Filmtips

Dit perspectief gebruik je meestal. De camera staat ongeveer op ooghoogte. 

Als je als een kikker naar je onderwerp kijkt lijkt alles heel groot. Dit maakt het belangrijker.

Je kijkt dan van boven op je onderwerp. Dit doe je om overzicht te geven of om iets kleiner dus minder belangrijk te laten lijken.

Je beweegt de camera van links naar rechts of andersom. Vaak geeft dit voor de kijker een onrustig beeld. Je kan zo wel goed een persoon die door je beeld loopt volgen. Gebruik je Pan niet te vaak en doe het rustig.

Je draait je camera omhoog of omlaag. Zo kan je iets langzaam in beeld brengen. 

Met de lift breng je je camera langzaam omhoog of laag. Het lijkt een beetje op Tilt maar je houdt je camera recht. Ook met Lift kan je iets langzaam in beeld brengen. 

Met een groot totaal geef je overzicht. Je laat zien waar het verhaal zich afspeelt en wat er gebeurt. Goed voor een begin van een scene.

In een totaalshot is een persoon of ander onderwerp helemaal in beeld. Het geeft een overzicht van wat er gebeurt.

Bij dit kader is je persoon ongeveer vanaf de middel in beeld. Breng je iemand nog iets verder in beeld ( tot de heup) dan het het mediumshot ook wel een cowboyshot.

Een close-up shot laat je personage zien vanaf de schouders. Hierdoor ziet de kijker vooral het hoofd en dus de emoties van een personage goed.

Hiermee laat je emotie in een gezicht zien. Je kan het ook gebruiken om een detaal in beeld te brengen. Iemand die een pen pakt of zo.

Met een over de shoulder shot lijkt het of je mee kijkt met iemand. HEt wordt veel gebruikt bij interviews.

Een andere is bijvoordeeld: Point of View. of te wel POV. Hiermee lijst het of je door de ogen van iemand mee kijkt naar een scene.