Autosomaal dominant

Onderstaande fokadviezen werden goedgekeurd door de Vlaamse overheid.

Screening

Screening voor autosomaal dominante aandoeningen waarvoor de oorzakelijke variant gekend is, gebeurt via een éénmalige DNA-test vanaf de geboorte.

Resultaten

Voor genetische aandoeningen waarvoor een betrouwbare DNA-test voorhanden is, moet slechts éénmalig worden getest en dit voor de eerste dekking. Elk dier bezit 2 kopijen van een gen (allelen). Een allel is ofwel normaal/wildtype (Wt) ofwel variant (Vt). Een DNA-test voor een autosomaal dominante aandoening heeft 4 mogelijke resultaten.

Vrij (Wt/Wt)

Het dier heeft 2 normale genkopijen. Het wordt beschouwd als "vrij" en zal geen symptomen ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant.

Vrije dieren kunnen de variant niet doorgeven aan hun nakomelingen.

Heterozygote lijder (Wt/Vt )

Het dier heeft 1 normale en 1 variante ("aangetaste") genkopij.  Het wordt beschouwd als "heterozygote lijder" en zal symptomen ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant.

Heterozygote lijders hebben 50% kans om de variant door te geven aan hun nakomelingen, die op hun beurt ook symptomen zullen ontwikkelen.

Homozygote lijder (Vt/Vt)

Het dier heeft 2 variante ("aangetaste") genkopijen. Het wordt beschouwd als "homozygote lijder" en zal symptomen ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant.

Homozygote lijders geven de variant door aan al hun nakomelingen,die op hun beurt ook symptomen zullen ontwikkelen.

Geen resultaat

Er werd geen DNA-test uitgevoerd.

Fokadviezen

Hier worden fokadviezen gegeven (schematisch en in tabelvorm) voor elke mogelijke oudercombinatie.

Resultaat 1 en Resultaat 2 in onderstaande tabel verwijzen naar de resultaten van beide ouders.