Het oefenen van het gebruik van conditionals in verschillende scenario's helpt bij het ontwikkelen van het begrip van een leerling over wat conditionals kunnen allemaal doen. In de vorige les gebruikten de leerlingen alleen conditionals om door een doolhof te bewegen. In deze les zullen de leerlingen conditionals gebruiken om de boer te helpen weten wanneer hij de gewassen moet oogsten. Er zullen nieuwe patronen ontstaan en studenten zullen hun creativiteit en logisch denken gebruiken om de voorwaarden te bepalen welke codesegmenten worden in weke situaties uitgevoerd en/of herhaald.
"Help je me vandaag om de maïs te oogsten?"
Help de oogster haar rij maïs te controleren om te zien of er iets klaar is om te plukken.
Gebruik conditionals om naar elke spruit te kijken.
Elke stengel heeft 0 of 1 stukjes maïs klaar om te oogsten.
"Verzamel beide gewassen uit deze rij!"
In deze tuin is alles door elkaar en het heeft zowel maïs als sla!
Help de oogster de items te plukken die klaar om te oogsten zijn.
Elke spruit is één maïs of één sla.
"Maïs, sla en pompoenen! Help me ze allemaal oogsten."
Elke spruit is ofwel een stuk maïs, een krop sla of een pompoen.
"Goh! Nu groeit al de sla in trossen!"
De oogster wil alles uit haar slatuin plukken.
Elke plant zal nu meer dan één krop sla hebben, dus de oogster zal moeten blijven plukken terwijl er nog sla groeit.
(Denk eraan: deze tuin heeft nu alleen sla!)
"Wat een overvloedige oogst!"
Dit veld heeft kroppen van maïs en sla die samen door elkaar groeien, met aan het einde een pompoen.
Kun jij dit allemaal oogsten?
"Laten we een stap verder gaan!"
Weet jij hoe moet je een pompoen plukken?
Zorg ervoor dat je onderweg ook alle maïs heeft geoogst!
Uitdaging:
Verzamel alle maïs en sla en pluk dan de pompoen.
Verzamel alle maïs en sla en pluk dan de pompoen.
De spruiten in deze puzzel zijn maïs of sla. Kijk eens goed naar onderstaande code.
Wat zal er gebeuren als je op 'Start' klikt?
A. De oogster zal alle oogst verzamelen.
B. De oogster plukt geen van de gewassen met het pad dat ze neemt.
C. De oogster plukt alle gewassen, behalve de pompoen.
D. De oogster plukt alleen de pompoen.