Projectplan 2015

Projectplan concept 1.0

Herbouw Tolhek

Opdrachtgever: Historische Vereniging Berkel en Rodenrijs

Opgesteld door: J. van der Spek

Vastgesteld op : 26-8-2015

Projectplan herbouw Meerhek.

Inhoud.

    1. Resultaatdefinitie

      1. Wens.

      2. Aanleiding.

      3. Doelstelling.

      4. Projectresultaat.

      5. Afbakening.

      6. Programma van eisen.

    2. Randvoorwaarden

    3. Fasering

    4. Beheersplannen

    5. Activiteitenplanning

    1. Resultaat definitie

      1. Het bestuur van de Historische Vereniging van Berkel en Rodenrijs heeft zichzelf de opdracht gegeven om te bereiken dat het Tolhek, dat oorspronkelijk aan de Klapwijkseweg stond, wordt herbouwd. Dit projectplan beoogt om aan te geven hoe dit gerealiseerd kan worden.

      2. Ter inleiding volgt eerst een beschrijving:

De geschiedenis.

Tot het jaar 1932 werd aan de Klapwijkseweg, op de grens tussen Berkel en Pijnacker, tol geheven. Wanneer men van de ene naar de andere gemeente wilde, moest er ‘tol’ worden betaald . Voor een of anderhalve cent werd met een grote sleutel het Meerhek, want zo werd het tolhek genoemd, geopend.

Vermelding in Pijnacker/11e-18e-eeuw;

1555 De stad Delft kreeg van Karel V de visserij en vogelarij van de Pijnackerse meren ook Berkelsche meren. Daar waar de meren van Pijnacker en Berkel gescheiden worden is door Delft een tolhek geplaatst.

Een tolweg was in vroeger jaren heel normaal, elke gemeente had wel een weg waarvoor tol geheven werd. De weg was dan eigendom van iemand en die vroeg geld voor het gebruik van deze weg. De bedoeling was dat met de opbrengst deze weg ook onderhouden werd. Een tol was bijvoorbeeld ook aan de Brasserskade in Nootdorp, aan de Korstverlorenweg in Leidschendam en de Haagweg in Delft. Ook de weg van Berkel naar Bergschenhoek kende een tol.

De tol aan de Klapwijkseweg was een bijzonderheid, omdat zich daar een fraai smeedijzeren hek bevond dat was opgehangen tussen twee pilaren met daarop een leeuwtje met het wapen van Berkel en Rodenrijs. De leeuwtjes zijn later geschonken aan de gemeente Berkel en Rodenrijs.

Lekke banden

Het Meerhek moet al in 1646 hebben bestaan met erfpacht voor de burgemeester van Delft. In het jaar 1847 werd de tol verkocht aan de particulier C.P. van der Burg. De weg werd niet al te best onderhouden, zo nu en dan werden de gaten gedicht met wat puin. Er zaten vooral na regenachtig weer diepe karrensporen in het wegdek; lekke banden voor de fietsers waren dan ook aan de orde van de dag. Aanvankelijk moesten, behalve de spannen van paard en wagen (zoals die van het veevoederbedrijf Treurniet uit Berkel) en de wielrijders, ook voetgangers tol betalen. Later heeft men voor de laatste categorie een draaihek geplaatst, zodat de voetgangers er gratis door mochten. Ook toen al was men inventief om belasting te ontduiken en nam men stiekem de fiets op de nek om vervolgens op die manier, gratis, door de tol te gaan.

Klapwijck

In het jaar 1932 hebben het rijk en de provincie Zuid-Holland de tolrechten afgekocht. Het rijk betaalde 10.000 gulden en de provincie 13.620 gulden, waarbij de gemeente Pijnacker verplicht werd om 60 cent per strekkende meter te betalen voor het onderhoud. Vanaf die tijd is de Klapwijkseweg een provinciale weg geworden.

In het begin van de twintigste eeuw kwam de naam Klapwijk of Klapwijck veel voor in deze contreien. Niet bekend is of de naam van de weg er eerder was dan de bewoners. Meer voor de hand ligt het dat de Klapwijkseweg, en dus ook de wijk Klapwijk, de naam te danken heeft aan deze tol. Een tol werd vroeger ook wel een "klap" of "klaphek" genoemd.

Locatie

Voor zover vastgesteld kan worden stond het Meerhek op de kruising van de Klapwijkseweg, Leeweg en Klapwijkselaantje.

De oude locatie van het Meerhek blijkt dus op korte afstand van de nieuw aan te leggen fietsbrug naar het aan te leggen natuurpark in de Groenzoom gelegen te hebben. Het voorstel is het Meerhek weer terug te plaatsen in het verlengde van deze fietsbrug.

Delfland 1712 ’t Meer Hek.

Met het doen herrijzen van het Meerhek voor deze fietsbrug zou het vroegere knooppunt voor het (fiets)verkeer tussen Pijnacker en Berkel weer in ere hersteld worden.

Bouwstijl

Liefst in dezelfde bouwstijl en waar mogelijk met authentieke materialen zoals beschreven door Sonneveld in Van Regthuis tot Raadhuis; Op de plaats waar op de Klapwijkseweg een bord nu naar links verwijst naar Sideron’s IJzerhandel stond ongeveer de in 1933 verdwenen eeuwenoude tol “t Meerhek, bestaande uit 2 zware stenen pilaren, daartussen een tweedelig smeedijzeren hek van meer dan 2 meter hoog. Elke pilaar was gesierd met een zittende leeuw die de voorpoten op het wapen van Berkel liet rusten. Wel het oude wapen van Berkel en Rodenrijs, ster en twaalf ruiten. De twee originele leeuwtjes zijn behouden en kunnen mogelijk worden teruggeplaatst.

1.1. Wens

De Historische vereniging onderzoekt samen met het Project bureau De Groenzoom of herbouwen van het Tolhek mogelijk is.

1.2. Aanleiding.

De inrichting van de Groenzoom biedt de mogelijkheid om te bezien of de herbouw van het Meerhek in dit gebied gerealiseerd kan worden.

1.3. Doelstelling.

Het realiseren van een werkstructuur waarmee de herbouw kan worden gerealiseerd.

1.4. Projectresultaat.

- Specificaties die nodig zijn voor de herbouw. Dit is al gerealiseerd. Zie werkomschrijving en begroting.

- De kandidaat locatie voor de herbouw.

- Consensus tussen de partijen wie de opdrachtgever wordt.

- Een dekkingsplan.

- Een beschrijving van de cultuurhistorische waarde.

1.5. Afbakening.

De historische vereniging kan geen opdrachtgever zijn en heeft ook de middelen niet om het project te financieren en kan daardoor alleen ondersteunend opereren.

De Groenzoom kan in beperkte mate middelen ter beschikking stellen maar kan ook niet het hele project financieren.

Naar het zich nu laat aanzien zal het Tolhek, indien dat herbouwd wordt, komen te staan op grond van Pijnacker en die zal dan ook de toekomstige eigenaar zijn.

1.6. Programma van eisen.

1. De specificaties voor de herbouw van het Tolhek moeten worden achterhaald.

2.- Er moet worden vastgesteld waar het kan worden herbouwd opdat wordt voldaan aan het

bestemmingsplan en de wegenverkeerswet.

3. Er moet worden vastgesteld wie de opdrachtgever wordt.

4. Er moet worden vastgesteld hoe de financiering wordt geregeld.

2. Randvoorwaarden.

Hert plan kan alleen worden gerealiseerd als de Groenzoom, de gemeente Lansingerland en de gemeente Pijnacker hun medewerking verlenen.

3. Fasering

Dit projectplan is een voorbereidende fase voor de herbouw van het Tolhek en wordt niet verder gefaseerd.

4. Beheersplannen.

Gezien de aard van het projectplan wordt hier geen invulling aan gegeven.

5. Activiteitenplanning.

a. Hvbr stemt dit projectplan af met de Groenzoom.

b. Hvbr neemt vervolgens contact op met de historische vereniging van Pijnacker om af te stemmen

hoe gezamenlijk kan worden opgetrokken.

c. Vervolgens wordt contact opgenomen met de bestuurders van Pijnacker om vast te stellen of men

de opdrachtgever rol wil oppakken.

d. Indien akkoord wordt met de bestuurders van Pijnacker afgestemd hoe de uitvoering moet worden

gerealiseerd en of de historische verenigingen hier nog een rol in moeten spelen.