1611, mr. chirurgijn (1639), overl. na 23-02-1659, verkreeg het burgerrecht van Sneek (1670), (1) tr. Leeuwarden 14-01-1654 met Sjoukje van Eppinga, wed. Jacob Pauw, zie Stambk. Friese Adel II-59. Ki.: Tyetske.
Antje (Anna) Dyckmans (Dekemans), ged. Leeuwarden 12-10-1612, (1) tr. (Jever) ca. 1630 met Jan Jeremias de Conter von Jevere, herbergier te Leeuwarden, verkreeg het burgerrecht van Leeuwarden (1635), had een schuldregistratie op het Bildt (1638), (2) tr. Leeuwarden 03-08-1648 met Pieter van Rheen, (3) tr. Leeuwarden 12-07-1654 met Hendrik van Bijllandt Heinsius, zie Het Huis Heinaut bij III, schonk 550 cg. aan het St. Anthony Gasthuis 01-05-1657, overl. Harlingen 25-07-1657, inv. aldaar. Zie haar ook bij Parenteel de Conter. Uit dit laatste huwelijk geen kinderen. Met Pieter van Rheen bewoonde zij een hoeve aan de Groeneweg te Leeuwarden, gelegen tussen Wybe van Hoptilla en de Here Gualtheri (1651). Het Stbk. schrijft dat Pieter (voor-)kinderen heeft gehad (Dl.2, Aantekening 15, p.201). Burgemeester Jan van Knijff is (na de dood van Antje en Hendrik) in Harlingen 29-10-1660, aangesteld tot curator, voogd en tutor over: 1) Dr. Piërius van Rheen, geb. Harlingen ca. 1648, advocaat a/h Hof v. Fr. (1672), huwde Margareta Gellius (dr. van Gellius Dominici, landmeter en notaris, en Margarethe Renici); op verzoek van: 2) Maria van Rheen, geb. Leeuwarden ca. 1640, huwde met Jelmer Everts Schellinger. Zie dan ook Parenteel van Knijff.
Fopkje Deeckemans, geb. Leeuwarden ca. 1615, (1) tr. Leeuwarden 31-05-1635 met Abrahamus Cnoop, notaris te Leeuwarden. Ki.: Trijntje (x Zacharias Keus, horlogemaker), Fopkje, Sara, Hugo en Tzietske (x Horatius Ferff, notaris en landmeter, overl. Sneek 31-03-1672, zn. van Marten Heerts, burger-vaandrig en boekhouder, en Tjetske Tzommes). Hun ki.: Idtie, Fopkjen, Marten, Abrahamus, Hugo, Ysaac en Heert. Zie: Ned. Patriciaat, afl.11, p.88.
Johannius, ged. Leeuwarden 22-05-1616, filiatie onzeker.
Geertruid Dekemans, geb. Leeuwarden ca. 1625, overl. ca. 1670, (1) tr. Leeuwarden 02-03-1651 met Albertus Swalue, compagnieschrijver onder Rinia (1664) en Teyens (1675). Ki.: Tjalke, Ymcke (x Adigerus Adius, zie Stambk. Friese Adel I-92), Otte, IJda en IJttie (verm. dienstmaagd bij Stansius in Franeker 1686, lidm. Leeuwarden 1693).