Mondeling

EEN NIEUWE CURSIST

• • François is een nieuwe cursist in de klas. Voor de les begint heeft hij een gesprek met Bénédicte.

  • Je luistert naar CD Track 2 en duidt de juiste antwoorden aan WB p. 10 voor François en Bénédicte. 

  • Schrijf nu = als de gegevens gelijk zijn en schrijf ≠ als de gegevens verschillend zijn. De correctiesleutel vind je hier.

  • Kijk naar de antwoorden van oefening 1. Omcirkel nu de juiste conclusies in je WB p. 11.

  • We corrigeren samen de conclusies over François en Bénédicte WB p.11

  • Een woordje uitleg over 'allebei, geen van beiden, even, dezelfde, ...'.

  • Je neemt weer p. 10 en leerling A noemt alle gelijkenissen op, leerling B alle verschillen. NIET KIJKEN p. 11!!! 

NOG EEN NIEUWE CURSIST

• Hier werken we aan de vraagintonatie. Hoe denk je dat je toon moet gaan bij een vraag? Luister eens naar TRACK 2. Hoor je een verschil? Hoe komt het dat je het hoort?

•  Je neemt WB p. 12. Je noteert bij elke afbeelding de mogelijk juiste vraag om te stellen. De correctiesleutel vind je hier.

• Vervolgens vul je je de eigen gegevens in onder IK WB p.13.

• Je luistert zin per zin naar de conclusies 1 tem 3 Track 4. Je duidt aan hoe je het belangrijkste woord zegt.

• Je luistert naar de andere conclusies en duidt WB p. 15 accent aan.

DE KAMPIOEN

•  Je gaat samenwerken met iemand van een ander duo. 

• Je vertelt over de gelijkenissen en verschillen tussen jou en je partner van vorige oefening. Je geeft ook details waarom het een gelijkenis of verschil is. Je kan het rooster WB p. 13 verder aanvullen met de info van de twee andere personen.

• Met deze informatie ga je nu conclusies maken over de vier personen:

  • • • • • • • • Wie woont het langst in België?

                • Wie is het oudst?

                • Wie heeft de meeste broers/zussen?

                • Wie is het grootst?

• Let op het zinsaccent, maak zinnen met de volledige uitleg:

               " Carmen woont zes jaar in België, Pierre twee jaar en Jadwiga 3 jaar, dus woont Carmen het langst in België"

HOE GOED KENNEN WIJ ELKAAR?

•  Vragenlijst 

  • • • • groep A  p.149 

        • groep B p.150

•  Elke groep vult onderling in aan wie van de andere groep je de vraag gaan stelt en over wie van de eigen groep de vraag gaat.

• Elke groep stelt om beurt een vraag, de persoon die moet antwoorden met IK DENK het wel/niet, stelt ook de directe vraag en de betrokkene van de andere groep antwoordt.

DIRECTE EN INDIRECTE REDE                                                                    

• Bekijk hier even de theorie.

DIRK VRAAGT OF ... 

• Schrijf zes 'directe vragen' die je wil weten over verschillende mensen in de klas. Probeer een beetje origineel te zijn. Deze vragen ga je aan iemand anders stellen die het dan moet vragen aan de persoon van wie jij het wil weten.

HOE BEGROETEN JULLIE ELKAAR

•  Je luistert naar de 3 anekdotes die nieuwe cursisten je vertellen over hun land: 

  • • • • anekdote 1

        • anekdote 2

        • anekdote 3

• Vul de vragen in in je WB p. 21. Maak een video- of audiofragment waarin je 1 van de drie anekdotes navertelt.

VERTEL EEN ANEKDOTE

• Je praat in een groepje met 3-4 cursisten hoe je elkaar begroet in jouw land.

• Je vertelt een anekdote van jezelf of iemand die je kent die ooit een 'communicatieprobleem' heeft gehad, vooral met non-verbale communicatie.

RADIO ZO GEZEGD

• Cursist A

• Cursist B

IMPERFECTUMTRAINING

•  Je neemt WB p.140.  Wat deden Piet en Suzanne toen ze kind waren? Vul de zinnen aan met Piet of Suzanne.

 IK HEB LAST VAN ...

• Wat doe jij als je je niet goed voelt? Kijk naar de tabel WB p. 34 en zet een √  in de juiste kolom onder 'ik'. 

  • • • • • Wat doe jij als je hoofdpijn hebt? 

            • • Doe je niets? Neem je iets in ( een medicijn, een pilletje, ...) of ga je naar de dokter?

          • Weet je niet goed wat de klacht is, kijk dan eens naar de tekeningen WB p.35.

• Schrijf 5 zinnen hierover met deze constructies:

  • • • • • Als ik last van hoofdpijn heb, (dan) neem ik een pijnstiller (Dafalgan, Nurofen, ..) in. 

          • Let op de zinsbouw: 

            • • ALS (conditie) + catapulsie --> S(subject)   O (object)  V(verbum-->laatste plaats)

              • na de komma: (DAN) +inversie --> V   S  O

 IK HEB LAST VAN ...

• We maken klasconclusies. 

  • • • • • • • Sommige cursisten nemen iets in als ze keelpijn hebben.

              • !! Niemand GAAT naar de dokter als hij keelpijn heeft.

              • !! Iedereen NEEMT een pijnstiller als hij hoofdpijn heeft.

              • !! De helft van de cursisten DOET niets als hij hoofdpijn heeft.

• Verschillende klanten gaan naar de apotheek om preventief geneesmiddelen te kopen. Luister naar de dialogen en vul de vragen in WB p. 41-42.

• Track 13

• Track 14

• De correctiesleutels vind je hier en hier.

NAAR DE APOTHEKER

• rol klant

• rol apotheker

GENERISCHE GENEESMIDDELEN

• Track 16

• Discussie: 

  • • • • Koop jij soms generische medicijnen?

        • Vind je het goed dat er generische medicijnen zijn?

        • Schrijft je dokter generische medicijnen voor?

        • Geeft je apotheek altijd generische medicijnen?

RADIO ZOGEZEGD

• Cursist A

• Cursist B

SORRY DAT IK TE LAAT BEN!

• Luister naar de dialogen en beantwoord de vragen WB p. 54-55 .  Doe dit in 3 luisterrondes.  

  • • • • • • Dialoog 1

            • Dialoog 2

            • Dialoog 3

• Vind je deze excuses aanvaardbaar (acceptabel) of niet?

SORRY DAT IK TE LAAT BEN

• We luisteren naar de reacties van mevrouw De Wit

  • • • • • • • • Reactie 1

                • Reactie 2

                • Reactie 3

WAAR WAS JE?

• Cursist A WB p.151

• Cursist B WB p.152

• VOORBEELDDIALOOG

  • • • • • • • Dag ... waar was je vorige les?

              • Ik kon niet komen!

              • Waarom niet?

              • EXCUUS

              • REACTIE

WAAROM WAS ZIJ NIET OP HET FEEST?

• Cursist A  WB p. 153

• Cursist B WB p. 154

• Let op zinnen met 'omdat' hij/zij .........  verbum (verbum 2) .   (catapulsie!)

ADVIES

• Cursist A

• Cursist B

IK HEB WAT MEEGEMAAKT!

• Je luistert met GESLOTEN BOEK naar TRACK 33  

• Luister een tweede keer en zet nu de 6 tekeningen WB p.61 waarover je iets hoort in de juiste volgorde.

• Luister nu een derde keer om te controleren.

• Kijk nu naar de tekeningen en maak een audiofragment waarin je het verhaal van Marilu vertelt. 

  • • • • • Let erop, het is wat er allemaal gebeurd is vóór Marilu te laat in de klas kwam, dus zal je perfectum/imperfectum moeten gebruiken.

KIES EEN ROL

• Kies een rol WB p. 58 waarbinnen jullie deze situatie willen uitvoeren. Cursisten per 2. 

• Je voert de dialoog uit, telkens 1 keer persoon die zich excuseert en 1 keer de persoon die op het excuus reageert.

DAT IS EEN LANG VERHAAL 

• Luister naar het verhaal van Gloria, Track 34.

• Nummer de tekeningen in de juiste volgorde WB p. 63

• Vertel samen met je collega het verhaal van Gloria na.

JOUW LANG VERHAAL

EEN GOEDE VAKMAN GEZOCHT

• Schrijf WB p. 98 de letter van de juiste vakman bij het juiste probleem.

• De correctiesleutel vind je hier.

WIE HEEFT PATRICK NODIG?

• WB p. 99

• Patrick is niet handig en wil alles LATEN DOEN. Wie heeft hij waarvoor nodig?

ZOEK DE JUISTE VAKMAN

• Welk klusje is dit?

• Welke vakman heb je nodig?

DE HUISBAAS VERWITTIGEN

• Je hebt nu zelf problemen in je huis of appartement en belt de huisbaas.

• Cursist A: Vertel je probleem en zeg wat je wil dat er gebeurt.

• Cursist B: Jij bent de huisbaas en reageert.

• Wisselen van rollen.

VERSLAG OVER JE EIGEN WERKEN

• Ook bij jou in huis zijn werken gebeurd en je gaat hierover vertellen aan een collega. Wat is er allemaal gebeurd in jouw huis?

• Kies een situatie met een paar problemen en minstens 5 dingen zijn er gebeurd om alles weer in orde te maken.

• Laat je inspireren door de foto's WB p.98 en p.105

KLACHTEN FORMULEREN IN DE ROLLEN

• Kies 2 situaties met je collega en speel de dialoog.

• De omschrijving van de situaties vind je hier.

BELGIË BETER BEKEKEN

• Fragment 38

• Probeer met je medecursist de tips te noteren en te herhalen.

• Bespreking

• Last van stress? Tips om stress te verminderen?

KLUSJES

• Bekijk deze filmpjes van Nedbox en beantwoord de vragen met ***.

• Schrijf over elke filmpje een samenvatting van maximum 3 zinnen.

WAT EEN SITUATIE!

• Vertel het verhaal dat je in de tekeningen ziet.

WAT VIND JIJ VAN DIT IDEE?

• Je gaat naar de supermarkt. De supermarkt wil starten met een nieuw project om minder verpakkingen te gebruiken.  Aan de ingang vragen ze de mening van de klanten.

• Luister een tweede keer en noteer welke klant uit welk fragment wel argument WB p. 116 gebruikt.

• Vul de zinnen aan in de tekstballonnen WB P. 116

• De correctiesleutel vind je hier.

RADIO ZO GEZEGD

• Cursist A

• Cursist B

MAAK ZO VEEL MOGELIJK ZINNEN 

• Maak zoveel mogelijk combinaties met de kaarten die je ziet in de klas.

• Mogelijke combinaties met uitleg vind je hier.

STANDPUNT EN ARGUMENT

• Kies uit de rollen WB p.118-119  5 stellingen.

• Geef je standpunt bij je 5 gekozen stellingen en geef voor elke stelling 2 argumenten.

IMPERFECTUMTRAINING

• Cursist A WB p. 155

• Cursist B WB p. 156

DE JUISTE KANDIDAAT?

• Luister naar het sollicitatiegesprek van Ronny De Smet met Veronica Verbanck, personeelschef bij CHOCOLA.

• Argumenteer waarom je Ronny wel een goede kandidaat vindt en waarom niet? Ja, want ... Nee, want ...

EEN REACTIE

• Teksten WB SCHRIFTELIJK p.98

BELGIË BETER BEKEKEN

HOE VOELDE JIJ JE TOEN ...?

• WB p. 145

EEN OUDERCONTACT

• Een gesprek met de leerkracht over de eigenschappen van je kind