VOORWOORD

Eenigen tijd geleden kwam de afdeeling „Documentatie van den Politieken Opsporingsdienst te Amsterdam, in het bezit van een deel van de administratie van de plaatslijke leiding van de N.S.B. Hierbij bevond zich een verzameling enquête-formulieren (± 15000), welke hadden gediend, om de afdeeling „Documentatie" van het Hoofdkwartier van de NSB te Utrecht nadere gegevens te verschaffen van alle te Amsterdam bij de Beweging aangesloten leden. Ieder lid verschafte de verlangde inlichtingen, en deze werden met zijn handtekening bekrachtigd.

Deze enquête werd opgedragen aan de blokleiders, die het documentatie-materiaal naar hun beste weten hebben aangevuld, en evenals de leden van hun handteekening hebben voorzien.

De ontdekking van dit ledenregister beteekende voor den P.O.D. te Amsterdam een aanzienelijke vereenvoudiging in het opsporingswerk.

Het enquête-formulier is een schriftelijke en een wel eigenhandig onderteekend bewijsstuk, waaruit blijkt, dat de ondergeteekende zich als lid wenscht te beschouwen van de N.S.B.

Men houde in het oog, dat de leden-registratie in een bepaalde periode heeft plaats gevonden (± November 1940- ± Juni 1942).

Het register bevat niet alle personen te Amsterdam, die lid geweest zijn tijdens de bezettingstijd, maar is slechts een momentopname. Al is de volledigheid niet bereikt, de documentaire aanwinst is niettemin aanzienlijk.

Ik heb gemeend, dit materiaal niet alleen aan den dienst ten goede moet komen, doch de gegevens , in den vorm van een register, te moeten uitgeven ten behoeve in de eerste plaats van het Nederlandsche Beheersinstituut Bureau Amsterdam, verder den Fiscus, en voorts , zulks in overleg en in samenwerking met Dr. H. W. J. WIJNHOLDS, Wnd. Chef van de afdeeling „Deblokkeering" van de Nederlandsche Bank, ten dienste van de Bank-en Credietinstellingen, ter voldoening aan hunne verplichtingen ingevolge Art. 6 lid 2 van het Besluit Vijandelijk Vermogen, dd. 20 October 1944 (No. E 133). ter voorkoming van elk misverstand diene, dat nog slechts aan een deel van de hierna vermelde personen een maatregel als interneering, huisarrest of meldingsplicht is opgelegd, en dat noch leden van andere nationaal-socialistische organisaties, noch collaborateurs, of personen die in dienst zijn gegaan tijdens de bezetting bij eenige militaire of semi-militaire formatie van den vijand, zijn vermeld.

Amsterdam 20 November 1945.

Het hoofd van den Politieken Opsporingsdienst,

District Amsterdam,

Mr. U. W. H. STHEEMAN