Nobel, Alfred Bernhard

Alfred Nobel (1833-1896) was een Zweeds scheikundig ingenieur. Als uitvinder van het dynamiet, waarvoor hij in 1867 een patent verkreeg, werd hij een succesvol zakenman en industrieel. Bij zijn dood was hij een van de rijkste mannen ter wereld. Beschikte bij zijn testament in 1895 - bestaande uit één groot vel papier - dat zijn fortuin veilig moest worden belegd en dat de daaruit voortvloeiende rente moest worden verdeeld 'onder hen die in het afgelopen jaar de mensheid de grootste vooruitgang hebben bewezen'. Daartoe werd de Nobelprijs ingesteld en in 1901 voor het eerst uitgereikt.

Alfred werd geboren in Stockholm als derde zoon van Immanuel Nobel (1801-1872) en Caroline Andrietta Ahlsell (1805-1889). Verscheidene broers en zussen van Alfred stierven jong en ook hij kampte in zijn kinderjaren met zijn gezondheid. Het Duitse Museum voor Epilepsie noemt Nobel bij de beroemde figuren die leden aan deze aandoening. Het gezin Nobel, met een nog jonge Alfred, trok naar Sint-Petersburg, waar vader Nobel een machinefabriek begon. In 1859 werd deze fabriek vanwege slechte resultaten overgedragen aan de tweede zoon, Lodewijk Nobel (1831-1888), die het bedrijf wel tot grote bloei wist te brengen. Hierna keerde Alfred met zijn vader terug naar Zweden en begon met een studie naar explosieven, zoekend naar een methode voor veilige productie van nitroglycerine in vaste vorm, in plaats van vloeibare vorm, voor gebruik in staven. Er vonden verschillende onbedoelde explosies plaats in de fabriek van de familie Nobel, en door een fatale ontploffing werden in 1864 Alfreds jongere broer Emil en een aantal werknemers gedood. Niet lang daarna vond Nobel de veilige methode om nitroglycerine tot ontploffing te brengen: vermengd met een absorberende grondstof bleef het stabiel tot ongeveer 35° Celsius. Nobel noemde de stabiele springstof "Dynamiet" uit het Griekse 'δυναμις;' i.e. Dynamiek en werd al snel schatrijk door de verkoop. Naast mijnbouwbedrijven waren de wapenfabrikanten grote afnemers. In 1888 woonde Nobel in Parijs. De plaatselijke courant schreef in april dat hij was overleden. Men verwarde Alfred echter met zijn broer Lodewijk Nobel die inderdaad pas gestorven was. In zijn necrologie werd hij betiteld als de ‘handelaar in de dood’ die dankzij zijn uitvinding van dynamiet rijk werd van het oorlogsleed dat hij aanrichtte. Zijn eigen overlijdensbericht had een grote invloed op hem. Wroeging zette hem aan om te proberen zijn naam te zuiveren. Hij veranderde zijn testament zo dat zijn nalatenschap gebruikt moest worden voor wat uiteindelijk de Nobelprijzen werden voor economie, natuurkunde, scheikunde, geneeskunde, letterkunde en de vrede. Minder bekend is het feit dat Alfred Nobel ook toneelschrijver was en op eigen kracht een brede talenkennis verwierf: naast Zweeds het Frans, Russisch, Engels, Duits en Italiaans. Hij schreef in het Engels poëzie. Zijn enige toneelstuk werd gedrukt toen hij stervende was. Drie exemplaren zijn bewaard. Hij stierf in de Italiaanse badplaats San Remo en is begraven in Stockholm.

© 2018 F.N. Heinsius