Om het samenspel tussen diabetes en bipolaire stoornis goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om eerst uit te leggen wat beide aandoeningen inhouden. Op deze pagina worden daarom verschillende aspecten van diabetes besproken.
Wat is diabetes?
Diabetes, ook wel Diabetes Mellitus of suikerziekte genoemd, is een chronische ziekte waarbij het lichaam de glucosehoeveelheid binnen het bloed, oftewel de bloedglucosespiegel, niet meer in balans kan houden [1].
Normaal gesproken zorgt het hormoon insuline ervoor dat de glucose vanuit het bloed de lichaamscellen in kan stromen [1]. Dit is erg belangrijk, omdat glucose gezien kan worden als de brandstof van het lichaam [2]. Op het moment dat iemand diabetes heeft, maakt het lichaam te weinig insuline aan of werkt de insuline niet goed [1]. Wanneer er te weinig insuline in het lichaam aanwezig is, blijft glucose in het bloed zitten in plaats van dat het de cellen binnenstroomt [1]. Hierdoor stijgt de bloedglucosespiegel. Als de bloedsuikerspiegel te hoog is, noemt men dit een hyperglykemie [3]. Een hyperglykemie kan gevaarlijke gevolgen hebben en wordt onder het kopje over symptomen verder uitgelegd.
In de onderstaande video van het Diabetes Fonds legt Diederik Jekel kort uit wat diabetes is.
Er zijn verschillende vormen van diabetes. De twee meest bekende vormen zijn diabetes type 1 en diabetes type 2. Bij beide soorten werkt de alvleesklier niet goed, maar dit heeft bij type 1 een andere oorzaak dan bij type 2.
Diabetes Mellitus Type 1
De meeste wetenschappers vermoeden dat diabetes type 1 een auto-immuunziekte is [4]. Bij een auto-immuunziekte valt het afweersysteem ook gezonde lichaamscellen aan [5]. In het geval van diabetes type 1 zijn het de zogenaamde bètacellen die kapot worden gemaakt [4]. Deze cellen kunnen hierdoor geen insuline meer aanmaken, wat verklaart waarom de insulineproductie binnen mensen met diabetes type 1 volledig stopt [4,5]. Hoewel de meeste wetenschappers het eens zijn over de vernieling van bètacellen, verschillen de meningen over de manier waarop die vernieling tot stand komt. Sommige wetenschappers denken dat het immuunsysteem op hol is geslagen doordat het reageert op constante ontstekingen binnen het lichaam [4]. De andere stroming denkt dat het komt doordat de bètacellen zichzelf niet meer kunnen herstellen nadat ze zijn beschadigd [4]. In onderzoek is bijvoorbeeld gevonden dat bètacellen zich wel kunnen herstellen binnen baby's en jonge kinderen met diabetes type 1, maar niet binnen adolescenten en volwassenen met diabetes type 1 [6].
Ondanks deze ideeën is de daadwerkelijke oorzaak voor de aanval op de bètacellen nog niet duidelijk [7]. Er wordt gedacht dat dit te maken heeft met een erfelijke aanleg in combinatie met een prikkel van buitenaf, zoals een virus, bacterie of een schimmel [7]. Ook andere factoren zoals leefstijl, voeding en klimaat worden momenteel onderzocht in relatie tot diabetes type 1 [7]. Het is belangrijk om te onthouden dat de wetenschap nog geen definitieve oorzaken heeft gevonden en dat er meer onderzoek nodig is om de precieze aanleiding van diabetes type 1 te begrijpen [7]. Extra informatie over recentelijk onderzoek rondom het ontstaan van diabetes type 1 kan gevonden worden op deze WIKI-pagina.
In de video aan de rechterkant wordt op een zeer toegankelijke manier uitgelegd hoe diabetes type 1 werkt.
Diabetes Mellitus Type 2
Bij diabetes type 2 maakt het lichaam niet genoeg insuline aan of reageert het lichaam niet goed op insuline [8]. Dit laatste fenomeen wordt ook wel insulineresistentie genoemd [9]. Als er sprake is van insulineresistentie, is het lichaam minder gevoelig voor insuline, waardoor het moeilijker wordt voor cellen om glucose vanuit het bloed op te nemen [9]. Insuline werkt normaal gesproken als een sleutel die bepaalde "deurtjes" van lichaamscellen opent, waardoor glucose naar binnen kan stromen. Bij insulineresistentie werkt deze sleutel minder goed, omdat het slot te stroef is geworden. Het lichaam probeert dit op te lossen door meer insuline (sleutels) aan te maken [10]. Hierdoor moeten de bètacellen bij mensen met diabetes type 2 ontzettend hard werken [11]. Dit lukt voor een tijdje, maar op den duur zullen de bètacellen uitgeput raken en niet goed meer kunnen functioneren [10]. Als de bètacellen niet goed meer kunnen functioneren, zal de insulineproductie dalen en de bloedglucosespiegel stijgen [10].
Over het ontstaan van diabetes type 2 weet de wetenschap meer dan over het ontstaan van diabetes type 1. Diabetes type 2 ontstaat vaak door een combinatie van een ongezonde leefstijl met een erfelijke aanleg [12]. Het risico op het ontwikkelen van diabetes type 2 is bijvoorbeeld hoger voor mensen die roken, overgewicht hebben, te veel en/of te ongezond eten en die te weinig bewegen [12,13]. Verder wordt de kans op het krijgen van diabetes type 2 hoger naarmate men ouder wordt [13]. Toch kan diabetes type 2 ook voorkomen bij jonge mensen [12]. Verder komt type 2 ook vaker voor bij mensen met een Hindoestaanse, Surinaamse, Turkse of Marokkaanse afkomst [13]
In de video aan de linkerkant wordt op een zeer toegankelijke manier uitgelegd hoe diabetes type 2 werkt.
In Nederland is diabetes één van de meest voorkomende chronische ziektes [14]. Zo zijn er in 2022 bijvoorbeeld 2.700 nieuwe type 1 diagnoses en 48.200 nieuwe type 2 diagnoses gesteld [15]. Op dit moment zijn er in totaal 1,2 miljoen mensen met diabetes in Nederland [14]. Dit aantal blijft alsmaar stijgen, mede doordat mensen steeds ongezonder leven [16]. Over het algemeen komt diabetes iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen [17].
Het grootste gedeelte van de diabetespatiënten heeft diabetes type 2. In Nederland zijn dit er zo'n 9 op de 10, ofwel 1,1 miljoen mensen [14]. Het aantal mensen met diabetes type 1 is veel kleiner. Dit zijn er in Nederland ongeveer 100.000 [14].
Verder wordt diabetes type 2 vaker vastgesteld in een oudere leeftijdsgroep. De gemiddelde leeftijd bij diagnose is 60 jaar [18]. Bij diabetes type 1 ligt deze leeftijd veel lager, gemiddeld rond de 32 jaar [18]. Als kinderen diabetes hebben, is dit vrijwel altijd diabetes type 1 [17].
Een andere grote groep zijn de mensen met prediabetes. Dit zijn mensen die nog geen diabetes type 2 hebben, maar wel verhoogde bloedglucosewaarden laten zien [19]. Deze mensen lopen hierdoor een verhoogd risico voor het ontwikkelen van diabetes type 2 [19]. In Nederland bestaat deze groep uit zo'n 1,3 tot 1,5 miljoen mensen [14].
Tot slot is er ook nog een groep mensen dat diabetes heeft, maar dit zelf nog niet weet. Zij zijn dan ook niet opgenomen in de officiële cijfers, omdat ze (nog) geen diagnose hebben gekregen [14].
Op deze pagina van het Diabetes Fonds kan extra informatie gevonden worden over de cijfers rondom diabetes.
Hoe verschillen de symptomen tussen diabetes type 1 en type 2?
De symptomen van diabetes type 1 beginnen vaak plotseling. Mensen voelen zich bijvoorbeeld moe, vallen af zonder reden, hebben veel dorst en moeten veel plassen [20]. Toch kan het ook gebeuren dat mensen voorafgaand hun type 1 diagnose eerst matige klachten over een langere periode ervaren [20].
De klachten bij diabetes type 2 lijken op die van type 1, maar komen anders op gang [21]. Bij diabetes type 2 ontstaan de symptomen namelijk langzaam, waardoor het soms jaren kan duren voordat mensen weten dat ze diabetes type 2 hebben [21].
Welke symptomen horen bij te hoge of te lage bloedglucosewaardes?
De symptomen van diabetes type 1 en 2 hangen samen met de glucoseniveaus in het bloed. Als er te veel glucose in het bloed zit, kan er een zogenaamde hyperglykemie optreden [22]. Men heeft het hier over waardes die boven de 10 mmol/L liggen [23]. Als er te weinig glucose in het bloed zit, kan er een zogenaamde hypoglykemie optreden [22]. Dit zijn waardes die onder de 4 mmol/L liggen [23]. Een hypoglykemie kan bijvoorbeeld optreden wanneer er teveel insuline wordt ingespoten [22].
Bij een hyperglykemie kunnen de volgende klachten optreden [22,24]:
Veel plassen (officieel polyurie genoemd)
Veel dorst (officieel polydipsie genoemd)
Geen eetlust
Een droge of plakkerige tong
Vermoeidheid en/of lusteloosheid
Wazig zien
Misselijkheid en overgeven
Wisselende stemming
Zwakte en futloosheid
Symptomen die kunnen worden ervaren tijdens een hypoglykemie zijn [22,25]:
Zweten
Honger
Trillen
Hartkloppingen
Duizeligheid en/of hoofdpijn
Zwakte
Concentratieproblemen
Verwardheid
Hypoglykemieën kunnen ook zorgen voor psychologische klachten [25]. Wanneer veel of heftige hypo's worden ervaren, kan dit zorgen voor een verminderde tevredenheid over de fysieke en mentale gezondheid [26]. Ook kunnen mensen bang worden om nog een hypoglykemie te krijgen [27]. Deze angst kan ervoor zorgen dat mensen met diabetes type 1 het moeilijk vinden om een behandeling goed op te volgen [25]. Het is daarom belangrijk om hypoglykemieën eerder te voorkomen dan te behandelen [25].
Wat zijn de gevolgen van een hyper- of hypoglykemie?
Zowel een hyper als een hypo kunnen gevaarlijke gevolgen hebben. Zo kunnen ze ervoor zorgen dat iemand flauwvalt of zelfs in een coma raakt [22].
Verder kan een hyperglykemie zorgen voor verzuring van het lichaam, ook wel een ketoacidose genoemd. In deze gevallen moet 112 gebeld worden [22].
Wat zijn de lichamelijke complicaties van diabetes type 1 en 2?
Beide vormen van diabetes kunnen verschillende complicaties veroorzaken. Deze complicaties kunnen acuut, ofwel plotseling, plaatsvinden, maar kunnen zich ook over de jaren heen ontwikkelen [28]. De eerdergenoemde hyper- en hypoglykemieën zijn voorbeelden van acute complicaties [28]. De lange-termijn complicaties hebben te maken met schade aan de zenuwen, grote en kleine bloedvaten doordat de glucosewaardes steeds schommelen [28]. Voorbeelden van deze lange-termijn complicaties zijn [28,29]:
Schade aan de grote vaten (macrovasculaire complicaties):
Hart- en vaatziekte
Schade aan de kleine vaten (microvasculaire complicaties):
Oogproblemen (officieel retinopathie genoemd)
Nierproblemen (officieel nefropathie genoemd)
Zenuwschade (officieel neuropathie genoemd), wat kan leiden tot problemen binnen de voeten, maag of darmen
Seksuele problemen
Gehoorproblemen
Overige complicaties:
Huidproblemen
Gewrichtsklachten
Vermoeidheid en/of slaapproblemen
Het is belangrijk om deze complicaties te voorkomen of uit te stellen door de glucoseniveaus zo goed mogelijk te controleren, gezond te leven en regelmatige controles uit te laten voeren door een arts [28,30].
Wat zijn de psychologische complicaties van diabetes type 1 en 2?
Mensen met diabetes moeten elke dag rekening houden met hun leefstijl, glucosemetingen en medicaties en kunnen daarnaast veel last hebben van zorgen over hun toekomst, lichaamsbeeld of -gewicht en zelfvertrouwen [31]. Het komt dan ook regelmatig voor dat mensen met diabetes worstelen met psychische klachten [31]. Zo hebben mensen met diabetes twee keer zoveel kans op het ontwikkelen van een depressie dan de mensen die geen diabetes hebben [32]. Voorbeelden van psychologische problemen bij diabetes type 1 en 2 zijn [31]: depressie, angst, emotionele stress, diabetes burn-out en eetstoornissen.
Andersom kunnen psychologische klachten ook een negatieve invloed hebben op diabetes [31]. Een depressie kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de bloedglucosespiegel wordt verhoogd, de kans op lichamelijke complicaties wordt vergroot, en het aanhouden van een gezonde leefstijl en het volgen van een strak behandelplan veel lastiger wordt [32]. Het is daarom belangrijk om naast lichamelijke hulp ook psychologische hulp in te schakelen wanneer hier behoefte aan is.
Op de pagina's van Diabetesverenging Nederland en het Diabetes Fonds wordt uitgebreide informatie gegeven over allerlei complicaties.
Hoe wordt diabetes type 1 behandeld?
Diabetes type 1 wordt altijd behandeld met insuline [33]. Doordat de alvleesklier aan het begin van de diagnose nog een beetje insuline aanmaakt, hoeft die insulinebehandeling in de eerste één tot twee jaar nog niet zo intensief te zijn [34,35]. Dit wordt de honeymoonfase genoemd. Hierna moet men wel veel gaan spuiten. Hierbij hangt de dosis insuline niet alleen af van de bloedglucoseniveaus, maar ook van voeding en lichamelijke activiteit [33]. Er zijn verschillende soorten insuline die gebruikt kunnen worden. Zo worden kortwerkende insulines gebruikt vóór het eten van een maaltijd en worden langwerkende insulines gebruikt als een basis [36]. Verder kan ook mixinsuline worden gebruikt [36]. Het toedienen van extra insuline wordt bolussen genoemd [37].
Insuline kan ook op verschillende manieren toegediend worden. Het kan handmatig worden gespoten met een insulinepen, maar kan ook continu toegediend worden via een insulinepomp [33]. Hierbij kan een eventueel close-loop systeem de glucosewaardes automatisch terugbrengen naar een basisstand wanneer deze beginnen te schommelen [33]. Het is belangrijk om na te gaan dat men ook bij een pomp nog steeds moet blijven bolussen voor maaltijden [37].
Verdere informatie over de behandeling van diabetes type 1 kan gevonden worden op de website van diabetes.nl.
Hoe wordt diabetes type 2 behandeld?
De meeste mensen met diabetes type 2 krijgen het advies om gezonder te leven [38]. Er wordt bijvoorbeeld aangeraden om te stoppen met roken, af te vallen en om gezond te eten, zodat de bètacellen weer beter kunnen werken [10,38]. Als dit niet goed werkt, kan er ook medicatie voorgeschreven worden [36]. Voorbeelden van medicijnen die gebruikt kunnen worden voor diabetes type 2 zijn [37]:
Metformine, wat ervoor zorgt dat de cellen in het lichaam gevoeliger worden voor insuline en dat de lever minder glucose aanmaakt.
Sulfonylureumderivaten (SU-derivaten), die ervoor zorgen dat de alvleesklier meer insuline gaat produceren.
DPP4-remmers, die er ook voor zorgen dat de alvleesklier meer insuline kan produceren, maar alleen worden voorgeschreven wanneer metformine en SU-derivaten niet goed worden verdragen of werken.
SGLT-2 remmers, die ervoor zorgen dat glucose wordt uitgeplast en die ook gebruikt kunnen worden bij de behandeling van nierfalen of bij een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
GLP1-agonisten, die vaak worden voorgeschreven om gewicht te verliezen.
Deze medicijnen kunnen verschillende bijwerkingen hebben, zoals misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, hypo's of infecties [37]. Verdere informatie kan gevonden worden op de website van Diabetesverenging Nederland.
Tot slot kan ook bij type 2 insuline worden gebruikt. Dit gebeurt wanneer de bloedglucoseniveaus te hoog blijven, zelfs nadat leefstijladviezen zijn opgevolgd en medicatie is ingezet [37].
Tabel 1. Overzicht van de verschillen tussen diabetes type 1 en 2 [1,4,8,14,20,21,33,38]
Hoe is het om diabetes te hebben?
Het kan moeilijk zijn om met diabetes te leven. Om hier een beeld van te kunnen schetsen, vertellen kinderen in de onderstaande video hoe het is om diabetes te hebben.