Wanneer je metaal plooit of rekt zal het altijd korter of langer worden.
Je kan metaal rekken door er met een bankhamer op te slaan.
Wanneer je met een bankhamer op een metalen plaat slaat, zal ze langer worden.
Wanneer je op één plaats blijft slaan zal het metaal krom trekken.
Door de verlenging aan de buitenkant zal de binnenkant korter worden.
Staal heeft dezelfde weerstand tegen druk en trek.
Wanneer je veel druk zet op het werkstuk zal het korter en dikker worden.
Bij erg dunne werkstukken zal je knikken krijgen.
Wanneer je trekt aan het werkstuk zal het langer en dunner worden.
Wanneer je metaal plooit is er altijd een plaats die niet zal krimpen of rekken.
Dit is de neutrale lijn.
De neutrale lijn is dus de plaats waar geen trek- of drukkracht aanwezig is.
Deze neutrale lijn is belangrijk bij het maken van berekeningen en om het metaal precies te kunnen plooien.
Dit zijn 3 dunne houten latten.
We tekenen er haakse lijnen op.
Wanneer we de houten latten plooien zien we dat de buitenste lijnen niet meer doorlopen.
In het midden is de lijn nog altijd haaks.
Dit is de neutrale lijn.
De lengte van de neutrale lijn = de verzameling van de recht gebleven stukken en de gebogen stukken na de bewerkingen.
De neutrale vezel is de neutrale lijn bij een 3D-voorwerp (kubus, balk, U-profiel,...).
De neutrale vezel ligt dan meestal in het zwaartepunt van het profiel.
Het zwaartepunt ligt niet altijd in het materiaal zelf.
Bijvoorbeeld bij een buis, U- of L-profiel ligt de neutrale vezel niet in het materiaal zelf.
Wanneer de neutrale vezel niet in het materiaal ligt kan je het niet zomaar plooien.
Het materiaal kan dan dichtklappen.
Men gebruikt dan extra technieken om het materiaal te plooien.