We bekijken de goniometrische functies horende bij de sinus, cosinus en tangens. Dit zijn specifieke voorbeelden van periodieke functies. We leggen dit kort uit en hoe we de periode grafisch kunnen herkennen. Verder bekijken we de eigenschappen van een algemene sinusfunctie die voorkomt in verschillende toepassingen.
Gebruik de schuifbalken om de periode te bepalen van de gegeven periodieke functie.
We kunnen de goniometrische getallen voor een bepaalde hoek aflezen op de goniometrische cirkel (zie ook Goniometrie). Door de schuifbalk te verplaatsen, zien we de hoeken op de goniometrische cirkel en de overeenkomstige punten van de grafiek.
Bekijk de grafiek van een algemene sinusfunctie en verander zelf de parameters. Ontdek hoe het veranderen van de amplitude, de frequentie en het faseverschil een invloed gaat hebben op de grafiek.