_____________________________________________________________________________________________________________________
Een transistor kan een zwak signaal (stroompje), bijvoorbeeld afkomstig van een sensor, versterken naar een groter signaal (grotere stroomsterkte). Hiermee kunnen apparaten die een grotere stroomsterkte nodig hebben aangestuurd worden. De arduino kan bijvoorbeeld niet voldoende stroom leveren om een DC motor aan te sturen. Het zwakke signaal sluit je aan op de base (b) van de transistor. Deze regelt dan de stroomsterkte die tussen de collector (c) en de emmiter (e) kan stromen. De collector en de emmiter zijn vaak aangesloten op een externe spanningsbron die wel een grotere stroom kan leveren.
_____________________________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________________________________
De opdracht
De collector en de emitter van de transistor zijn nu nog aan gesloten op de zelfde spanningsbron als de base. Hierdoor is eigenlijk het nut van de transistor te niet gedaan. Je wilt juist dat de base een externe spanningsbron gaat aansturen. In de volgende opdracht gebruik je een 9V batterij die als spanningsbron gaat dienen voor een elektromotortje.