IX-246 Meinertzhagen, Maria L

Maria Louisa Meinertzhagen


ouders: Reinhard Meinertzhagen en Louiza Aerssen van Juchen


geboren: Keulen 29-12-1703

gedoopt: Keulen 2-1-1704

overleden:

begraven: Utrecht 17-7-1739 (kraambed)


beroep:


woonplaats / adres:


relatie: trouwt Utrecht 23-12-1736


Mr. Joan Frederik Gobius


ouders: Joan Frederik Gobius en Margareta Elisabeth Heijnen


geboren: Batavia 25-5-1713

gedoopt:

overleden: Amersfoort 26-4-1787

begraven: Utrecht 27-4-1787


beroep: advocaat voor het Hof van Utrecht (1767), klerk van de Staten 's Lands van Utrecht (1768),

woonplaats / adres: Utrecht, Muntstraat (1738), achter de Dom (dec. '38, 1739), Heerestraat (1741, 1787)


kinderen:

Biografische aantekeningen


Bronnen


* 1704, 2-1: Landschaftsverband Rheinland, Inventare Nichtstaatlicher Archive, 27: Protokolle der Hochdeutsch Reformierte Gemeinde in Köln von 1599-1794, Köln 1983, dopen, p. 336: doop van Maria Louisa, dr.v. Reinhard Meinertzhagen en Luise Arentz von Jüchen, get: Johan Franz Arentz von Jüchen, Johan von Hoff, Frau Maria Elisabeth Meinertzhagen

* 1720, 29-5: HUA NA nots G.C. Qualenbrinck [U167a001, akte 15]: franse akte. Marie Louise Meinertshagen, wonende te Utrecht, machtigt haar procureur Pierre Claude Heusch, bankier in Parijs, om de opbrengst a 156 Livres per jaar te innen voor de periode januari 1718 tot en met december 1719, van de opbrengst van de boerderijen op drie stukken land, conform het contract voor nots. Gaschier te Parijs dd 23-5-1718.

* 1720, 19-12: Landschaftsverband Rheinland, Inventare Nichtstaatlicher Archive, 27: Protokolle der Hochdeutsch Reformierte Gemeinde in Köln von 1599-1794, Köln 1983, kinderen die in de cathechesatie zijn opgenomen (p. 317): Johanna Maria von Recklinghausen und Maria Louisa Meinertshagen

* 1721, 12-9: HUA NA nots G.C. Qualenbrinck [U167a001, akte 69]: franse akte. Marie Louise Meinertshagen, wonende te Utrecht, machtigt haar procureur Pierre Claude Heusch, bankier in Parijs, om de opbrengst a 156 Livres per jaar te innen voor de periode januari 1719 tot en met december 1720, van de opbrengst van de boerderijen op drie stukken land, conform het contract voor nots. Gaschier te Parijs dd 23-5-1718.

* 1736, 9-12: HUA DTB ondertrouw [103-188]: Joan Fredrik Gobius & Maria Louisa Meinertzhage (i.m.: Janskerk den 23 Xber 1736 getrouwd.)

* 1737, 25-8: HUA DTB dopen [12-46]: (Domkerk) Johan Reijnard, zoon v: Johan Fredrik Gobius en Maria Louisa Meijnertshagen, E.L. ledematen. Getuijgen: d'hr. Jan Zeullijn en Maria Magdalena Gobius.

* 1738, 9-7: HUA DTB dopen [12-124]: Zara Willemina, dr. van Joan Frederik Gobius en Maria Louisa Meinertzhagen, E.L. beijde Ledematen, won: in d'Muntstraat.

* 1738, 4-12: HUA DTB begraven []: Catharijnekerkhof: 't kind van de Hr. Mr. Jan Fredrik Gobius, op het Domskerckhoff, laet na vader en moeder. Ges 5,-; fl 2:10:-

* 1738, 11-12: HUA NA nots J. van den Doorslag [U139a023 akte 97]: Gecompareerd dhr Johan Frederik Gobius, Advocaet en vrouw Maria Louisa Meinertshagen, echtelieden, wonende binnen deze stad, gezond van lichame. Ze maken elkaar over en weer tot universele erfgenamen en tot voogd of voogdesse over hun onmondige kinderen, reeds geboren of nog te procreren. En ze sluiten de weeskamer uit. (w.g. o.a. Joan Fred:k Gobius; Maria Louisa Gobius geboore Meinertzhagen).

* 1739, 7-3: HUA NA nots A. van Woerden [U189a002 akte 53]: openbare verkoping Heerestraat. Koopcondities waarbij Mr. Jan Frederik Gobius een huis en erf heeft gekocht aan de Noordzijde van de Heerestraat van de erfgenamen van Pieter Valk. Verkocht door de Momberkamer in de rol als voogd over Julia Johanna de Sebastien, nagelaten dochter en enige erfgename van Cornelia Valk en Bartholomeus de Sebastien. De definitieve koopsom bedraagt fl 5850,-.

* 1739, 1-7: HUA DTB dopen [12-229]: Joan Fredrik, zoon van Joan Fredrik Gobius en Maria Louisa Meinertzhagen, E.L., Ledematen, won: achter den Dom.

* 1739, 17-7: HUA DTB begraven [133-271]: Catharijnekerkhof: Mevr:w Maria Louise Meinertzhagen, huijsvr:w van de Hr en Mr. Joan Fredrik Gobius op het Domskerkhoff, laet nae haer man en onmondige kinderen. Ges. fl 100:-:-, fl 50:-:- en 16 elle laken gescheurt

* 1740, 11-8: HUA, documenten van de huwelijkscommissaris: [3295-12 - p. 123]: LS, de Heer en Meester Joh: Freerik Gobius weduwenaar van wijlen Maria Louisa Meinerzthaagen, sijnde geboortig in Indien, en Juffrouw Johanna van Malsen, geboortig van Amsterdam en wonende alhier, sijn bij ons wettig in ondertrouw opgenoomen en dewijl voornoemde heer tans te Utregt woonagtig is, soo worden de heeren commissarissen tot de huwelijks-saaken versogt, de voornoemde personen hare huwelijksche voorstellingen te willen doen geven aldaar en van het wedervarene aan ons berigt te doen toekomen, tenijnden enz... aldus in naam des E. Kerkenr: alhier, Cuijlenborgh 11 aug 1740, W. Bachiene, V.D.M. sijn ed sectr.

* 1741, 7-5: HUA NA nots J. van den Doorslag [U139a024 akte 182]: Franse akte. Jean Landsheer te Middelburg en Philip Meinertzhagen te Utrecht verklaren dat ze de op 17-7-1739 overleden Marie Louise Meinertshagen en haar nog levende echtgenoot Jean Frédéricque Gobius, docteur en droit, goed hebben gekend. Ze heeft twee kinderen nagelaten, namelijk Jean Reinhard Gobius en Jean Frédéricque Gobius. De Docteur en droit machtigt Come Belethier, burger van Parijs, wonende Rue Desgravilliers. Ik kan er weinig van opmaken, maar het gaat onder andere over vorderingen die er in Parijs zijn, en er is sprake van de erfgenamen van de weduwe Reinhard Meinertshagen

* 1742, 27-9: HUA NA nots W van Vloten [U169a009 akte 111]: bevat een uitvoerig overzicht van de nakomelingen van Helena van den Enden X NN Meinertzhagen. De akte is opgesteld omdat wijlen David van den Enden zijn enorme erfenis in 1682 half-half had toebedeeld aan zijn broer Willem en zijn zuster Helena, met als voorwaarde dat als Willem of zijn kinderen kinderloos zouden sterven, het aan hen toebedeelde erfdeel zou terugvallen op de kinderen van Helena. Inderdaad is de zoon van Willen (genaamd Jan David van den Enden) kinderloos overleden in 1742. De speurtocht naar de nakomelingen van de vier kinderen van Helena van den Ende X NN Meinertzhagen geeft de volgende nakomelingen, waaronder een bedrag van fl 165.200,- te verdelen valt. De twee kinderen van wijlen Louisa Meinertzhagen erven elk de helft van éénvijfde (Louise is een van de vijf erfgenamen van Reinhard) van een kwart (Reinhard is één van de vier kinderen van Isaac Meinertzhagen) van een kwart (Isaac is één van de vier kinderen van Helena van den Ende) - ze krijgen elk fl 1032:10:-. Zie meer onder IX-246 - Maria Louisa Meinertzhagen.

* 1768, 1-9: HUA NA nots W. van der Well [U263a001-16]: Gecompareerd: George Tammo Falck, raad in de vroedschap van Montfoort; Isack Falck, eerste klerk van de politie van Utrecht; Philippus Meinertzhagen, koopman te Utrecht; Mr. Joan Frederik Gobius, klerk van de Staten 's lands van Utrecht; allen wonende in Utrecht. Op verzoek van Mr. Joan Frederik Gobius junior, advokaat te Utrecht, en Mr. Jan Willem van der Voort, gew: ontvanger van 't ene deel der genereale middelen 's lands, de man van vrouwe Louisa Cornelia Meinertzhagen, verklaarden waarachtig te zijn dat de eerste requirant (Joan Frederik Gobius jr.) het enig overgebleven kind is van wijlen vrouwe Maria Louisa Meinertzhagen, bij de derde Comparant in echte verwekt, welke M.L. Meinertzhagen in 1739 Utrecht overleed, als oudste zuster van wijlen Isaac Meinertzhagen, in leven colonel voor de VOC, hoofd der militie in Kaap de goede Hoop. Verder verklaren de comparanten dat Louisa Cornelia Meinertzhagen, huisvrouw van de tweede requirant, mr. Jan Willem van der Voort, de enige dochter en kind is van wijlen Anton Hendrik Meinertzhagen, overleden op Boston in Nieuw Engeland, de broer van de genoemde Isaac Meinertzhagen. De getuigen dragen hier kennis van omdat ze bloedneven (de Falcks) en broer (Philippus) zijn van wijlen Maria Louisa, Anton Hendrik en Isaac Meinertzhagen, terwijl de vierde getuige de weduwnaar is en vader van de genoemde Joan Frederik Gobius jr.

* 1780, 14-5: HUA NA nots B. SLUYTERMAN [U230a015 akte 77]: Op 14 en 18 mei compareerde juffrouw Amelia Meinertzhagen, voor zich en als universele erfgenaam van Philip Meinertzhagen en als mede erfgename van haar zuster Sara Meinertzhagen en haar broer Isaac Meinertzhagen. Voorts Mr. Jan Willem van der Voort oud-ontvanger van deze provincie X Louiza Cornelia Meinertzhagen, die het enig kind en erfgenaam was van wijlen haar vader Antonij Hendrik Meinertzhagen, die ook mede erfgenaam is geweest van Sara Meinertzhagen, en Louiza Cornelia Meinertzhagen was ook erfgenaam van haar oom Isaac Meinertzhagen. Verder nog Mr. Johan Frederik Gobius, in gemeenschap van goederen getrouwd geweest met wijlen Maria Louiza Meinertzhagen en erfgenaam van zijn overleden zoon Johan Reinhard Gobius, en tenslotte Johan Fredrik Gobius junior, erfgenaam van zijn moeder en van zijn tante Sara en oom Isaac Meinertzhagen. Zij machtigen een procureur in Culemborg om aanspraak te doen op de nagelaten goederen van wijlen Anna Maria Meinertzhagen, de weduwe van Johan Wernar Meinertzhagen


Discussie / openstaande vragen


* 1742, 27-9: HUA NA nots W van Vloten [U169a009 akte 111]: bevat een uitvoerig overzicht van de nakomelingen van Helena van den Enden X NN Meinertzhagen. De akte is opgesteld omdat wijlen David van den Enden zijn enorme erfenis in 1682 half-half had toebedeeld aan zijn broer Willem en zijn zuster Helena, met als voorwaarde dat als Willem of zijn kinderen kinderloos zouden sterven, het aan hen toebedeelde erfdeel zou terugvallen op de kinderen van Helena. Inderdaad is de zoon van Willem (genaamd Jan David van den Enden) kinderloos overleden in 1742. De speurtocht naar de nakomelingen van de vier kinderen van Helena van den Ende X NN Meinertzhagen geeft de volgende nakomelingen, waaronder een bedrag van fl 165.200,- te verdelen valt.

Aanvullingen in cursief komen uit Algemeen Nederlandsch Familieblad 1884, waar in vier of vijf afleveringen het dagboek wordt vermeld van Maria Jacoba Meinertzhagen. Een genealogie Meinertzhagen verscheen in Algemeen Nederlandsch Familieblad, no 3 en 4 jaargang XII, p. 78 (te vinden op Delpher.nl)


I NN Meinertzhagen X Helena van den Ende [Blijkens "Het Geslacht Deutz", p. 13, gaat het om Johannes Meinertzhagen, zn.v. Nicolaas Nicolaus en Anna Raets Ratus, op 5-9-1643 getrouwd met Helena van den Ende, als weduwe van Sophia Deutz, geb. Keulen 9/10-10-1597, ovl. 27-6-1642, getr met Meinertzhagen op 6-2-1633] [In "Familiengeschichtliche Blätter 1912, vol 9" staat op p 136: Hans van den Ende, koopman in Keulen, en Helena Mitz waren de ouders van Helena van den Ende, geb. 3-5-1619, ovl 17-11-1688, op 5-9-1643 getrouwd met Johannes Meinetzhagen, geb. 24-6-1601, ovl. 19-1-1687, de stamvader van deze blangrijke familie]

Johannes Meinertzhagen X Sophia Deutz en krijgt drie kinderen: Maria, Samuel en Johannes Meinertzhagen

Johannes Meinertzhagen XX Helena van den Enden, waaruit vijf kinderen

  1. Jacob Meinertzhagen, geboren 19-11-1649 overleden 16-10-1724, X 5-9-1674 Sara le Brun, geboren: 8-10-1649, overleden: 9-3-1727. Vierden op 5-9-1724 hun gouden huwelijksfeest. had vier kinderen hadden tien kinderen:

    1. a. Gerard Meinertzhagen, geboren: 11-4-1682, overleden 4-9-1761, thesaurier van de Loffelijke Westphaalse Creijtz en koopman te Keulen, nog in leven (fl 10.325,-), X 1711 Sara Elisabeth Sluijter, geboren: 2-4-1693. Hebben hun gouden bruiloft gevierd in 1761

      1. i. Johan Gerard Meinertzhagen, thesaurier van de Loffelijke Westphaalse Creijtz

    2. b. Sara Esther Meinertzhagen, geboren: 26-8-1686, overleden: 8-12-1766, X Joan Wernar Muntz, koninklijk Pruijssisch Krijgsraad en richter in Xanten in het land van Kleef, eveneens nog in leven (fl 10.325,-)

    3. c. Anna Maria Meinertzhagen, geboren 9-4-1689, overleden: oktober 1778, X haar neef Joan Wernard Meinertzhagen Isaacszn, geboren: 5-6-1681 ook nog in leven (fl 10.325,-), overleden: 23-8-1751

    4. d. Helena Meinertzhagen, geboren 25-8-1675, overleden Amsterdam 10 of 12-8-1733 X 14-5-1698 Jacob Meinertzhagen, koopman te Amsterdam, overleden Amsterdam 7-11-1728, beide overleden.

      1. i. Jacob Meinertzhagen, commis van … te Edam (fl 5.162:10:-) (machtigt neef Johan Gerard bij nots A. Roermond te Asd dd 14-2-1742)

      2. ii. Sara Helena Meinertzhagen, geboren 1708, overl. Amsterdam 1760, nalatende 5 zoons en twee dochters X Andries van den Velde, koopman te Amsterdam (fl 5.162:10:-)

        1. 1. kind

    1. e. Johan Meinertzhagen, geboren: 30-4-1677, overleden: Bremen 22-12-1690

    2. f. David Meinertzhagen, geboren: 17-4-1679, overleden: 24-4-1679

    3. g. David Meinertzhagen geboren: 3-8-1680, overleden: 14-12-1680

    4. h. Abraham Meinertzhagen, geboren: 1684, overleden Rotterdam 4-5-1720 X Rotterdam Maria Koolbrand

    5. i. Isaac Meinertzhagen, geboren: 9-4-1689 (tweeling), overleden: ?-4-1692

    6. j. Johan Jacob Meinertzhagen, geboren: 9-7-1690, overleden: 2-9-1729

  1. Helena Meinertzhagen, overl. 1708, had twee kinderen. Ze trouwde 1e met Henricus Eberfelt, med. dr., en 2e X met Boudewijn Ahasverus, med dr.

    1. a. Sara Esther d’Eberfelt, overl. 1719, X Johan Martens Eelking

      1. i. Martinus Martens Eelking, A.L.M. en Phil. Doct, thans te Leiden (fl 20.650,-)

    2. b. Henricus Ahasverus, s.s. theologia doctor en predikant bij de Lievevrouwenkerk te Bremen (fl 20.650,-)

  1. Daniel Meinertzhagen, raadsheer in Bremen, geboren 1657 overl. 1717, X Catharina Coepers Catharina N. Köpers, geboren 1657, overleden 16-7-1717, laat na 6 kinderen.

    1. a. Johannis Meinertshagen, overl. 1741.

      1. i. Catharina Meinertzhagen, nog in leven, X wijlen Wilhelm Ernest Ewald S.S. theologiae doctor en predikant in Leke (hertogdom Bremen) (1/6 = fl 6883:6:10)

    2. b. Catharina Meinertzhagen, overl. 1731, X Arnold Duntze, adj cancellariae van de stad Bremen (in leven), met vier kinderen

      1. i. Almatha Duntze, meerderjaring en ongehuwd (fl 1720:16:10)

      2. ii. Catharina Duntze, eveneens meerderjarig en ongehuwd (fl 1720:16:10)

      3. iii. Daniel Duntze, meerderjarig (fl 1720:16:10)

      4. iv. Diderik Duntze, minderjarig (fl 1720:16:10)

    1. c. Helena Meinertzhagen, overl. 1732, X Alderman Johan Frederik Gildemeester (in leven), met twee kinderen.

      1. i. Elisabeth Gildemeester, meerderjarig en ongetrouwd (fl 3441:13:6)

      2. ii. Daniel Gildemeester, minderjarig (fl 344:13:6)

    1. d. Daniel Meinertzhagen, nog in leven, raadsheer der vrije Rijksstad Bremen (fl 6883:6:10)

    2. e. Sara Esther Meinertzhagen, nog in leven, X Jacob Frederik Schultse (fl 6883:6:10)

    3. f. Margaretha Meinertzhagen, X Frederik Casimir Heilman, predikant te St. Martini te Bremen, nog in leven (fl 6883:6:10)

  1. Isaac Meinertzhagen, geboren: 1648, overleden op 22-10-1710 te Keulen, met vier erfgenamen [X 22-10-1677 Maria Elisabeth Rademacher, overl. in 1712]

    1. a. Joan Wernar Meinertzhagen, geboren 5-6-1681, nog in leven (fl 10325,-), overleden 23-8-1751 X 21-6-1711 zijn nicht Anna Maria Meinertzhagen, geboren 9-4-1689, overleden 21-10-1778. Zij vertrekken in 1717 metterwoon naar Utrecht en bewonen daar 18 jaar lang een huis op de Nieuwe Gracht

      1. i. Johan Reinhard Meinertzhagen, geboren: 13-6-1715. Is in mei 1743 vaendrig geworden onder de Staatse troepen, nadat hij eerst in Culemborg Schepen was geweest. In 1744 is hij als luitenant met de Staatse troepen naar Engeland overgegaan

      2. ii. Maria Jacoba Meinertzhagen, geboren: Keulen 21-4-1712, onderX 3 of 5-11-1735 (notarisakte te Kleef), X 21-7-1736 Cornelis Jan van Royen, geboren: 15-2-1711, overleden: 10-10-1774, gepromoveerd 1731 twee maal burgemeester van Utrecht geweest en sedert 1741 raad in de Vroedschap in de vacante zetel van neef Van den Ende, zn.v. mr. Jan Cornelisz van Royen en NN (dr.v. Bernard de Moor en Cath van den Bogaert).

        1. 1. Anna Catharina van Royen, geboren: Utrecht 1-9-1736

        2. 2. Sara Jacoba Elisabeth van Royen X Utrecht (Cath.kerk) 27-10-1760 Jan de Lely, canunnik in het kapittel van Oud-Munster

      3. iii. Sara Elisabeth Meinertzhagen, geboren: Keulen 6-11-1713, overleden: Culemborg 6-7-1739

      4. iv. Constantia Maria Meinertzhagen, geboren: Keulen 6-11-1716, overleden: Utrecht 6-11-1720, begraven in het graf van tante De Smeth in de Jacobikerk

      5. v. Jacob Meinertzhagen, geboren: 13-2-1721, overleden: na een ziekte van 3 dagen aan de stuypen 22-4-1735, begraven in vaders grafkelder in de Jacobikerk 25-4

      6. vi. Margaretha Louise Meinertzhagen geboren: Utrecht 26-11-1726, overleden 13-9-1627 begraven in vaders grafkelder in de Jacobikerk

    2. b. Constantia Margaretha Meinertzhagen, geboren 1685, nog in leven, overleden januari 1764, weduwe Otto Willem Falk, overleden Utrecht 1730 (fl 10.325:-). Hieruit tien kinderen.

    3. c. Rijnhart Reinhard Meinertzhagen, geboren 1679, overleden op 1726… te Keulen… waarvan op de sterfdag van Jan David van den Ende vijf erfgenamen in leven waren, X 1701 Louise Artzen van Juchen, geboren 1682, overleden Utrecht 1729, begraven in de Jacobikerk. [in 1729 zegt ze 7 kinderen te hebben; NB, kennelijk is ze tussen april en mei 1730 overleden? - nee: begraafacte 19-10-1729 op Van Juchem]

      1. i. Isaacq Meinertzhagen, luitenant onder de Infanterie van deze staat (fl 2065,-), kolonel bij de VOC, overleden voor 1-9-1768

      2. ii. Anthonij Hendrik Meinertzhagen, thans te Suriname, fl 2065,-; overleden te Boston voor 1-9-1768

        1. 1. Louisa Cornelia Meinertzhagen X Jan Willem van der Voort

      3. iii. Philips Meinertzhagen, wonende te Utrecht, fl 2065,-, overleden na 1-9-1768

      4. iv. Amelia Meinertzhagen, meerderjarig en ongehuwd te Arnhem, fl 2065,-

      5. v. Sara Meinertzhagen, overleden voor 1742

      6. vi. Louisa Meinertzhagen, overleden, X 1736 Mr. Johan Frederick Gobius

        1. 1. Joan Reijnhard Gobius (fl 1032:10:-)

        2. 2. Joan Fredrik Gobius (fl 1032:10:-)

    1. d. (Maria) Maria Elisabeth Elisabeth Meinertzhagen, geboren 1678, overleden in Keulen in 1733, X 1701 Johan Frantz Arentz van Juchen (met 7 kinderen), overleden 1715 en XX 1716 Johan Werner Wolleb (geboren 1687, overl 18-9-1731) (met 2 kinderen) die dus elk 1/9 van ¼ van ¼ krijgen = fl 1147:4:-

      1. i. Johan Isaac Arentz van Juchen, kapitein onder gen-majoor De Bedarides ten dienste van deze staat.

      2. ii. Abraham Arentz van Juchen, luitenant in ’t korps trawanten van Denemarken

      3. iii. Maria Elisabeth Arentz van Juchen te Arnhem

      4. iv. Constantia Louisa Arentz van Juchen X Theodoor Heusler, Bergh commissaris en koopman te Dillenburg

      5. v. Helena Arentz van Juchen X Johannis Wuesten, Commercieraad van de Keurpalts te Solingen

      6. vi. Agnes Margaretha Arentz van Juchen X dokter Hofman te Wetzlar

      7. vii. Wilhelmina Arentz van Juchen eveneens te Arnhem

      8. viii. Anna Johanna Wolleb, * 1717, woont bij haar stiefzus en schoonbroer in Solingen

      9. ix. Dorothea Wolleb, X NN Eijler, woont te Halberstadt.

  1. Sara Hester Meinertzhagen geboren: 1655, overleden: 1681, X Johan Herde.

Er is nog sprake van een oom (zou dus een zoon van Isaac moeten zijn) genaamd Jan Jacob Meinertzhagen, geboren ca 1690, overleden Keulen 2-9-1729

Er is ook sprake van een neef Reinhard Meinertzhagen, geboren ca 1710, overleden 25-7-1730

Er is ook sprake van neef Isaac Meinertzhagen, burgemeester van Bremen, wiens enigste zoontje, 7 jaar oud, overlijdt op 5-4-1760

In 1760 overleed op 8-11 "zuster Van der Hagen".

In 1761 overleed in Den Haag 'de schoonvader van mijn broer' dhr Schregardus, 85 jaar oud