Dr. Jac Heinsius (letterkundige)

Jacobus (Jac, Co) Heinsius (Amsterdam, 23 juni 1872 – Wassenaar, 18 mei 1947), letterkundige, leraar op de HBS in Zwolle en Gouda, en lange tijd redacteur van het Woordenboek der Nederlandse Taal (W.N.T.) op het Rapenburg in Leiden, was een zoon van Auke Heinsius, rector op de Doorluchtige School van het Athenaeum Illustre, en van Johanna Reiniera van Acquoy. 

Geboren in Amsterdam in de Heinsius-familie uit Stavoren. De tweede en laatste zoon van Auke Heinsius, instituteur van een Private School, rector op de Doorluchtige School van het Athenaeum Illustre, welke opging in de Coornhertschool, en daarna directeur van NOG verzekeringen in Amsterdam. Jac Heinsius had een relatief oude broer Han Heinsius, de alom vermaarde bioloog. Beide zonen leerden goed en hun vader was een hele strenge leermeester. Hun moeder Johanna Reiniera van Acquoy overleed na zijn geboorte en zijn vader hertrouwde. Haar broer Prof. Dr. Johan van Acquoy, was eerst predikant in Eerbeek en daarna hoogleraar Kerkhistorie te Leiden. Alles maakte dit tot een relatief harde omgeving in zijn jeugd en de nieuwe familie Bleyenberg was weinig liefdevol. Zijn gereformeerde en humanistische achtergrond betekende een studie Nederlandse taal met een cum laude promotie Letteren bij Prof. Dr. Jan te Winkel, een goede bekende bij deze familie. In het proefschrift onderzocht Jacques de verbuiging van woorden. Zo werd een enorme kennis inzake het ontstaan en de ontwikkeling van de Nederlandse taal opgebouwd. Het middel om deze ervaring op te doen was een diepgaande, quasi theologische, studie naar de gehanteerde taal in de Bijbel. Na een korte periode als leraar, mocht hij komen werken op het Rapenburg in Leiden, alwaar lange tijd het hoofdwoordenboek der Nederlandse taal gemaakt is. Dit 'rampzalige' project vergde vele jaren zijn nijvere inzet. Waar zijn broer de Ned. natuur volledig verzamelde in het HHT, wist Jacques de Ned. taal uitgebreid te doen in het WNT. Men was hier nogal catalogistisch, arbeidzaam, maar bescheiden van aard. Vele subdelen van de woordenboeken staan op zijn naam. Hij schreef daarenboven enkele vakinhoudelijke artikelen. De Gotische woordenlijst vormt in Zuid-Afrika zelfs een standaardwerk. Was verder geïnteresseerd in met name geschiedenis wat mag blijken uit een studie van de oudste stadsrekening van Gouda. Maakte ook enige tijd deel uit van de redactie van het Maandblad voor Philologie en Geschiedenis met J.J. Salverda de Grave, Frederik Muller, N.J.H.G. Royen en N.B. Tenhaeff. Hij huwde met Anna Christina Montijn en kreeg met haar één dochter Christina Aukje Heinsius, een kandidaats rechten, welke huwde met de hoogleraar Prof. Dr. Mr. Tjalling Justus Dorhout Mees. Hij woonde in Wassenaar op de Santhorstlaan en er is enig publiek materiaal over hem bekend. Na zijn overlijden verscheen zelfs in The New York Times een overlijdensbericht en men heeft een portrettekening van hem vervaardigd welke verscheen in De Groene Amsterdammer.

Bronnen, noten en/of referenties

·       Album Academicum

·         Proefschrift

·         Wie is dat? Biografie, p.129

·         Bibliografie

·         Familiefoto's