Het was een weinig opmerkelijke nacht in Gramsbergen. Heel het dorp rustte uit onder de deken van sterrenloze duisternis – op een plaatselijke troep piraten na! Zodra het laatste gebaar van de noodsignalen werd gemaakt, en de teams hun laatste fragmenten van de kaart in ontvangst namen, barstte de strijd los. De stukjes kaart werden verwoed in elkaar geflanst, soms met meer succes dan anderen, en al snel verschenen de twee symbolen die het geheim van Gramsbergen zouden onthullen – de karakteristieke rode X, die midden in het bos bleek te liggen, en de gouden sleutel, die in het park kon worden gevonden!
Gewapend met slechts een vaag vermoeden van waar ze heen moesten, renden de piraten in het duister met half aangetrokken schoenen en elkaars jassen het park in. Sommigen baanden zich meteen een weg naar het bos, waar ze vermoedelijk op de tast de schat hoopten te vinden, sommigen kozen ervoor de sleutel in handen te krijgen om de bosgangers voor te zijn, en sommigen bleven toch maar achter in de warme huisjes met een kopje thee en een kruidnootje. Piraterij is immers hard werk. (En een misdrijf.)
Tussen de piraten onderling liepen de spanningen hoog op: als het om goud gaat, zijn piraten immers nog minder te vertrouwen dan gebruikelijk. Aan alle kanten werden waarheden verdraaid, leugens verteld, zakken binnenstebuiten gekeerd en moeders beledigd, en als er even niets nuttigs te zeggen was, klonk er een luidkeels “Yarrrrrrrr!” door het park.
De gele piraten bleken de andere piraten te slim af te zijn, en werden voor hun moeite beloond met de sleutel van het mythische Geheim van Gramsbergen – die ze stilletjes met zich meedroegen, en langs de oplettende ogen van de andere piraten wisten te smokkelen. Zo bleven er tot in het holst van de nacht teleurgestelde piraten rondwarend zoeken, en konden de gele piraten in hun vuistje lachen (maar wel stilletjes uiteraard).
Toch konden de grote groepen piraten die zich in het bos bevonden geen spoor vinden van het geheim zelf. Het was dan wel donker, en ze hadden dan wel haast, maar zoveel piraten konden er toch niet allemaal naast zitten? Na een frustrerend lange tijd werd de Piratenkoningin erbij gehaald, die in haar wijsheid ongetwijfeld moest weten waar de schat zich bevond – maar zelfs zij kon de schat niet vinden! Kon het dan zijn dat het Geheim van Gramsbergen niets meer was dan een mythe, bedacht door de dorpsbewoners om meer toeristen te trekken? Of erger, moesten de piraten hieruit concluderen dat de echte schat *kokhals* vriendschap was?
Net toen de piraten de zoektocht wilden opgeven, kwam de aap uit de mouw: de blauwe piraten hadden de schat al vanaf het begin ontvreemd en meegenomen naar hun hoofdkwartier, waar een enkele piraat bereid was de schat met hand en tand te bewaken! De blauwe en gele piraten realiseerden zich dat er sprake was van een impasse, en dus zat er niets anders op om de schat, tegen al hun pirateninstincten in, dan maar *dubbel kokhals* eerlijk te verdelen. Tijdens de laatste piratenconventie van dit avontuur, in de veiligheid van het hoofdkwartier werden de sleutel en de schat voor het eerst in eeuwen weer bijeengebracht.
To be concluded….
(c) Nick