Laburnum anagyroides (Gouden regen)
Lange bloemtrossen in een grote hoeveelheid als een eindeloos kabbelende beek - met wat fantasie wel te verstaan - sieren gouden regen in mei en juni. Op alle grondsoorten wil de struik wel groeien, behalve in natte grond. In openbaar plantsoen zul je gouden regen niet veel aantreffen: de peulen zijn giftig.
Lathyrusachtige bloemen sieren de tros van gouden regen. Struiken van de gouden regen worden gewoonlijk niet hoger dan vijf meter en drie meter breed. Stengels zijn grijsgroen of donkergroen.
Niet snoeien
Gouden regen wordt gebruikt als solitair of er wordt een loofgang of bloeitunnel mee gemaakt. Als solitair is de struik op stam (kleine boom) of met meer stammen (struikvorm) te krijgen. Snoeien in het levende hout van de gouden regen veroorzaakt holten, waarin water zal blijven staan. Hierdoor verrot de struik uiteindelijk. Als er al wat moet worden gesnoeid, is het uitsluitend om dood hout te verwijderen. Dan nog mag er absoluut niet in levend hout worden gesnoeid. Dood hout is zwartbruin of crèmekleurig.