XIII-935 Thijmensz, Elbert

Elbert Thijmensz Drijver


ouders: Thijmen N [Elbert Thijmensz oom heet Gerrit Elbertsz]


geboren: Kampen ca 1567

gedoopt:

overleden: Amsterdam 11-6-1608

begraven: Amsterdam 14-6-1608 (Oude Kerk, graf Snijderskapel 335)


beroep: Kompasmaker (1593), teerkoper (1600, 1603, '06)

woonplaats / adres: Amsterdam (hoek Teertuinen, op het Kamperhoofd, 1592, 1608)


relatie: ondertrouw Amsterdam 5-12-1592


Hendrikje Willems (XIII-936)


ouders: Willem N (Willem Jacobs?)


geboren: Amsterdam ca 1565

gedoopt:

overleden:

begraven: Amsterdam 31-1-1615


zij hertr. (ondertrouwt Amsterdam 26-3-1611) Claas Pietersz van Vierhuijssen, alias Niclaes Pietersz Halfmaen

beroep: zij drijft een onderneming in teer en pek

woonplaats / adres: Amsterdam (Teertuinen, dus Kamperhoofd, 1615)


kinderen:

Ondertrouwacte van Elbert Tijmens en Hendrikje Willems

grafsteen van Elbert Thijmensz Dryver, coopman, in de Oude Kerk

merkteken van Elbert Thijmensz, dat ooit op zijn graf stond. bron: grafboek Oude Kerk

Biografische aantekeningen


Elbert Thijmensz Drijver (de achternaam komt in de stukken voor na zijn dood, bij het hertrouwen van zijn vrouw in 1611, op zijn grafsteen uit 1608 en blijkens een onvindbare schepenkennis ook in 1606) is geboren in Kampen, en als kompasmaker in de poorterboeken van Amsterdam ingeschreven in 1593.

In 1600 en vooral 1604 blijkt hij echter een succesvol teerkoper te zijn. In dat jaar neemt hij voor maar liefst 7400,- de teer- en pekhandel over van Arent Jacobsz, de oom van zijn vrouw Hendrikje Willemsz. Blijkens notariële acten waarin Hendrik Hamel en Alida Drijvers optreden, uit 1616 en 1617, dreef Hendrikgen Willems toen de handelsfirma in teer en pek: er wordt zaken gedaan tot in Leeuwarden en Emmerich. Verder blijkt hij in 1604 en 1606 de lucratieve pacht op de paalkist - een belasting voor alle uit zee arriverende schepen - uit te voeren.

Elbert Thijmens woonde op het Kamperhoofd, waar veel kompasmakers woonden en teertuinen lagen. Ook veel familieleden van Elberts vrouw, Hendrikje Willems, woonden op het Kamperhoofd.

Na zijn dood 'bewijst' zijn weduwe voor de weeskamer hun dochter Aaltje met een vaderlijk erfdeel van fl 8.000,- [bron: huwelijksvoorwaarden 2e huwelijk Hendrikje Willems]. Dat duidt erop dat de zaken goed gegaan zijn. Ook het bezit van een graf in de Oude Kerk en het versieren daarvan met tekst en familiewapen duidt op welstand.

Afgesleten wapenschild op Elbert Thymensz graf

Bronnen


* 1592, 5-12: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw 664-63: Comp. Elbert Thijmansz van Campen, Compasmaker, oudt omst xxv jaren, wonende op de hoeck van de Teertuijnen, geassist met Gerrijt Elbertsz sijn oom, hem opleggende sijner ouderen consent voor d’andere proclamatie te doen blijcken, ter eenre, en Henrickgen Willemsdr, oudt omtr xxvii Jaeren wonende ter selver plaetsen, geassist met Arent Jacobsz haere oom ter anderen sijde, Ende ... versoeckende alsboven. Ende naer dien sij op alles naer behooren geantwoort hadden, sijn (?) hun hare geboden verwillige (?) w.g. bij mij elbert tijmens; heynricgen willems

* 1593, 19-1: Stadsarchief Amsterdam, poorterboeken: Archief 5039, inv.nr.86, p.81vo: “Elbert Thymonsz van Campen, Compasmaker heeft sijn poortereedt gedaen ende den tresorieren het poorter geldt betaelt. Actum den XIX Januarij Ao 93”. Archief 5033, inv.nr.1, p.242: “Elbert Thymans zn van Campen, Compassemaecker, es op huijden den XIX Januarij 1593 poorter deser stede geworden ende heeft sijn poortereedt gedaen in handen van den heeren borgemeesteren ende tesorieren betaelt sijn poortergelt ende den dienaers gegeven”

* 1598, 5-4: Stadsarchief Amsterdam, NA nots Jacob Ghijsbertsz [ f 153, scan 115]: Compareerde d'E. Andries Claesz, zeijlmaecker, poirter der voorsz stede, ende geliede voor hem ende zijne erfven vercoft, getransporteert ende gecedeert te hebben, zo hij transporteerde ende cedeerde bij dezen, Elbert Thijmanszn, zijn swager, alle alzulcke perceelen van goederen, erfenisse ende besterffenisse als door overlijden van za: Aeltge Jacobsdr zijne Comparants petemoeij op hem Comparant zijn gedevolveert ende bij Arent Jacobszn haren man zijn leven lang geduijrendein lijftocht ende vruchtgebruijck bezeten zullen werden, alles in conformité van de uijterste wille van de voorsz Aeltgen Jacobsdr gepasseert voor notaris Jan Bruijning in dato den elffden junij anno XVc vier en tnegentich ende hij Comparant geliede daer af al voldaen ende wel betaelt te wezen de laetste penning metten eersten, zulcx dat hij den vrsz: Elbert Thijmanszn geheelicken stelde in zijnen plaetse [om] met dezelve erffenisse te doen of gewerden als met zijn vrije ende eijgen goedt mitsgaders belovende de vrsz. erffenisse te vrijen ende vrij te waren <...> gelijcke schuldich is te doen, daertoe verbindende sijn persoon et (153v) goederen, roerende <..> present ende toecomende tot bedwangh van alle rechten ende rechters. Consenterende den vrsz Elbert Thijmansz voorts hier af gelevert te werden behoirl: acte sonder arch of list te Amsterdam desen vijfden Aprilis anno XVc acht ende tnegentich Presentibus Ernst Jansz ende Elbert Willemsz, poirteren der vrsz stede testibus vocatis atque regatis. (w.g.: bij mijn Andries Claesz Saijlmaecker, Ernst Jansen, Elbert Willemsz).

* 1600, 6-7: Stadsarchief Amsterdam, Transportaktes: op 6-7-1600 verkopen de erven van Melchior Harmens en Janneken Cornelis aan de teerkoper Elbert Thijmansz een stuk grond van ongeveer acht roeden, nu een thuijn sijnde met een huijs daerop staende en gelegen tussen de Regulieren en Heiligenwegs poorten buiten de fortificaties.

* 1600, 6-7: SA Amsterdam, 5063 Schepenkennissen [reg. 6, fol. 237v]: Gecompareerd is Elbert Thijmanszn, teercoper, geliede schuldig te wezen aan Henrick Cornelis als man en voogd van Weijn Jans, Pieter Gijsbertsz als man en voogd van Anna Jans, Jannetge, Hermantge, Pietertge, Symontge en Trijntge Jansdr, Sijtse Sitgensz, Herman ende Jan Jansz, Weldel Haermens en Annetgen Cornelis, alle erffgenamen van Melchior Hermansz en Tanneken Cornelisdr, in haer leven vroedvrouwe, te samen de somme van fl 650,-, spruijtende uijt coopsomme de custinge van omtrent acht roeden lants mit en huijs daerinne staende, gelegen tussen de Reguliers en Heiligenwegs poorten, buiten de nieuwe fortificatie, daar lendenen van zijn Cornelis Florisz aan de oostzijde en de weteringe aan de westzijde, te betalen een derde part in gerede gelde, item een derde part alreheijligen eerstcomende ende ’t leste derde part meije anno 1601, hier voren verbindende de voorz. thuijn en getimmert, voorts alle zijn andere goederen, roerende en onroerende, jegenwoordige en toecomende. Voorts quamen voor ons schepenen Elbert Gerritsz laeckencoper en Gerrit Elbertsz, belovende samen en elxs een voor al (onder t verband van al hunne goederen) als borgen de voorz. penningen op de termijnen voornoemd verhaald, te betaelen, indien daerinne gebreke gebleven. Elbert Thijmansz belooft de borgen schadeloos te houden. 

* 1602: Blijkens de website www.gravenopinternet.nl was Elbert Thymensz Drijver sinds 1602 eigenaar van het graf Snijderskapel 335 in de Oude Kerk, waarin hij op 14 juni 1608 werd begraven, nadat hij op 11 juni was overleden.

* 1602, 9-7: Stadsarchief Amsterdam, arch 378.OK van de Oude Kerk, het Oude Grafboek A [invnr 74, fol 109v, 'Dat Snijders Choer']:

"Een weijnich onder Oude Claeszn sarck [zerk]. Op huijden den 13en decemb Ao 83 / is gecompareert in’t kercke cantoir Augustijn Rijeurt <?> ende heeft <roa werge> Maritgen van Neck gecoft / ende betaelt <nt> graff twelck sal gemerckt worden met dit buijten staende merck / [in de marge staat een huismerk, en nog drie: van de vier zijn er drie doorgehaald]

Den 11 Julij ’95 compareerde Lijsbeth Jacop geassisteert met <trij[n] wout[ers] ende enech> over dit / voorgst graff aen Andries Claesz ende Elbert Thijmensz zij swagers met Wille ende voor / nooth van Marietgen van Neck voorz welcke sulckx <bij setter kerckmeesterij perliu> / lastlich verclart hadde en is nu ald. gemerckt.

Ao. 1602 den 9 julij is int comptoir gecompareert Elbert Thijmensz voorsz geassisteert met Anna Claesz / suster van de voorsz Andries verclaerende de aenpart van ’t graff van ditto Andries gecoft te hebben ende alsze de voorsz / [i.m.:] Arens sieckelich thuijs was hebbende kerckmeesters ende koster aen hem gesonden rapporterende datte voorn. tevreden was dat ’t bovenst graff alleene op de voorn. Elbert stellen soude ende is nou als boven gemerckt."

* 1603, 7-5: Stadsarchief Amsterdam, Transportaktes: op 7-5-1603 verkoopt Vincent Jacobsz Coster een stuk grond in de Lastage, aan de Boomensloot van 30 3/4 voet breed en 113 voet lang, aan Elbert Thijmansz, teerkoper. Coster had de grond bij executie (veiling, dus) aangekocht.

* 1604, 4-12: Stadsarchief Amsterdam, notarieel archief notaris Jan Franssen Bruijningh, invnr 99, fol. 48-49: Elbert Thijmensz en Elbert Willemsz, zwagers, sluiten (kennelijk om een geschil te voorkomen) een akkoord. Elbert Willems verkoopt aan Elbert Thijmens zijn 1/3 deel in de verpachting van de paelkiste, lopende van Lichtmis 1604 tot Lichtmis 1606. Elbert Thijmens betaalt hem daar fl 1100,- voor.

Op huijden den vierden December Ano XVIc ende vier, compareerden voor mij Jan Franssz Bruijningh, Openbaer Nots tot Amsterdamme residerende, bij den Hove van Hollandt geadmitteert, ter presentie van den ondergeschreven getuijgen, Elbert Willemszn ter eenre, ende Elbert Tijmensz ter andere zijd, swagers ende poorters deser Stede, mij notaris bekent, (48v), ende verclaerden in alder minne ende vruntschappe geaccordeert over eengecomen ende verdragen te wesen inder forma en manieren hier nae beschreven, te wetene, dat die voorsz Elbert Willemszn vercocht, overgedaen ende getransporteert heeft, vercoopt, doet over ende transporteert mits desen aen de voornt Elbert Tijmansz die tselve mits desen accepteert, zijn Comparants portie ende aendeel, wesende een gerechte dardeprt vande verpachtinge van paelkiste innegegaen vrou Lichtmissedach lestleeden, ende expirerende twee Jaren daernae, Namentl vrouw Lichtmissedach Ano XVIc ende ses, sulcx dat de voornt Elbert Tijmenszn geduijrende dezelve pachte van wegen den voorn.t Elbert Willemszn over sijn voorsz dardepart sal genieten, die winningen ende proffijten, ende die schade dragen, in vougen off hij die voorsz verpachtinge van eersten aen selver hadde ingegaen, ende aengenomen, waer vooren ofte voor welcke voorsz overdreninge ende transporte, die voorsz Elbert Willemsz p gereden goede hem toegetelt bij desen, bekent, opgebeurt, ontfangen ende genoten te hebben van voorn.t Elbert Tijmenszn, sijn swager, de somme van elff hondert Car glds tot XL grtn t’stuck, bedanckende de voorsz sijn swager van goeder ende voller betalinge der selver penningen, quiterende hem dienaengaende mits desen. Belovende die winningen ende proffijten van sijn vrsz dardeprt te vrijen ende vrij te waeren tegens een ijgel als dat behoort, van allen actien ende aenspraecke daer onder verbindende sijn psoon ende alle sijne goederen, p[rese]nt ende toecomende, egene uijtgesondert, die submitterende allen Rechteren ende Rechten, voorts heeft die voornt Elbert Tijmenszn aengenomen ende beloofft, nam aen ende beloofde bij desen, den voorsz Elbert Willems sijn swager (49) vande schaden ende verliesen die opt vrsz dardepat soude mogen vallenpte bevrijden, ende schadeloos te houdenm als dat behoort, onder gelijcke verbant als vooren. Sonder farude, consenterende ten behoeve als boven etc Gedaen binnen der voorsz Stede ten huijse mijns Nots, ter pntie van Gielten van Lith, Palm Mathijs ende Pieter Dirricxzn get. hier toe versocht. (w.g. Elbert Thijmonsen; Elbert Willemsz + get.)

De paalkist was de kist waarin de belasting werd gestopt van ieder schip dat vanuit zee Amsterdam binnen voer. Het innen van die belasting werd aan particulieren verpacht, die er vaak veel geld voor over hadden. Diverse bronnen schrijven dat de heffing van de paalkist rond 1570 aan Amsterdam werd afgenomen, vanwege het feit dat de stad in die jaren trouw bleef aan de Spaanse koning, en tot aan de Franse tijd in handen was van Enkhuizen. Bovenstaande akte maakt duidelijk dat dat anders lag.

* 1605, 21-12: Stadsarchief Amsterdam, Transportaktes: Elbert Thijmansz, teerkoper, verkoopt de acht roeden land buiten de nieuwe Fortificaties, een tuin met huis er op, dat hij in 1600 heeft gekocht, aan Pieter Pietersz Speeck.

* 1606, 5-5: Stadsarchief Amsterdam, Notarieel Archief notaris Jan Franssen Bruijningh, NAA invnr 104, fol. 83: Elbert Thijmens, teerkoper, machtigt mede namens Claes en Sven Gerritsen een procureur om een rechtszaak te voeren tegen Frans Anthonissen.

Op huijden den vijffden Maij Anno XVIc ende ses Compareerde ectp ter presentie vanden onderges getuijgen Elbert Thimmissen, Teercoper, ende poorter deser stede mij Notaris bekent, soo voor hem selven als mede van wegen Claes ende Sven (?) Gerritsen zoonen, daer voiren derato caverende, ende heeft inder qualite inder bester ende bestendichster forme, geconstitueert ende machtich gemaect, constitueerde ende maecte machtich mits desen, den eersamen Sebastiaen van Putte, procureur voorden voorsz Hove van Hollandt omme uijten name van hem constituant ende van sijne invregen, inder voorsz qualite in rechte te ageren ende rechten te plegen, voor allen heeren, hoven, jugis, wetten, gerechten daer van node soude mogen wesen, op ende tegens Frans Anthonissen, ende allen anderen des noots sijnde, soo wel nu eijsschen als nu verweren te repliceren, dupliceren alle daegen ende termijnen te observeren in rechte te concluderen, sententie off sententien te begeren ende aenhoiren, pronuncheren, de selve te executeren off daer van te appelleren, off reformeren, ende die saecke van appellatie off reformatie te presequeren, mede daer van te mogen renuncheren, ende voirder dienaengaende ectp, alwaen ectp, men oock macht een off meer in sijnen stede ad lites te mogen substitueren ende stellen, belovende over goet, vast ectp, Onder allen verbande nae rechte, sonder fraude Gedaen binnen der voorsz Stede, ten huijse mijns Notaris ter presentie van Jacob van Schaerlaecken ende Pieter Dircxsz en getuijgen hier toe versocht (w.g.: notaris)

* 1608, 14-6: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven Oude Kerk 1043-46: “den 14 dito Eelbert Teijmen, wooende op het Kaemper Hooft ende twe uir beluit met die groet klock fl 16,7,-."

* 1611, 26-3: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw 415-20: "Comp. Niclaes Pietersz Halfmaen, wedr. van Lysbeth Jans, wonende in de blauwe arem In de verwije (hij wordt in 1616 eigenaar van een blauwververij op de verversgracht=Groenburgwal), ter eenre, ende Heijnrickgen Willemsdr, wed. van Elbert Thijmans Drijver, verklaren 3 (…?) geweest te hebben, wonende inde teertuijnen ter andere sijde. (wg: Claes Pieters van Vierhuijsen, Heijnderickgen Willems). NB: Claes Pieters van Vierhuizen heeft in 1597 het huis De Halve Maan uithangend, in de Wijdesteeg, gekocht. Vandaar die naam.

* 1615, 31-1: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven Oude Kerk 1043-162: Handerickgen Willems, vrouw van Claes Pietersz, “in die teertuijnen”

* 1622, 11-6: Stadsarchief Amsterdam: DTB begraven: Claes Pieters Vierhuijsen wonende bij Ulenburgsbrug.


Openstaande vragen / discussie


Kennelijk is er in Kampen dus een Elbert (generatie XV), die twee zoons krijgt: Gerrit Elbertsz en Tijmen (XIV), en die laatste krijgt weer een Elbert Tijmens (XIII), als zoon, waaruit Alida Elberts Drijver. Ik vind in 1576 een Gerrith Albertsz X Jutte Thijmens in kampennotarieel.nl (Rak81)

Aan het eind van de 17e eeuw treffen we in het bezit van Gerard Hamel aan: een groot huis op het Kamperhoofd, op de hoek van de teertuinen, dat denkelijk uit het bezit komt van Hendrikje Willems, en daarnaast een pakhuis, genaamd Vierhuizen, op de Rechtboomssloot, vlak bij de Dwarsboomssloot. Dat pakhuis, toen De Fortuijn geheten, lijkt Hendrik Hamel in 1617, na het overlijden van zijn zijn schoonmoeder Hendrikje Willems, te hebben verbouwd tot een mouterij op de grond die zijn schoonvader in 1603 heeft gekocht, maar het krijgt de naam van zijn stief-schoonvader Vierhuijsen.

Vanwaar de naam Kamperhoofd in Amsterdam, de plek waar Elbert Thijmensz Drijver, afkomstig uit Kampen, ging wonen?