Senior
Het ouder worden van uw hond...
Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn. Niet alleen mensen, maar ook honden krijgen naarmate ze ouder worden te maken met beperkingen in hun gezondheid en functioneren. Deze folder heeft tot doel u hierover in te lichten. Het vermeld welke mogelijkheden er zijn uw oude kameraad op de juiste manier te begeleiden in zijn of haar ouderdom.
Wat is oud?
Verschillende organen verouderen in de loop van het leven. Een soort slijtage proces. Het verloop van dit proces verschilt van soort tot soort (olifanten en papegaaien kunnen erg oud worden, muizen niet) maar ook binnen de soort zoals de hond, kunnen grote verschillen bestaan. Dit heeft onder andere te maken met erfelijkheid en gebruiksdoel van de dieren. Grote zware hondenrassen worden gemiddeld minder oud dan kleinere rassen (zie tabel 1). Er bestaan tabellen die aangeven wanneer een hond oud is, en hoe oud dit dan is in vergelijking met mensen leeftijd (zie tabel 2). We beschouwen een dier als bejaard wanneer het 75 - 80% van de te verwachten levensduur achter zich heeft.
Waarom worden dieren ouder?
Door de verbeterde kennis op het gebied van de diergeneeskunde en kennis over voeding, worden huisdieren ouder dan een aantal decennia geleden. Denk aan toegenomen mogelijkheden om infectieziekten te bestrijden (antibiotica, vaccin’s). Of aan nieuwe onderzoeksfaciliteiten (echografie, scan’s) en nieuwe therapieën.
Daarnaast is ook de relatie met huisdieren veranderd. Het zijn echte gezinsleden geworden. We noemen ze gezelschapsdieren. We zijn erg aan onze honden gehecht en willen daarom ook meer zorg aan ze besteden.
Dit alles zorgt ervoor dat we dieren tot op een hogere leeftijd kunnen ondersteunen om hun welzijn zo lang mogelijk zo goed mogelijk te houden.
1. Uw hond wordt ouder en dat merkt u. Dit merkt u aan het uiterlijk maar ook aan z’n gedrag.
Uiterlijk
Een oudere hond krijgt vaak grijzere haren, vooral rond de snuit. Verder valt op dat de vacht structuur stugger wordt. Er worden meer wratjes gevonden. Nagels slijten minder of scheef ten gevolge van een veranderd looppatroon. Oudere dieren hebben neiging tot overgewicht, ondermeer doordat de gedaalde behoefte aan energie niet tijdig wordt onderkend en de voeding niet wordt bijgesteld. Het gebit slijt en veroorzaakt meer klachten. Doofheid en verminderd gezichtsvermogen kunnen waargenomen worden. En ook het gedrag kan veranderen.
Gedragsveranderingen en dementie
Gevoelsmatig lijkt dementie bij de hond voor te komen. Veel eigenaren met erg oude dieren denken daar wel eens aan. Toch is het bestaan van dementie zoals we dit bij mensen kennen nog niet hard bewezen.
Dit heeft onder meer te maken met het feit dat we met dieren niet kunnen praten en daarom alleen indirect
bewijs hebben voor een verminderd ‘denk’ vermogen.
Kenmerken die passen bij dementie en die we wel bij honden kunnen waarnemen zijn o.a.:
• Omtrent gedrag in de vorm van incontinentie
• Ontremt gedrag in de vorm van agressiviteit
• Desoriëntatie in tijd en plaats
• Zwerfgedrag
• Verlies van begrip van ruimte
• Verlies van eetlust, minder goed willen eten
• Verminderd bewustzijn
• Initiatief verlies
• Gestoord slaapgedrag
• Verdwijnen van doelgericht gedrag
Zijn er medicijnen die het ontstaan van dementie kunnen beïnvloeden?
Er zijn een aantal middelen verkrijgbaar die het functioneren van een oude hond kunnen verbeteren. Dit
zijn vooral stoffen uit de groep van de antidepressiva.
Een aantal voorbeelden ervan zijn: clomicalm, imipramine en prozac.
Benadrukt moet worden dat geen enkel middel de dementie zelf kan voorkomen, genezen of zelfs maar
vertragen.
Wat kunt u nog meer doen?
• Maak oog contact, spreek langzaam en duidelijk
• Maak daarbij ook gebruik van gebaren tijdens het spreken
• Spreek op liefdevolle toon en reageer met gevoel
• Neem de tijd ervoor, dwing niet
• Verander de huiselijke omgeving zo min mogelijk
• Houdt uw hond actief, stimuleer activiteit onder andere door spel, dit stimuleert tevens het geheugen
• Maak gebruik van muziek
• Aanrakingen kunnen kalmerend werken
2. De ouderdom komt met gebreken
Sommige kwaaltjes horen bij de ouderdom. U en de hond moeten ermee leren omgaan. Maar er zijn ook
signalen die wijzen op onderliggende ziekten of pijn. De kans op allerlei aandoeningen van verschillende
organen neemt toe. Deze bepalen voor een groot deel de conditie van de (bejaarde) patiënt.
Er zijn vaak mogelijkheden om deze klachten te verlichten of te verhelpen. Het is goed om te weten
wanneer u wel of niet naar uw dierenarts moet. Daarom volgt hieronder een toelichting bij veel
voorkomende kwalen en kwaaltjes.
Moeilijke start, kreupel en of pijn bij opspringen
Veel oudere dieren ontwikkelen in een of meerdere gewrichten een vorm van artrose. Omdat er
tegenwoordig veel mogelijkheden zijn het welzijn van het dier te verbeteren door het geven van
(moderne) pijnstillers, is het raadzaam deze klacht niet te lang te laten sloffen. Bespreek het bijvoorbeeld
bij de jaarlijkse controle (en of enting).
Doof en blind?
Een verminderd gezichtsvermogen of zelfs blindheid komt vaak voor bij oudere honden. Dit wordt
veroorzaakt door afwijkingen van het netvlies, maar kan ook worden veroorzaakt door staar, een
vertroebeling van de lens.
Overigens komt bij veel honden een vertroebeling van de lens voor die niets met staar te maken heeft. Dit
wordt veroorzaakt door een veranderde structuur van de lens op oudere leeftijd. Bij deze sclerose kan uw
hond prima zien.
Door degeneratie van verschillende structuren die bij het gehoor betrokken zijn (gehoororgaan,
zenuwweefsel) kunnen oudere honden geheel of gedeeltelijk doof worden. Hier is niets aan te doen. Het
betekent wel dat u anders met uw hond om moet gaan. Maak gebruik van gebaren tijdens het praten. Trek
(in huis) de aandacht door tikken op de vloer. Laat uw hond niet loslopen wanneer hij u niet meer op
afstand kan horen en dat wel gewenst is. Oefen met aandachtspelletjes, zodat de hond eraan gewend is
steeds naar u te kijken.
Ook het reukvermogen kan achteruit gaan. Dit kan van invloed zijn op de voedselopname.
Omvallen, dronkemansgang
Vooral oudere honden kunnen een acute aanval krijgen waarbij ze ineens dronken gaan lopen, soms zelfs
omvallen en niet meer overeind kunnen komen. Vaak ziet u dat de ogen met een soort vaste regelmaat in
de oogkassen van links naar rechts, of van boven naar beneden bewegen.
De link met een hersenbloeding of tia, zoals dat bij de mens voorkomt, wordt vaak gelegd.
Hoewel de symptomen daar erg op lijken heeft een dergelijke aanval niets te maken met een
hersenbloeding. De afwijking heeft een andere oorzaak, welke is niet precies bekend.
Een ernstige oorzaak is niet helemaal uitgesloten, maar komt veel minder voor dan vaak gedacht wordt. In
de meeste gevallen kan de patiënt binnen 24-48 uur (het kan ook een week duren) spontaan opknappen.
Er is geen andere hulp nodig dan een goede liefdevolle verzorging (hulp bij het eten en ondersteuning bij
het lopen).
Vermageren bij slechte eetlust
Door het achteruitgaan van het reukvermogen kan de eetlust achteruit gaan. Daarnaast kunnen
verschillende ziekte processen (b.v. van lever en nier) de eetlust remmen.
Bij diverse ziekte processen zien we een verhoogde behoefte aan energie. Bijvoorbeeld doordat het
voortdurend herstel energie verbruikt. Ook kunnen belangrijke energie dragers (b.v. eiwitten) weglekken
bij een beschadigde nierfunctie. Wanneer de voeding onvoldoende in deze verhoogde behoefte voorziet,
zal de patiënt eigen eiwitten gaan verbranden om aan die energie te komen. Dit is een niet gewenste
situatie. Immers eiwitten zijn ook nodig als bouwsteen voor o.a. het immuunsysteem. Om dit te
voorkomen kan het nodig zijn aan oudere senioren juist een energie rijker voer voor te zetten.
Vermageren bij goede eetlust
Er kan ook sprake zijn van een vermagering terwijl uw dier juist (erg) goed eet. Deze situatie is altijd een
reden voor een bezoek aan de dierenarts. O.a. schildklierafwijkingen, suikerziekten en kankerprocessen
kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn.
Gebitsproblemen
Bij de oudere patiënt wordt altijd extra gelet op het gebit. Veel klachten en heftige ontstekingen kunnen
op deze wijze bijtijds worden ontdekt en verholpen. Bij het ouder worden neemt de kans op (ernstige)
gebitsproblemen uiteraard toe. (evt: zie voor meer informatie onze gebitsfolder...).
Veel drinken en veel plassen
Veel ziekten gaan gepaard met een abnormaal drinkgedrag. De patiënt drinkt veel meer dan normaal en
zal ook veel meer plassen (vaker en vooral grotere plassen, incontinent gedrag).
Veel mensen weten dat dit vooral kan wijzen op suikerziekten en nierproblemen, maar er zijn veel meer
mogelijkheden. Voor een aantal ervan zijn goede therapeutische mogelijkheden.
Wanneer uw dier meer drinkt dan 50 - 100 ml per kilo lichaamsgewicht per dag, dan is het raadzaam deze
klacht voor te leggen aan uw dierenarts.
(huid)tumoren
Net als bij de mens neemt de kans op het ontwikkelen van tumoren bij het ouder worden toe. Inwendige
tumoren kunt u niet waarnemen, maar een regelmatige controle bij de dierenarts kan veel (hopelijk
bijtijds) aan het licht brengen.
Huidtumoren worden wel vaak door u zelf ontdekt. Laat een gezwelletje dat niet binnen 1-2 weken is
verdwenen altijd bij uw dierenarts onderzoeken d.m.v. een punctie. Hoe eerder ontdekt en verwijderd, hoe
beter de prognose.
Knobbels in de melkklieren
Ook regelmatige controles van de melkklieren zijn belangrijk. Het ontstaan van knobbeltjes kan op tijd
ontdekt worden. Deze knobbeltjes zijn niet altijd kwaadaardig, maar het kan wel. Bijtijds verwijderen kan
veel leed voorkomen. Een oudere teef heeft een verhoogde kans op het ontwikkelen van knobbeltjes in de
melkklieren.
Incontinentie, moeilijk plassen
Bij een aantal gesteriliseerde teven ontstaat op latere leeftijd incontinentie. Vaak wordt dit opgemerkt
doordat in de mand een of meerdere natte plekken gevonden worden. Ook kan uw hond erg gaan ruiken.
De gelekte urine blijft aan de vacht plakken en veroorzaakt een vieze geur. Wanneer een blaasontsteking
is uitgesloten, kunnen medicijnen dit probleem verhelpen.
Reuen kunnen, wanneer zij niet gecastreerd zijn, op oudere leeftijd problemen met de prostaat krijgen. In
tegenstelling tot bij de mens is dit zelden kwaadaardig. Een opgezette en pijnlijke prostaat veroorzaakt
moeite met plassen (en soms zelfs met het poepen). Vaak verliest de reu wat bloed uit de penis. Een
castratie kan, samen met medicijnen, uitkomst bieden.
Wees extra alert
Klachten die niet specifiek zijn voor de oudere hond, zoals hoesten, braken, diarree, moet u bij oudere
patiënten wel extra in de gaten houden.
Naarmate uw dier ouder wordt neemt de kans op een ernstiger oorzaak voor deze algemene klachten, toe.
Daarnaast kan een ouder dier minder flexibel reageren op de gevolgen van klachten als b.v. diarree en de
patiënt zal sneller in problemen komen.
Laat uw dier zonodig eerder door uw dierenarts beoordelen.
3. Regelmatige controles
Meten is weten!
Omdat vooral oudere dieren eerder te maken kunnen hebben met (nog niet ontdekte) ziekten, is een
regelmatige controle belangrijk. Dit kunt u bijvoorbeeld combineren met de jaarlijkse controle en enting.
Soms is verstandig de controle frequenter te herhalen.
Daarnaast wordt er in diverse praktijken gebruik gemaakt van speciale seniorenprogramma’s. Oudere
dieren worden dan bijvoorbeeld apart opgeroepen voor controles, buiten de jaarlijkse controle om.
Tot slot is het raadzaam uw oudere compagnon extra grondig te laten onderzoeken alvorens hij of zij voor
een ingreep onder narcose wordt gebracht. De narcose kan in voorkomende gevallen aan de patiënt
worden aangepast en zo veiliger worden.
Een controle van een oudere patiënt zal altijd bestaan uit een grondig lichamelijk onderzoek. Daarnaast
wordt doormiddel van een bloed- en of urineonderzoek, de verschillende orgaanfuncties getest. Wanneer
er aanleiding voor is kan dit uitgebreid worden met diverse aanvullende onderzoeken (denk aan
röntgenfoto’s, echografie, hartfilm etc.).
4. Seniorenvoeding
Er zijn twee hoofdredenen om de voeding van senioren aan te passen:
a. er is een toegenomen kans op overgewicht (en bovendien is overgewicht extra ongewenst)
b. naarmate de hond ouder wordt neemt de kans op ziekten van m.n. nieren, het hart en het beendergestel,
toe.
a. energie beperken
De behoefte aan bewegen neemt af waardoor de behoefte aan energie met 12 - 13% kan dalen. Daarnaast
is de kans groot dat gewrichtsklachten aanwezig zijn. Hierdoor zal een hond minder (willen) lopen. Maar
ook een minder goed werkende schildklier die bij oudere honden kan worden gevonden zorgt voor
overgewicht.
Wanneer de voeding niet tijdig wordt aangepast ontstaat om al deze redenen sneller overgewicht. Dit geeft
weer aanleiding tot een verminderd activiteitenpatroon en zo komt de vicieuze cirkel rond. Bovendien is
overgewicht een extra belasting voor het hart. Het is dan ook een dringend advies om de hond op conditie
te voeren. Dat wil zeggen: weeg de hond regelmatig, voel aan de ribben en pas de hoeveelheid voer
bijtijds aan. (Let op: hoewel senioren voeding over het algemeen minder energie bevat, kan ook daar
teveel van gegeven worden.).
De seniorenvoedingen bevatten meer vezels. Dit verlaagt niet alleen de energie in het voer, maar
bevordert ook de stoelgang. Oudere dieren hebben n.l. meer last van obstipatie.
b. toegenomen kans op ziekten
Vooral de kans op hartziekten en nierproblemen is toegenomen. Dit leidt vaak tot een verhoogde
bloeddruk. Om die reden worden er minder zouten als Natrium en Fosfor in de voeding verwerkt.
Een teveel aan Fosfor verhoogt de kans op nierschade. Feitelijk zit in normale voeding een veelvoud van
de benodigde voedingsstoffen. Dit wordt dan in senioren voeding teruggebracht.
Een teveel aan eiwitten moet door de lever worden omgezet en door de nier worden uitgescheiden. Dit
veroorzaakt dus een extra belasting voor lever en nier. Dit is bij een toegenomen kans op b.v. nierziekten
niet wenselijk. Het is dus verstandig niet meer eiwitten aan te bieden dan de hond nodig heeft. In veel
normale voedingen zit veel meer eiwit dan nodig. In seniorenvoedingen is daarom het eiwitpercentage
naar beneden aangepast.
Daarnaast is het belangrijk om eiwitten van een hoge kwaliteit aan te bieden. Wanneer alle essentiële
aminozuren in goede verhoudingen worden aangeboden, blijft er zo min mogelijk overbodig rest eiwit
over. Ook dit spaart de lever en nier.
In veel senioren voedingen worden stoffen toegevoegd die van invloed kunnen zijn op het functioneren
van gewrichten. Deze stoffen zijn bouwstenen van de gewrichtsvloeistof (synovia). Hoewel vaak nog niet
hard bewezen is of en hoe deze stoffen werken, is wel bewezen dat deze voedingstoffen inderdaad de
gewrichten bereiken. Veel patiënten lijken op voeding met deze stoffen beter te bewegen dan op voeding
met veel minder van deze stoffen.
5. Over leven en dood
Het is niet leuk om over de dood en het afscheid van uw oude hond te praten. Toch krijgt u als eigenaar er
vroeg of laat mee te maken. Het blijft moeilijk om het moment vast te stellen waarop u het leven van het
dier laat beëindigen. Bij die beslissing kan uw dierenarts u helpen door alle argumenten voor en tegen
euthanasie met u te bespreken.
Veel voorkomende ouderdomskwalen:
Gebit
Symptomen
Slechte adem, rood tandvlees, moeilijk eten. Indien te laat behandeld
Pijn, verlies tanden/kiezen, lever-, hart en nieraandoeningen. Hoe vaak komt dit voor?
Bij 85% van alle honden en katten.
Nieren
Symptomen
Veel drinken, veel plassen, slechte eetlust, vermageren. Indien te laat behandeld
Nierfalen, sterfte, hartaandoeningen. Hoe vaak komt dit voor?
10% bij dieren ouder dan 12 jaar.
Lever
Symptomen
Veel drinken, veel plassen, braken, diarree, gewichtsverlies. Indien te laat behandeld
Bloedarmoede, eiwittentekort, sterfte. Hoe vaak komt dit voor?
Veel voorkomend.
Hart/longen
Symptomen
Minder uithoudings-vermogen, hoesten, vermageren, benauwdheid. Indien te laat behandeld
Steeds slechtere toestand hart, uiteindelijk sterfte. Hoe vaak komt dit voor?
+/- 7% van alle honden.
Gewrichten
Symptomen
Slecht opstaan, moeilijk lopen, kreupelheid, echte pijnuiting blijft lang achterwege! Indien te laat
behandeld
Progressie van de klachten, zeer pijnlijk, onmogelijkheid tot lopen. Hoe vaak komt dit voor?
20% van alle honden, grote rassen vaker.
Kanker
Symptomen
Knobbels, bloedingen, braken,diarree, zeer divers. Indien te laat behandeld
Uitbreiding tumor, uitzaaiingen, orgaanfalen, sterfte. Hoe vaak komt dit voor?
50% van alle huisdieren >10 jaar.
Maag/darmen
Symptomen
Braken, diarree, gewichtsverlies. Indien te laat behandeld
Verder gewichtsverlies, uiteindelijk mogelijk sterfte. Hoe vaak komt dit voor?
Veel voorkomend.
Ogen
Symptomen
Blauwe/grijze verleuring lens. Indien te laat behandeld
Steeds slechter wordend zicht. Hoe vaak komt dit voor?
Zeer veel bij ouder wordende hond.
Hormonen
Symptomen
Veel drinken, veel plassen, gewichtsverlies maar ook toename, slechte vacht. Indien te laat behandeld
Hart-, lever- en nierfalen, stofwisselingsstoornissen. Hoe vaak komt dit voor?
3% van alle oudere honden en katten. Bij echte senioren vaker.