the Striker

Scheepsgegevens

Overige gegevens

Thuishaven

Historie

Lucie Stevens

Paul Striker

Scheepspraat

In 2000 kochten wij, Paul Striker en Lucie Stevens, het schip dat toen nog Neeltje Jacoba heette, (een week later werd de drugsboot met die naam opgebracht..)  bij Scheepswerf Balk in Elburg, tegenwoordig Balk Shipyard in Urk. Het schip was vernoemd naar de vrouw van de eerste eigenaar, de heer Arie Taselaar (van Lankhorst Taselaar) uit Sneek. 

Na zijn overlijden kocht de heer Metselaar uit Heeg het schip, en toen er een refit/schilderbeurt bij Balk werd voorbereid, besloot hij het schip te verkopen. Wij troffen het schip volledig onttakeld aan, ramen er uit, alles afgeplakt en kaal, maar daar doorheen zagen wij ons ideale schip en de koop was binnen enkele uren rond. En toen begon het pas echt.

Voorafgaande aan de koop hadden we al 5 jaar gevaren met een huurschepen van Panorama Yachtcharter uit Zwartsluis, elk voor- en najaar. Toen pas durfden we de investering aan. In de jaren voorafgaande aan de koop bekeken we vele schepen, tekenden er enkele en waren bezig met de Elling, en nadat die (op prijs) was afgevallen met de nieuwbouw van een Hellingskip 13.50 meter door de werd de Helling in Sneek, bij Jan de Vreeze (dezelfde die ook bij de Stentor betrokken was geweest). 

Dat ontwerp werd beoordeeld door Vripack, en door Bart Bouwhuis afgekeurd: wat wij er in wilden hebben paste niet op 13.50 meter, en een groter schip paste niet in ons budget. We bliezen het dus allemaal af, en een week later belde Marjolien Balk (scheepsmakelaar en zus van Daan Balk), waar we eerder al eens naar de Belhamel (een Koopmans) hadden gekeken, dat 'ons' schip bij hen op de werf lag. Dat had ze goed gezien !

Na omdopen tot the Striker en het afronden van de refit ging het schip in juli 2000 te water en als eerste werd Sail Amsterdam bezocht, en sindsdien al weer vier keer en helaas, door Corona geen vijfde keer. Veel plezier voor ons en vele gasten.

In 2003 kochten we een schiphuis in de Molenwaard in Hasselt, en dat is het behoud van het schip. Inmiddels hebben we de vierde refit gehad en beschikken nu over een nieuwe schroefas, demper in de schroefas en hydrauliek, gestraalde romp en verfsysteem van Alexsael door Nooitgedagt. Ook vervingen we het oude teakdek door Permateek, uitgevoerd door Boatrestyle van Bram Krijnen, top-product en top-applicateur!   En recent het vervangen van de mast door een beugel, en een complete tent over het achterdek. Zeer tevreden met dit schip en nooit jaloers ! De juiste maat, veilig, ruim, comfortabel, stoer.

Na de verkoop van ons bedrijf in de facilitaire dienstverlening in 2007 was er wat meer tijd om te varen, en nu zijn we elk jaar minimaal 3 maanden aan boord en varen 3000 km per jaar (300 motoruren) in ons schitterende vaarland. We hopen het nog lang te kunnen doen.

Uit de oude doos van de ontwerper en eerste eigenaar:

September 1992 – Vripack ligt met het 14,60 m Coastal Canal motorjacht van Arie Taselaar op de Hiswa te Water in Amsterdam. Dit jacht is het prototype voor de in Roemenië gebouwde Stentor serie, dat Karel Boersma in de jaren daarna in diverse lengtes op de markt zal brengen.

Een paar dagen voor de opening van de tentoonstelling varen Dick Boon en Gerben Hendriksma van Sneek naar Amsterdam. Zij kennen elkaar al vanaf 1959 toen ze beide zeilinstructeur waren op de Eerste Friese Zeilschool, het Top bij Sneek. Arie Taselaar had gezegd dat er nog meer dan voldoende dieselolie voorradig was en het brandstofgebruik zeer gering. Er stond een harde wind uit het noordnoordwesten, dus van Lemmer richting Amsterdam schuin van achteren, geen enkel probleem. Bij de Schellingwouderbrug en vlak voor de Oranjesluizen en varend op de autopiloot, moest de mast gestreken worden. Het schip maakte een plotseling bocht naar bakboord en voer bijna op de dijk. Boon was er nog net op tijd bij om de koers te herstellen. De conclusie was dat, als de mast gestreken is, de autopiloot van het kompas verkeerde informatie krijgt.

Het was koud en guur weer, dus de Kabola verwarming stond aan. Aan het eind van die middag viel de Kabola uit. Gelukkig had de firma Post ook een stand en kwam binnen een halfuur langs. De monteur had weinig tijd nodig, zijn conclusie was al gauw dat er geen dieselolie toevoer was. Het peilglas in de motorkamer gaf weliswaar aan dat de tank nog halfvol was, maar toen Boon de drukknop onderaan het peilglas indrukte was de olie in het peilglas snel weg. Het schip was dus letterlijk op zijn laatste druppel dieselolie bij de Hiswa aangekomen. Nadat er olie getankt was kon de Kabola weer opgestart worden.

Vorm volgt functie

We begonnen met een witte tent en zeiltjes, een blank gelakte en getuigde mast met ellenboogstoom, later met geschilderde mast en hydrauliek.

De kap en zeiltjes werden blauw, er kwam een bimini. De mast brak en het werd een apparatenbeugel, waarna er een complete vaste tent volgde.

Nee, niet mooier, wel wel functioneler en comfortabel, seizoensverlengend en ruimtelijk.

Van doorvaarthoogte 8,25 naar 4,15 meter scheelt honderden keren mast strijken, meevaarders waarschuwen voor de giek en de kussens kunnen blijven liggen. Geen tent en ramen meer afbreken en dus het vaargebied iets verkleinen.. 

Alles kan er uit, aan de zijkanten en achterkant, bijzonder is dat het dak ook makkelijk open kan en ook vaak open gaat: het is al snel warm. De ventilatie kreeg speciale aandacht.

Foto's status 2020